1916 HOU ende TROU
Gentsch Studenten Corps: de studentenorganisatie van de Vlaamse Hogeschool
Kort na de opening van de Vlaamse Hogeschool 24 oktober 1916, gaan de studenten over tot de oprichting van hun eigen studentenvereniging. De oud-studenten van de Leuvense universiteit komen als eerste samen en pleiten voor een Algemeen Vlaams Studentenverbond als overkoepeling van streekclubs en gouwgilden. Ze krijgen concurrentie van een tweede groep die van mening is dat een nieuwe universiteit een nieuwe, Nederlandse identiteit dient te krijgen, gericht op de Nederlandse studentencorpora en de faculteiten. Een klein gezelschap van voornamelijk flamingante studenten en politieke dissidenten onder leiding van de pro-Duitse dominee Domela Nieuwenhuis Nyegaard geeft enkele dagen na de opening vorm aan de nieuwe koepelorganisatie: het Gentsch Studentencorps "HOU ende TROU".
De leiders van dit nieuwe corps zijn geen onbekenden in de studentenwereld. Voormannen als Arthur Mulier hebben reeds hun sporen verdiend in de Leuvense gildes, anderen, zoals Robert Van Genechten uit Antwerpen of Frans Mariman uit St. Niklaas, zijn bekende politieke activisten.
Eenheid brengen
Via de Vlaamse Hogeschool dient een nieuwe Vlaamse elite geschapen te worden die eendrachtig de Vlaamse Beweging kan sturen. Een organisatiestructuur op Nederlandse leest geschoeid, moet het vooroorlogse particularisme aan de universiteit te overwinnen, door niet in te zetten op de afkomst of interesse van de studenten, maar op hun studiekeuze. Het corps laat ruimte voor thema- en deelclubs, maar zal finaal geleid worden door een Senaat van faculteitsvoorzitters met bijkomende steun van professoren. Geo Van Tichelen, een van de oprichters, verwoordt het als volgt: "In plaats van de vroegere katholieke of liberale kringen, moest thans een hoogere vorm van samenwerking gevonden worden. Het studentenleven diende een nieuw uitzicht te verkrijgen en naar nieuwe opvattingen te worden ingericht. Er was slechts één standpunt mogelijk: ons vereenigingsleven te doen beantwoorden aan den socialen rol die de Universiteit was toegedacht. De huidige studentengeneratie moeste opgevoed worden tot een leidende stand, gewoon aan samenwerking, verbonden door eenzelfde ideaal."
Blik op Nederland
De aantrekkingskracht voor de Nederlandse manier van aanpak past ook in een meer algemene groot-Nederlandse traditie van de studenten. Sinds 1910 werden met bijna jaarlijkse regelmaat grote studentencongressen georganiseerd omtrent de Nederlandse taal en cultuur, wat op grote belangstelling kon rekenen uit Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika. De Vlaamse studenten voelen zich sterk verbonden met hun Nederlandse buren en beschouwen hun model dan ook als een geschikte 'eigen' oplossing voor het probleem van particularisme. Naast de Senaatsorganisatie uit deze Nederlandse gerichtheid zich ook in uiterlijke eigenschappen. De vooroorlogse Duitsaandoende petten en linten worden geruild voor zwartlaken baretten waar de faculteitskleuren op worden aangebracht.
Studentenhuis Uylenspiegel
Belangrijk is ook de behoefte aan een ankerpunt voor activiteiten en vergaderingen: een eigen studentenhuis, ofte "sociëteit." Aanvankelijk huurt Hou ende Trou zaal "Koningshof" op de Kouter maar na een geschil met de Duitse overheid en de eigenaar belandt het corps eind 1917 op straat. Midden 1918 betrekt het met veel feestgedruis herenhuis Veyrac in de Sint-Pietersnieuwstraat, omgedoopt tot studentenhuis "Uylenspiegel". Enkele maanden later moet de sociëteit samen met de Vlaamse Hogeschool de deuren sluiten. Het huis zal eigendom blijven van de universiteit en herbergt achtereenvolgens het Stomatologisch Instituut en het Universitair Centrum voor Taalonderwijs.
Invloed van de ex-Gandavenses: een nieuw Gents Studentencorps
De oorlogsomstandigheden politiseren het corps sterk en leiden tot interne spanningen. Ondanks de toenemende politieke en militaire onrust blijven het corps en haar structuur overeind. Ook na het einde van de oorlog en de repressie van professoren en studenten blijft een netwerk van "ex-Gandavenses" actief in de Vlaamse Beweging en studentenmiddens. Ook het streven naar een algemene Vlaamse studentenkoepel zal blijven begeesteren.
Met steun van de oud-studenten van de Vlaamse Hogeschool wordt in 1933 een nieuw "Gentsch Studentencorps" opgericht dat tracht het Nederlandse karakter van de universiteit in de verf te zetten en de eenheid tussen de verschillende politieke strekkingen te bevorderen. Tijdens de stichtingsvergadering van het nieuwe Gents Studentcorps op 26 oktober 1933 speecht verloskundige en radicaal flamingant Frans Daels. De link van de vereniging met HOU ende TROU is expliciet, zo heet het tijdschrift eveneens Aula.
Michiel Vantongerloo
Master Geschiedenis
23 oktober 2016
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Vantongerloo, Michiel. "1916. HOU ende TROU." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 23.10.2016. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1916-hou-ende-trou.
Bibliografie
Daels, Frans. Acht voordrachten voor onze studenten. Leuven: Blauwvoet, 1935.
Jaarboek van het Gentsch Studentencorps "Hou ende Trou - Afdruk uit den Gentschen Studentenalmanak voor het jaar 1918. Gent: Mercurius, 1918.
Moens, O. Wies Moens: de Mémoires. Antwerpen: Kritak, 1996.
Vanacker, Daniël. Het Activistisch Avontuur. Gent:Academia Press, 2006.
Vantongerloo, Michiel. “ "Pro Flandria Servanda". Het Gentsch Studenten Corps 'HOU ende TROU' (1916-1918) en het Gentsch Studenten Corps (1933-1940) in vergelijkend perspectief.” Masterproef, Universiteit Gent, 2015.