Tentoonstellingsethiek medische collecties
Zowel in universiteiten als in musea bevinden zich anatomische collecties. Skeletten, gedroogde lichaamsdelen, organen op sterk water, gebalsemde lichaamsdelen en afgietsels van mensen en dieren dien(d)en onderwijs en onderzoek. Sommige van die preparaten worden nog steeds actief gebruikt in de lessen, anderen zijn ‘dode’ of museale collecties geworden. Hoe met collecties met menselijke resten moet worden omgegaan, is voer voor ethische discussie. De meest prangende vraag is waarom en hoe we menselijke resten tentoonstellen.
Lichamen ronselen in het armenhospitaal
De medische wetenschappen zijn een evidente producent van anatomische collecties. Onderzoekers verzamelen specimen in functie van hun vraagstelling en docenten maken via allerlei preparaten hun onderwijs aanschouwelijk voor studenten. Vandaag doet de faculteit beroep op de lichamen die vrijwillig worden afgestaan. Maar in de 19de eeuw was de bevolking, onder andere om religieuze redenen, minder geneigd zijn lichaam na de dood te schenken aan de wetenschappen. In praktijk waren het vooral personen die gestorven waren in armenhospitalen zonder nabestaanden of waarvan de familie niet kon instaan voor de begrafeniskosten. In ruil voor een dissectie van het lichaam kregen de nabestaanden een vergoeding. Na een dissectie werden lichaamsdelen soms behandeld en bewaard als preparaat.
Preparaten als statussymbool
Naast de medische collecties bevatten ook etnografische en archeologische collecties menselijke resten. De achtergrond van deze collectiestukken is vaak eveneens dubieus. Ze werden verzameld in een koloniale context of in functie van de rassenstudie. Zo werden lijken bijvoorbeeld opgegraven en meegenomen met als doel de typologie van het menselijke ras te verzamelen en te organiseren. Eenmaal in de collectie opgenomen konden preparaten geruild worden als statussymbool onder professoren en onderzoekers. Zeldzame aandoeningen waren een gegeerde verzamelobjecten in hun anatomisch kabinet. Zowel het ideaal van de volledigheid als een drang tot categorisatie speelden hierbij een rol. Bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld tijdens de Gentse Feesten, kon het publiek de collecties bezichtigen.
Waarom menselijke resten tentoonstellen?
Anatomische collecties zijn drager van maatschappelijke thema’s. Een preparaat is meer dan zijn fysieke gedaante. Het omvat technische informatie over de preparatietechniek, een esthetische indruk, de ontstaanscontext, de onderzoeks- en bewaargeschiedenis en een relatie tot andere preparaten. Indien er voldoende informatie wordt verstrekt, krijgt de tentoonstellingsbezoeker niet alleen inzicht in (de geschiedenis van) de medische wetenschappen, maar ook grotere thema’s, zoals de dood en de omgang met het dode lichaam, aangereikt. Door het tentoonstellen van preparaten wordt een verhaal met zowel positieve als negatieve aspecten verteld. De andere optie, het opbergen van de preparaten, zou het stilzwijgen en bijgevolg ook het negeren van deze historie betekenen.
Hoe menselijke resten tentoonstellen?
De collectiebeheerder en/of curator speelt een cruciale rol in de manier waarop de preparaten worden tentoongesteld. Hij of zij moet een respectvolle presentatie waarborgen. Maar dat is opnieuw vatbaar voor interpretatie. Een arts is het gewoon om het menselijk lichaam te benaderen als een studieobject. Anderen vragen zich af of het verantwoord is om personen te objectiveren tot collectiestukken. Het preparaat ‘De boreling’ van de Gentse anatoom Adolphe Burggraeve (1806-1902) bevindt zich in het Gents Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde maar wordt maar in bepaalde omstandigheden getoond en niet uitgeleend. Een ander preparaat van Burggraeve met het hoofd en de hand van een vrouw, was wel te bezichtigen in de recente tentoonstelling Post Mortem (okt-dec 2015). Hoewel een topstuk, werd het preparaat naar een van de achterste zalen geschoven en niet in de kijker geplaatst. De universiteit verbood de verspreiding van afbeeldingen van het preparaat. Enkele buitenlandse museummedewerkers gaven aan dat de presentatie van dit preparaat om ethische redenen bij hen onmogelijk zou zijn.
Het begrip respect kan dus door verschillende partijen op een andere manier worden ingevuld. De consensus is alleszins om sensatie te vermijden en ook het verhaal achter het collectiestuk te duiden. Door de geschiedenis van de medische wetenschappen niet te verheerlijken en ook de donkere kant van het verhaal te vertellen, zal de museumbezoeker reflecteren over de verwante ethische problematieken. Het denkproces hoeft niet te stoppen wanneer de bezoeker het museum verlaat. Het potentieel van deze collecties voor maatschappelijke en wetenschappelijke reflectie is te groot om ze zomaar te vernietigen of voor te behouden voor de ingewijden.
Lena Maes
Student Geschiedenis UGent
11 december 2015
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Maes, Lena. "Tentoonstellingsethiek medische collecties." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 11.12.15. ugentmemorie.be/artikel/tentoonstellingsethiek-medische-collecties
Bibliografie
Hedin, Marika. “A treasure or an embarassement? How to handle human remains in museum collections.” Lezing op 22 oktober 2015 in het kader van de tentoonstelling Post Mortem.
Interview met Ignaas Devisch door Lena Maes (4 november 2015).
Interview met Veronique Deblon door Lena Maes (31 oktober 2015).
Post Mortem. Vesalius tussen kunst en wetenschap. Wandelgids (Gent: UGent, 2015).