Vlaamse Hogeschool in cijfers

Ga met je cursor over de grafieken voor de namen van de professoren; bekijk de grafiek full screen.

 

Een universiteit in dezelfde gebouwen maar met andere mensen

Hoewel de Vlaamse Hogeschool in 1916 haar deuren opent in de gebouwen van de Université de Gand, is zij in de feiten een andere instelling. Slechts zes van de honderd vooroorlogse professoren willen les geven aan de collaborerende hogeschool en bijna niemand van de 1.315 studenten schrijft zich in. Het nieuwe zestigkoppige professorenkorps is relatief jong en onervaren. De meesten zijn pas afgestudeerd en een derde komt uit het buitenland, hoofdzakelijk Nederland. De Vlaamse Hogeschool is met haar 407 studenten in 1917/18 een stuk kleiner dan de vooroorlogse Franstalige universiteit. Net als de professoren kenmerken de studenten zich door hun jonge leeftijd. Ze zijn voornamelijk afkomstig uit de omgeving van Gent.

De Vlaamse Hogeschool heeft een kleinburgerlijk karakter

De nieuwe professoren van de Vlaamse Hogeschool hebben een opmerkelijk profiel. De helft is afkomstig uit een onderwijzersnest (12) of een middenstandsgezin (16). Dat kunnen we voor vijftig van de zestig professoren afleiden uit het beroep van de vader dat is genoteerd op hun geboorteakte. Dit kleinburgerlijk profiel bevestigt dat van de aanhangers van het activisme, dat deel van de Vlaamse Beweging dat via collaboratie met de Duitse bezetter Vlaamse eisen wil verwezenlijken zoals de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Het profiel valt te verklaren omdat deze bevolkingsgroepen enerzijds economisch het meest te winnen hebben bij het verwerpen van de oude, Franstalige elite en anderzijds omdat ze zich ook cultureel in de eerste plaats identificeren met Vlaanderen. Zonen uit landbouwers- (1) of arbeidersgezinnen (2) of uit elitaire beroepsgroepen (5) zijn er amper onder de professoren.

Een ontsnappingsroute voor dwangarbeid

Het eerste academiejaar 1916/17 trekt de Vlaamse Hogeschool 138 studenten aan, het jaar daarop zijn dat er 407. Die stijging vormt niet perse een indicatie van de stijgende populariteit van het activisme onder de bevolking. Een inschrijving is ook een middel om verplichte arbeid in Duitsland te vermijden. Het aantal inschrijvingen gaat sterk de hoogte in op het moment dat de middelbare scholen sluiten in november 1917. Ongeveer een derde van de studenten uit 1917-1918 zal een opeising ontlopen door zich in te schrijven als vrije student. Een fenomeen dat bevestigd wordt door de zeer lokale rekrutering: 325 van de in totaal 476 studenten, of 70% is afkomstig uit Oost-Vlaanderen en dan nog vooral uit de directe omgeving van Gent.

Letteren of Geneeskunde?

De Vlaamse Hogeschool opent met de vier vooroorlogse faculteiten en Technische Scholen en voegt er Scholen voor Landbouwwetenschappen en Handelswetenschappen aan toe. Zowel in het eerste als het tweede academiejaar van de Vlaamse Hogeschool kiest de meerderheid van de studenten voor studies aan de faculteit Wijsbegeerte en Letteren (38% en 32%). De studieprogramma’s zijn er uitgebreid en ook de voorbereidende kandidaturen van de opleiding Rechten worden er georganiseerd. Bovendien sluiten de filologische opleidingen aan bij de culturele hangijzers van de Vlaamse Beweging. De faculteit Wiskunde en Natuurkunde is ook zeer populair met respectievelijk 35 (25%) en 75 (18%) studenten wat verklaart kan worden omdat studenten hier het voorbereidende traject voor een medische studie moeten volgen. Omdat de Vlaamse Hogeschool al tijdens haar tweede academiejaar de deuren sluit, valt niet te zeggen welke afstudeerrichtingen uiteindelijk de voorkeur genoten. Het staat alleszins vast dat een deel van de studenten niet eens geïnteresseerd was in het diploma, maar dus wel in het vermijden van verplichte tewerkstelling of in het extra rantsoen.

Na de oorlog wordt afgerekend

Op 21 januari 1919 heropent de Franstalige universiteit. De vernederlandsing van het hoger onderwijs wordt volledig ongedaan gemaakt. Nagenoeg alle Vlaamse Hogeschoolprofessoren worden veroordeeld omwille van activisme maar de meesten zijn dan al gevlucht naar het buitenland en zullen pas terugkeren na de uitdovingswet van 1929. De studenten worden niet veroordeeld voor hun inschrijving, maar sommigen wel om de nevenactiviteiten die ze er op nahielden. De diploma’s die door de Vlaamse Hogeschool zijn uitgereikt, worden ongeldig verklaard en de studenten krijgen een verbod om aan een andere Belgische universiteit te studeren dat pas zal worden ingetrokken in 1922.
Hoewel de gerestaureerde universiteit haar best doet om de continuïteit met de vooroorlogse universiteit te onderstrepen, vormt de Eerste Wereldoorlog wel degelijk een belangrijk breukmoment voor de UGent. De universitaire gemeenschap betreurt gesneuvelde studenten en docenten en verschillende grootgewichten gaan, getekend en verouderd door de oorlog, op emeritaat. De universiteit verwelkomt 43 nieuwe professoren. Daarnaast houdt de universiteit aan de Vlaamse Hogeschool twee gebouwen over die onder Duits bewind waren verworven: het studentenhuis in de Sint-Pietersnieuwstraat en Hotel van Crombrugge op de hoek van de Voldersstraat en Korte Meer. Maar de belangrijkste erfenis aan de Eerste Wereldoorlog is allicht dat de kwestie van de vernederlandsing tijdelijk verbrand en onbespreekbaar is geworden.

Kristof Loockx en Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
14 maart 2016

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Loockx, Kristof en Fien Danniau. “De Vlaamse Hogeschool in cijfers.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 14.03.2016. www.ugentmemorie.be/artikel/vlaamse-hogeschool-in-cijfers

Methodologie en bronnen

De gegevens over de professoren van de Vlaamse Hogeschool zijn afkomstig uit www.UGentMemorialis.be. De data in verband met de studenten zijn gebaseerd op het scriptieonderzoek van Kristof Loockx, gepubliceerd als:
Loockx, Kristof. “Zonnige dromen bezielen de nieuwe jeugd: een prosopografie van de studentenpopulatie van de Vlaamse Hogeschool”. Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent 67 (2014) 199-229.

Literatuur

Deel deze pagina: