3. Batavia, berucht en beroemd
Een van de grootste en meest beruchte beluiken van Gent is de Bataviawijk. Honderd bij dertig meter groot, ligt het binnen het huizenblok omgeven door de huidige Sint-Hubertusstraat, de Rozier en de Jozef Plateaustraat. Drie kleine doorgangen geven toegang tot 117 woningen, verdeeld over vier smalle straatjes. De huisjes meten vier bij vijf meter en bieden elk onderdak aan ongeveer vijf personen. De vijfhonderd tot zeshonderd bewoners delen zes latrines en twee waterpompen. Een open riool in het midden van het beluik vangt al het afval op. De naam van hun wijk hebben de bewoners te danken aan de hoofdstad van Nederlands-Indië, een eerbetoon aan koning Willem I en zijn kolonie. Het vergaat de Bataviawijk zoals haar ongelukkige naamgenoot: het is een stinkende modderpoel en een broeihaard van epidemieën.
Mareska en Heyman
De ellendige situatie in de Gentse beluiken komt voor het eerst in de openbaarheid als dokter Heyman en professor-dokter Mareska in 1843 in opdracht van de regering onderzoek doen naar kinder- en vrouwenarbeid en de gezondheidstoestand van de Gentse katoenarbeiders. Het rapport is een belangrijke bron om de toestanden in de Gentse beluiken te kunnen reconstrueren. Met de hulp van hun gids ontdekken Heyman en Mareska de wereld achter de gevels van de Gentse beluiken. Hun oordeel is vernietigend: arbeiders hebben niet zozeer te lijden onder de situatie in de fabrieken, het is een gebrek aan gezonde voeding en degelijke hygiënische huisvesting die hun gezondheid compromitteert. Hevig verontwaardigd vragen de artsen zich af hoe het stadsbestuur deze mensonterende uitbuiting al zovele jaren toestaat. De rekening voor deze nalatigheid krijgt de stad de volgende decennia gepresenteerd: pokken, tyfus en cholera maken in het midden van de negentiende eeuw duizenden slachtoffers. De geneeskunde staat machteloos tegen de epidemieën. Artsen kunnen enkel het advies geven huis en leden proper te houden en het alcoholgebruik te matigen. Het begint de stad te dagen dat deze beluiken tikkende tijdbommen zijn voor de volksgezondheid.