Van Straelen, Victor (1889-1964)
Paleontoloog Victor Van Straelen speelde een eersterangs rol bij de ontwikkeling van de natuurwetenschappen in België en van de natuurbescherming in de wereld. Hij was 34 jaar verbonden aan de Rijksuniversiteit Gent met de Leerstoel Aardkunde. Naast andere omvangrijke taken als directeur van het Koninklijk Belgisch lnstituut voor Natuurwetenschappen te Brussel (1925-1954), was het zijn dynamisch beleid als voorzitter van het lnstituut der Nationale Parken van Congo (1934- 1964) en de Stichting ter bevordering van de Wetenschappelijke Studie in die parken die deze instellingen tot een ongewone bloei en internationale faam brachten.
Academische loopbaan
Victor Van Straelen werkt, na zijn lagere middelbare studies aan het atheneum van Antwerpen, gedurende vier jaar in een commerciële firma en behaalt daarna voor de Centrale Examencommissie zijn diploma hoger middelbaar. In 1909 studeert hij aan de ULB, promoveert in 1914 tot doctor in de Scheikunde en in 1919 tot doctor in de Mineralogie en Geologie. Hij bekomt in 1925 het speciaal doctoraat in de Geologie en Paleontologie en in hetzelfde jaar het aggregaat hoger onderwijs. Hij specialiseert zich in fossiele schaaldieren.
Zijn eerste wetenschappelijke en academische carrière begint hij in 1912 aan de ULB. Hij neemt daar ontslag in 1934, deels omdat hij sinds 1925 al benoemd is op twee andere plaatsten: docent aan de Rijksuniversiteit Gent en directeur van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België, thans Koninklijk Belgisch lnstituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).
Lesgever in Gent
Van Straelen wordt in 1925 benoemd aan de RUG als docent omdat voor het eerst een student geologie, Armand Hacquaert, zich daar inschrijft in de Vlaamse afdeling. Er moet dus een Nederlandssprekende lesgever worden aangesteld. Hij vervoegt het academisch korps als hoogleraar in 1932. Dinsdag wordt zijn ‘Gentse dag’ tot aan zijn emeritaat in 1959. Van Straelen verzorgt vooral de lessen in de disciplines stratigrafische dierenpaleontologie, aardkunde en aardkundige opnames voor de studenten geologie, biologie en aardkundig ingenieur en burgerlijk mijningenieur.
Van Straelen drukt ongetwijfeld in de 34 jaar van zijn Gentse aanwezigheid zijn stempel op alle Gentse geologen, zowel wetenschappelijk als geestelijk. Achilles Gautier herinnert zich sommige van Van Straelens lessen. Studenten moesten een of ander paleontologisch onderwerp voorbereiden en dat naar voor brengen voor hun medestudenten. Ook konden studenten zich soms scharen rond het bureau van de professor die hen dan niet ex cathedra benaderde.
Gents Geologisch Instituut
De latere professor Hacquaert noemt Van Straelen de stichter van de Gentse Geologische School. Hij ligt aan de basis van de ontwikkeling van het Gentse Geologisch lnstituut, destijds in de Rozier gevestigd. Bij zijn aankomst in 1925 is het Laboratorium voor Aardkunde onvoldoende uitgerust voor paleontologisch onderzoek, zijn discipline. Hij stuurt aan op het gebruik van moderne mineralogische en fysische methodes. Naast de lessen organiseert hij de praktische oefeningen in de petrografie, sedimentologie, fysiografie en pedologie. Hij koopt nieuwe boeken en tijdschriften aan voor de bibliotheek en vergelijkingsmateriaal voor de paleontologie, petrologie en de bodemstudie. Hij stuurt zijn studenten en oud-studenten naar het buitenland om hun wetenschappelijke horizont te verruimen.
Belangrijk voor de verdere evolutie van het Geologisch Instituut is de impuls die Victor Van Straelen in 1946 geeft door het 'Comité voor de Opname van de Bodem- en Vegetatiekaart van België' op te richten. Hij start het project in 1947 met sponsoring van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw (IWONL). René Tavernier zal het project uitwerken dat aan de basis ligt van een lange periode van internationaal bodemkundig onderzoek aan de Gentse Universiteit.
Nationale Parken van Congo
Van Straelen is amper 36 jaar wanneer hij in 1925 benoemd wordt tot directeur van het toenmalig Koninklijk Natuurhistorisch Museum te Brussel. Hij heeft dan al veelvuldige contacten gehad met het koninklijk hof. Hij is namelijk wetenschappelijk raadgever van koning Albert I en ook de persoonlijke leermeester en raadgever van de latere koning Leopold III. Van Straelen begeleidt als wetenschappelijk directeur de reis van acht maanden (1928-1929) naar het toenmalige Nederlands Oost-Indië van Leopold III en zijn gemalin Astrid. De oprichting van een natuurpark in Congo was al in 1901 de wens van Leopold II. Prins Albert, de latere koning Albert I, is eveneens overtuigd van de noodzaak van een natuurpark na zijn eerste reis naar Afrika. Oorlogsomstandigheden vertragen de schepping van zulk park, maar in 1925 wordt de autonome instelling ‘Nationaal Albertpark’ opgericht. De latere koning Leopold III wordt voorzitter. Van Straelen wordt vicevoorzitter in 1931. Het is het eerste nationaal park in Afrika en heet vandaag het Virungapark, gekend om zijn gorilla’s.
Van Straelen stelt aan koning Albert I ook de oprichting in Congo voor van een instituut voor de landbouwstudie, het INEAC of NILCO dat in 1933 ontstaat. Daar richt Van Straelen zich vooral op de afdelingen pedologie, hydrobiologie (vissen) en klimatologie van drie onderzoeksstations. In 1932 vergezelt hij koning Albert I op een reis in verband met de natuurbescherming in het uitgestrekte gebied in Oost-Congo vanaf de vulkanen bij het Kivumeer, langs het Edwardmeer, de Ruwenzori tot het tropisch regenwoud langs de Midden-Semliki. Als gevolg van die reis wordt in 1934 het Nationaal Albertpark met dat gebied uitgebreid, het eerste natuurreservaat in Congo. Van Straelen is gedurende 30 jaar voorzitter van het lnstituut der Nationale Parken van Congo en hij zorgt in die periode voor de verdere ontwikkeling van andere nationale parken (Kagera, Upemba, Garamba, Salonga). Hierdoor is hij een van de promotors van de grootste verwezenlijking inzake natuurbescherming in het hart van het Afrikaanse vasteland. Zijn dynamisch beleid, als voorzitter van het Instituut der Nationale Parken van Congo en van de Stichting ter bevordering van de Wetenschappelijke Studie der Nationale Parken van Congo, heeft deze instellingen internationaal befaamd gemaakt en tot ongewone bloei gebracht.
Darwin Stichting voor de Galapagoseilanden
Na WO II treedt Van Straelen op de voorgrond als promotor van wereldwijde natuurbescherming. Hij wordt medewerker van het eerste uur van het UNESCO Departement Exacte en Natuurwetenschappen, dat vanaf 1948 maatregelen wil nemen voor de natuurbescherming. Het richt daarvoor de Union Internationale pour la Protection de la Nature op. Van Straelens veelomvattende verantwoordelijkheden en steeds groter wordende verbondenheid met de internationale middens voor natuurbescherming, waaronder het voorzitterschap van de International Union for the Conservation of Nature (1954), culmineren in het voorzitterschap van de te Brussel opgerichte Darwin Stichting voor de Galapagoseilanden (1959).
Een gezonde politiek van natuurbescherming en -behoud en een intensieve studie van het natuurlijk milieu van de Galapagoseilanden worden in soms moeilijke omstandigheden in een tijdspanne van amper vijf jaar (1959-1964) onder zijn impuls tot tastbare werkelijkheid. Tijdens zijn eerste reis naar de archipel in september 1961 geeft voorzitter Van Straelen zich rekenschap de visu van de eerste bouwfase van het Charles Darwin Onderzoekingsstation. In 1962 ondernemen de Gentse onderzoekers Jacques Laruelle, Paul De Paepe en Georges Stoops een geopedologische expeditie naar de eilandengroep, de eerste en enige tot op vandaag. Van Straelens tweede reis naar de Galapagoseilanden in het voorjaar van 1964 brengt hem een dubbele bekroning: de officiële inwijding van genoemd station op het eiland Santa Cruz (21 januari 1964) en de ondertekening van het akkoord tussen de Ecuadoriaanse regering en de Darwin Stichting te Quito (14 februari 1964). Hij overlijdt schielijk in zijn woning te Brussel, amper twee weken na zijn terugkeer uit de Ecuadoriaanse hoofdstad.
Encyclopedist en organisator
Van Straelen werd sterk beïnvloed door drie van zijn meesters: de botanicus Jean Massart, die van hem een volmaakte naturalist maakte; de geoloog Maurice Leriche, die hem de mogelijkheden van de geologische prospectie deed inzien; en de paleontoloog Louis Dollo, die de studie van de fossielen in een algemeen perspectief wist te plaatsen. Zijn natuurhistorisch perspectief en zijn oorspronkelijke opleiding tot scheikundige, die zijn overgang naar de mineralogie vergemakkelijkte, zijn studies geologie en zijn pionierswerk voor de bodemkunde hebben ongetwijfeld bijgedragen tot zijn geslaagde inzet voor het natuurbehoud. Van Straelen beschikt over een scherpe waarnemingsgeest, een uitzonderlijk geheugen en een grote kennis, onder meer opgedaan tijdens zijn talrijke reizen. Zijn competentie in talrijke disciplines maakt van Victor Van Straelen een der laatste encyclopedisten. Bovendien kan hij bogen op een brede humanistische cultuur en een niet te onderschatten organisatietalent.
Dit laatste bewijst hij voorbeeld met het opzetten van de Hydrobiologische Exploratie van het Tanganyika-meer (1946) en de exploratie van de Afrikaanse kustwateren van de Atlantische Oceaan (1948), waarvoor hij in amper drie maand tijd voor een onderzoeksschip zorgde, compleet met bemanning en uitrusting. Door zijn groot talent op alle gebied en zijn contacten met de hoogste wetenschappelijke, politieke en zakelijke autoriteiten en met het koninklijke hof, kan hij veel van zijn ideeën verwezenlijken. Helaas wordt hij na de dood van zijn enige dochter, de onafhankelijkheid van Belgisch Congo, zijn vertrek uit het KBIN en de ontbinding van meerdere door hem gestichte centra soms ontgoocheld. Hij schenkt aanzienlijke geldbedragen eerder aan Franse organisaties zoals de Société géologique de France dan aan Belgische. Maar hij herhaalt ook vergoelijkend: ‘Ik beklaag mij niets. lk heb mij hier geamuseerd als een god op de Olympus.’
Medailles en prijzen
Victor Van Straelen is voorzitter van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO) en vertegenwoordigt België bij de UNESCO. Hij wordt lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België in 1937 en voorzitter van de Klasse der Wetenschappen van dezelfde academie in 1950, naast verantwoordelijke bestuursfuncties in tientallen wetenschappelijke verenigingen en instellingen.
Van Straelens belangrijke wetenschappelijke bijdrage wordt erkend met een hele reeks nationale en internationale bekroningen, waaronder de gouden medaille van de Société Nationale d'Acclimatisation de France, de zilveren medaille Darwin-Wallace van de Linnean Society, de medaille ARAGO van het lnstitut de France en de hoge onderscheiding Comendador Al Merito van Ecuador. Hij krijgt tevens een eredoctoraat van de universiteit van Caen. Van Straelen was bovendien oorlogsvrijwilliger (onderluitenant van de genie als geoloog) tijdens de Eerste Wereldoorlog. Voor zijn activiteiten in het Geheim Leger tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Van Straelen geciteerd op de dagorde van 1 januari 1945.
Achilles Gautier en Jacques Verniers
Vakgroep Geologie UGent
16 juni 2017
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Gautier, Achilles en Jacques Verniers. “Van Straelen, Victor (1889-1964).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 05.10.2022. www.ugentmemorie.be/personen/van-straelen-victor-1889-1964.
Bibliografie
Walschot, Leopold.“Professoren belast met het onderwijs in de geologie en de bodemkunde aan het Geologisch Instituut – Universiteit Gent tot aan de hervorming in 1992.” Natuurwetenschappelijk Tijdschrift 78 (1998): 283-335.
Gunst, Brecht. "Het institut national pour l'etude agronomique du Congo belge. De integratie van de Congolese peasant in het kapitalistische wereld-systeem." UGent, Masterproef, 2012.