Ganshof, François (1895-1980)
Ganshof stamt uit de Gentse historische school van Henri Pirenne. Hij ontpopt zich tot een man van gewicht binnen het historische métier, zowel aan de Gentse universiteit als op internationaal vlak.
Curriculum Vitae
Ganshof wordt geboren in 1895 als oudste zoon in een welgesteld Brugs gezin. In 1913 gaat hij geschiedenis studeren aan de Gentse universiteit, waar hij vooral de lessen van Henri Pirenne volgt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vlucht de famillie Ganshof eerst naar Groot-Brittannië en later naar Parijs. François Ganshof biedt zich echter als vrijwilliger aan bij het Belgische leger. Hij wordt als cartograaf tewerkgesteld, waardoor hij toch zijn studies kan verderzetten. Gedurende deze periode is het vooral Ferdinand Lot, historicus gespecialiseerd in de Merovingische en Karolingische periode, die op Ganshof een sterke indruk nalaat.
Ganshof neemt na de Eerste Wereldoorlog deel aan de Vredesconferentie van Parijs, maar keert daarna terug naar de Gentse universiteit. In 1921 behaalt hij de titel van doctor in de Geschiedenis, het toenmalige equivalent van de later ingevoerde licentiaatstitel. Het jaar daarop behaalt hij tevens een doctoraat in de Rechten. Onder de vleugels van Pirenne wordt Ganshof aangesteld als assistent, vanaf 1929 wordt hij benoemd tot hoogleraar en in 1932 neemt hij als gewoon hoogleraar de facto de positie van Pirenne over.
Met uitzondering van de periode '40-'45 en een sabbatical in 1949 geeft Ganshof ononderbroken les tot 1961. Tijdens zijn emeritaat is hij gastprofessor in Berkeley en Chapel Hill. In 1980 sterft Ganshof in Brussel.
Verderzetting van de Pirenneschool
Hoewel Ganshof oorspronkelijk tegen de vernederlandsing van de Gentse Universiteit gekant is, verandert hij van standpunt op het einde van de jaren 1920. Op dit moment verlaat hij het tweetalig model waar vele van zijn collegae (waaronder Pirenne) op dat moment voor ijveren. Toch slaagt Ganshof er via zijn diplomatisch talent in om zich niet volledig te verwijderen van zijn Fransgezinde collega's. Wanneer Gent in 1930 bij wet vernederlandst wordt, is Ganshof een toonaangevende figuur binnen de Gentse historische school.
Ganshof vervangt Pirenne niet alleen binnen de Gentse universiteit, maar evengoed op het internationaal niveau. Hierbij wordt hij geholpen door zijn vloeiende kennis van het Frans, Nederlands, Duits en Engels. Een van de belangrijkste aandachtspunten in het interbellum is voor Ganshof dan ook het herstellen van de banden met Duitse historici: hij had een grote bewondering uitdroeg voor de Duitse mediëvistische studies. Hij verwerpt de idee dat nationale politieke standpunten verbonden dienen te worden aan internationale universitaire samenwerking. Sommige historici reageren hierop met enige twijfel aangaande de politieke bedoelingen van Ganshof.
Na 1945 trekt Ganshof zich terug van het internationale toneel om zich te focussen op zijn eigen onderzoek. Toch onderhoudt hij verschillende internationale contacten en ontvangt hij maar liefst 13 eredoctoraten van Franse en Britse universiteiten.
Ganshof, de mediëvist
Ganshof schrijft zijn doctoraatsscriptie over de ministeriales tijdens de hoge middeleeuwen. Het is een gedetailleerd werk over sociale geschiedenis dat geheel in de stijl van Pirenne is geschreven. Ganshof is bijzonder geboeid door de Karolingische periode. Hij focust zijn academisch onderzoek dan ook specifiek op dit kader. Het kenmerkt zijn stijl: hij wil zoveel mogelijk kennis en feiten bijeenbrengen uit een bepaalde, specifieke, periode, waarover hij een groot meesterschap verwerft.
Zijn bekendste werk is ongetwijfeld Qu’est-ce que la féodalité?, gepubliceerd in 1944. Het beschrijft de werking van de feodaliteit en is wereldwijd vertaald en verspreid. Toch is het werk oorspronkelijk bedoeld als een provocatie aan het adres van Marc Bloch: Ganshof ziet de systematische juridische interpretatie van feodale relaties als een noodzakelijk element binnen de studie naar het feodalisme. Zijn these omtrent de middeleeuwe horigheid, die zou steunen op elementen uit de Romeinse tijd, wordt verder uitgewerkt door zijn leerling Adriaan Verhulst, maar zal sterk bekritiseerd worden.
Het meest omvattende thema binnen de werken van Ganshof is de Karolingische monarchie. Ganshof bestudeert voornamelijk capitularia en het leven van Karel de Grote. Doorheen deze werken benadrukt Ganshof steeds het precaire karakter van de Karolingische maatschappij, de continue staat van crisis, de administratieve inefficiëntie en het pragmatisme van Karel de Grote. Zijn grote (blijvende) verdienste hierbij is het verwerpen van de nationalistische geschiedenissen die gestoeld zijn op het verband tussen de natiestaat en het Karolingische rijk.
Traditionalist
Ganshof staat bekend om zijn positivistische manier van denken over geschiedenis. Hij blijft grotendeels blind voor de vele nieuwe trends die zich binnen de historiografie ontwikkelen. Het is dan ook om die reden dat hij steeds vaker wordt gezien als een traditionalist, een klassieke historicus en niet als een innovator.
Henning Trüper
Technische Universität Berlin, Institut für Philosophie
5 november 2013
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Henning, Trüper. "Ganshof, François (1895-1980)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 10.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/ganshof-francois-1895-1980
Bibliografie
Heirbaut, Dirk en Aniceto Masferrer. "François Louis Ganshof." In Rewriting the Middle Ages in the Twentieth Century, uitgegeven door Jaume Aurell and Francisco Crosas, 223-41. Turnhout: Brepols, 2005.
Lyon, Bryce. "François Louis Ganshof: Medieval Historian and Friend." Bulletin de la Commission royale d’Histoire —Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 173 (2007): 5–14.
Van Caenegem, Raoul. "F.L. Ganshof: persoonlijke herinneringen." Tijdschrift voor Geschiedenis, 119 (2006): 516–19.
Van Caenegem, Raoul. "Ganshof, François Louis." In Nationaal Biografisch Woordenboek XII: 263-73. Brussel: Paleis der academiën,1964.
Van Caenegem, Raoul. "Professor Ganshof herdacht." Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, NS, 60 (2006): 21–30.
Verhulst, Adriaan. "François Louis Ganshof." In Nouvelle Biographie Nationale V: 171–4. Brussel: Paleis der academiën, 1988.