Van Acker, Kamiel (1914-2018)
Op 12 februari 2018 overlijdt historicus Kamiel Gerard van Acker. Op zijn doodsbrief prijkt centraal in het midden een tekening van de Boekentoren. Van 1941 tot 1979 is Van Acker werkzaam in de universiteitsbibliotheek, vanaf 1960 in de hoedanigheid van hoofdbibliothecaris. Parallel aan de universitaire expansie ontwikkelt de bibliotheek zich onder zijn bewind tot een centrale, dienstverlenende instelling ten behoeve van de gehele universitaire gemeenschap.
Leerling van Ganshof
De Gentenaar Van Acker vat in het begin van de jaren 1930 zijn studies geschiedenis aan. Aan de pas vernederlandste universiteit wordt hij de leerling van mediëvist Frans Ganshof, bij wie hij in 1937 tot licentiaat en in 1950 tot doctor promoveert. De juridische organisatie van het abdijwezen in het graafschap Vlaanderen vormt zijn promotie-onderwerp. De mediëvistiek zal hem blijven boeien. Als bibliothecaris wijdt hij studies aan de middeleeuwse bibliotheek van de Sint-Baafsabdij, met een bijzondere aandacht voor de vijftiende-eeuwse bibliofiele abt Raphaël de Mercatellis. Na zijn emeritaat – als hoofdbibliothecaris was hij ook professor – blijft hij tot op hoge leeftijd bijdragen leveren over middeleeuws Merelbeke, zijn heimat.
Boekentoren
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog belandt Van Acker, met steun van de geograaf Gaston Dept, als stagiair-bibliothecaris in de universiteitsbibliotheek. Hij maakt er de laatste maanden van de Ottogracht mee, de plek waar de bibliotheek sinds 1797 gevestigd was, en is getuige van de verhuis naar de Boekentoren. Over het gebouw van Henry van de Velde toont hij zich matig enthousiast. Als bibliothecaris ziet hij vooral de vaktechnische ‘fouten’, terwijl de esthetische zijde hem koud laat. ‘Wat heeft men aan een villa of een paleis als het doel was een spinnerij of een smederij te bouwen!’, schrijft hij in september 1963. Het ‘glazen kot’ rond de uitleenbalie en de groene Mewaf-meubelen, die nog tot in de jaren 2000 dienst zouden doen, vormen een erfenis van zijn ambtstermijn. De belvedère wordt getooid met een biljart, maar ontsierd door een liftcabine en een goedkope renovatie met witte isolatieplaten in 1971.
Hoofdbibliothecaris
In 1943 wordt Van Acker benoemd tot bibliothecaris. Tot 1954 is hij werkzaam op de afdeling aanwinsten en catalografie. In 1955 krijgt hij de leiding over de handschriftencollectie. Vanaf 1957 doceert hij het vak Algemene bibliografie en Bibliotheconomie aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte en in 1960 wordt hij tot hoofdbibliothecaris benoemd. Al die tijd is hij de poulain van René Apers, de oud-hoofdbibliothecaris die het bibliotheekleven van 1933 tot 1953 beheerste en met wie hij ook zijn Vlaamsgezinde overtuiging deelt.
Als hoofdbibliothecaris wordt Van Acker geconfronteerd met de uitdagingen van de universitaire expansie. Op onderzoeksvlak breekt de Big Science door, terwijl de aula’s volstromen als gevolg van de democratisering van het hoger onderwijs. In Gent verdrievoudigt het studentenaantal tussen 1958 en 1973 van 3783 tot 11.424 studenten. In dezelfde periode vergroot het gebouwencomplex van de universiteit spectaculair, met als blikvangers de Ledeganck, het Academisch Ziekenhuis, de Sterre, Merelbeke en de Proeftuinstraat.
Hoe moet de universiteitsbibliotheek, vanop de top van de Blandijnberg, in de literatuurverschaffing voorzien van dit uitdijende geheel?
Drie beleidslijnen zal Van Acker uitzetten: de oprichting van een netwerk van ‘buitenleeszalen’, de introductie van nieuwe ontsluitings- en attenderingstechnieken en schoorvoetende stappen op het vlak van ‘automatisering’.
Contactpunten
In confrontatie met de geschapen afstand tussen de Boekentoren en de nieuwe gebouwen van de jaren 1960 en 1970 komen Van Acker en zijn medewerkers tot een soort Copernicaans inzicht: het is de bibliotheek die naar de lezer moet trekken, en niet omgekeerd. Met de uitbouw van een netwerk van ‘buitenleeszalen’ wordt een decentrale optie gelicht. In 1962 wordt de eerste ‘buitendienst van de Centrale Bibliotheek’ aan het Academisch Ziekenhuis opgericht; in de volgende jaren volgen er aan de Sterre, in het Plateaugebouw, aan het Farmaceutisch Instituut, bij Diergeneeskunde en in de Ledeganck. Voor de Rechtenstudenten komt er een aparte leeszaal in de Boekentoren zelf.
De leeszalen beschikken op kleine schaal over alle faciliteiten van de Boekentoren en brengen de collectie in de nabijheid van hun belangrijkste doelgroep. Ze worden beschouwd als de ‘contactpunten’ tussen de bibliotheek en de universitaire instituten en als een ‘brug tussen universiteit en maatschappij’. In de jaren 1990 en 2000 zullen ze, in een complexe verhouding met de seminarie- en dienstbibliotheken, doorgroeien tot volwaardige faculteitsbibliotheken.
Zicht op de collectie
Het tijdvak voor Van Acker, van grosso modo de Eerste Wereldoorlog tot de jaren 1950, staat in het teken van het ontwerp, de bouw en afwerking van de Boekentoren en de verhuis van de bibliotheek. Van Acker kan die bladzijde omslaan. De focus verschuift naar de kernopdracht van de bibliotheek: de literatuurverschaffing aan de universitaire gemeenschap. Zelf omschrijft hij in 1965 de centrale bibliotheek als ‘een universitaire dienst die voornamelijk op dienstbetoon in verband met de recente wetenschappelijke literatuur ingesteld is’.
In deze afweging verschuift de aandacht voor de erfgoedcollectie, de handschriften en oude drukken, naar de achtergrond. Van Acker breidt daarentegen de werkzaamheden aan de centrale bibliotheekcatalogus uit, start een centrale tijdschriftencatalogus op, die in 1966 bijgewerkt is, en laat zijn team een hele reeks moderne inventarissen en catalogi aanleggen. Met dit nieuwe bibliografische apparaat komt er een nieuw zoeklicht op de universitaire collecties en groeit de Boekentoren uit tot een ‘documentatiecentrum voor de RUG’. Via een interne pendel kunnen de centrale collecties ook vanuit de buitenleeszalen bereikt worden.
Tegenover het onderzoek dat alsmaar internationaler verloopt, moet ook een goed ontsloten lokale boeken- en tijdschrifencollectie het afleggen. Zicht op en toegang tot andere collecties wordt daarom belangrijker. In 1972 stapt Van Acker in de Conferentie der Universitaire Hoofdbibliothecarissen die op landelijk niveau de interbibliothecaire samenwerking behartigt, terwijl hij met de Dissertation Abstracts International pioniert met de universele verspreiding van wetenschappelijke kennis via microfilmtechnologie.
Automatie
In 1971 neemt de automatisering van de universiteitsbibliotheek een aanvang. Met de aanschaf van ponsbandmachines en de aanstelling van een informaticus worden de eerste automatische verwerkingsprocessen in de uitleendienst opgestart. De nuchtere Van Acker is geen aanhanger van de Amerikaanse goeroes die al in de jaren 1960 het einde van de analoge bibliotheek voorspellen. ‘De computer zal nooit de katalogen vervangen’, meent hij in 1971. Toch heeft hij de vooruitgang ook niet in de weg gestaan. In 1978, ondanks de budgettaire crisis, wordt een IBM-terminal van het type wandkastformaat aangeschaft. Ze dient om in te bellen in verschillende internationale, discipline-georiënteerde bibliografische databanken en is de voorloper van de primaire en secundiare bronnen die later via cd-rom, online systemen en internet aangeboden zullen worden.
Afscheid
Bij zijn afscheid in 1979 schrijft Van Acker aan een vriend: ‘Indien ik iets wens nu ik over enkele maanden op rust ga, is dat de universiteit een opvolger aanduidt die dit teamwork voortzet. Er is nog veel te doen en er is een goede ploeg medewerkers.’ Zijn erfenis als universiteitsbibliothecaris is duurzaam geweest: de doorgedreven collectie-ontsluiting, de uitbouw van een gedecentraliseerd bibliotheeknetwerk en de opstart van de automatisering zijn pijlers waarop is verder gebouwd.
Ruben Mantels
Universiteitsbibliotheek Gent
17 mei 2018
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Mantels, Ruben. "Van Acker, Kamiel (1914-2018)". UGentMemorie. Laatst gewijzigd 17.05.2018. www.ugentmemorie.be/personen/van-acker-kamiel-1914-2018.
Bibliografie
Van Acker, Kamiel. De centrale bibliotheek: documentatiecentrum voor de RUG. Gent: RUG, 1972.
Van Acker, Kamiel. Feestbundel. Aangeboden door zijn medewerkers. Gent: RUG, 1979.
Defoort, Hendrik en Ruben Mantels. "De lange weg naar Björnshauge. De publieke diensten van de Gentse universiteitsbibliotheek, 1960-2017." In: Archief en bibliotheekwezen in België, LXXXVIII (2017): 75-87.
Mantels, Ruben. Torens van boeken. Universiteitsbibliotheek Gent, 1797-2020 (te verschijnen).