Storme, Jules (1887-1955)

Tijdens Wereldoorlog I weigerde Jules Storme als germanist en jurist te participeren aan de collaborerende Vlaamsche Hogeschool en tijdens de Tweede Wereldoorlog onderhandelde hij als waarnemend burgemeester de overgave van de stad Gent. Het sociaal overleg tussen werkgevers en werknemers dat hij als academicus al in het interbellum bepleitte zou na Wereldoorlog II het model voor de sociale vrede in België worden. Storme was als politicus bovendien betrokken bij de vormgeving van dit naoorlogse sociaal overleg.

Christoffel Plantijn 

Jules Jacob Storme volgt middelbaar onderwijs aan het Sint-Lievencollege in Gent. In 1910 promoveert hij aan de Gentse universiteit tot doctor in de letteren en wijsbegeerte (groep Germaanse filologie). Hij promoveert bij Willem De Vreese met een proefschrift over de Thesaurus Teutonicus, een woordenboek uitgegeven door Christoffel Plantijn, Stormes proefschrift wordt bekroond in 1912 door de Koninklijke Academie voor Taal en Letterkunde te Gent. Hij studeert voorts aan de universiteiten van Leiden, Parijs, Oxford, Jena en Berlijn.

Advocaat maar geen professor tijdens de Eerste Wereldoorlog

Nadien studeert Storme rechtsgeleerdheid. Hoewel de universiteit haar deuren sluit in 1914, is de Rechtsfaculteit zo weldadig om in 1915 een speciale examenzittijd te organiseren, zodat Storme in oorlogstijd doctor in de rechten kan worden. Nog in 1915 legt hij zijn eed af aan de Balie te Gent en vestigt zich meteen als advocaat.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vraagt Rob Van Genechten hem in 1915 om professor te worden aan de Nederlandstalige von Bissing-universiteit, opgericht door de Duitse bezetter. Storme weigert.

Rijkslandbouwhogeschool, Handelsschool en Rechtsfaculteit

Storme verwerft aan het begin van zijn carrière bekendheid met de publicatie Maatschappelijke Vrede en Economische Wederopbloei (1919), waarin hij nauwere samenwerking tussen werkgevers en werknemers bepleit als middel om de sociale vrede te bevorderen. Eveneens in 1919 wordt Storme docent aan de Rijkslandbouwhogeschool in Gent, waar hij de cursussen Algemene inleiding tot het recht, Boswetgeving en Staathuishoudkunde geeft. Vijf jaar later mag hij deze laatste cursus ook geven als docent in de Bijzondere Handelsschool van de faculteit Rechten aan de universiteit in Gent. Daarbij voegt hij in 1925 de cursus Voorbereidende oefeningen tot het opstellen van een verslag over de economische toestand van een land. Vanaf 1933 doceert hij de cursussen Staathuishoudkunde en Sociale Wetgeving aan de faculteit Rechten. In 1935 wordt hij buitengewoon hoogleraar en drie jaar later gewoon hoogleraar. Intussen breidt hij zijn pakket cursussen verder uit. In het academiejaar 1946-1947 is hij decaan van de rechtsfaculteit. In 1955 werd hij verkozen tot secretaris van de Academieraad.

Politiek engagement

Storme is ook politiek actief, voor de Katholieke Partij en later de Christelijke Volkspartij. Van 1921 tot 1940 en opnieuw vanaf 1952 is hij gemeenteraadslid in Gent. Van 1934 tot 1943 is hij schepen en van 1940 tot 1941 zelfs waarnemend burgemeester van de stad. In mei 1940 gaat hij naar de Keizerpoort onderhandelen met het Duitse leger en kan hij door de overgave van de stad beletten dat de stad beschoten wordt. In juni 1943 vernielen Vlaams-nationalistische Oostfrontstrijders het hele meubilair van de woning Coupure 1.

Voorts wordt hij in 1936 voorzitter van het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond. Dat gebeurt in een turbulente periode, waarbij de middenstand in crisis is en onder meer via een rexistische proteststem haar ongenoegen uit. Storme probeert hierop antwoorden te formuleren. Daarnaast vervult hij ook functies in de Commissie van het nationaal inkomen (1946-1952), de Commissie voor de herziening van de wet op het arbeidscontract (1948) en de Hoge Raad voor de middenstand (1948).

In 1954 ontvangt Storme het hoogste pauselijke ereteken Pro Eeclesia et Pontifice voor bewezen diensten aan de Rooms Katholieke Kerk.

Familie Storme

De familie Storme blijft een van de voornaamste katholieke families van Gent. De zoon van Jules Storme, Marcel Storme (1930), treedt in de voetsporen van zijn vader: ook hij wordt hoogleraar aan de Gentse Rechtsfaculteit en is politiek actief bij de CVP waarvoor hij van 1977 tot 1981 gecoöpteerd senator is. Emeritus Marcel Storme woont nog altijd in het familiehuis van de Stormes op de Coupure. Dit woonhuis werd gebouwd door architect Hendrik Beyaert om de woonst te worden van kunstschilder Albert Baertsoen. Kleinzoon Matthias Storme (1959) is hoogleraar aan faculteit Rechten van de K.U.Leuven.

Petra Gunst
Licentiaat Geschiedenis
16 augustus 2010

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Gunst, Petra. "Storme, Jules (1887-1955)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 19.10.2016. www.ugentmemorie.be/personen/storme-jules-1887-1955.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Bonte, Maud, et al. De Coupure in Gent: scheiding en verbinding. Gent: Academia Press, 2010.

Demuynck, H. "Processen van machtsbehoud op het micro-politieke vlak: gemeenteraadsverkiezingen en gemeentebeleid te Gent 1945-1976." Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1985.

Heyrman, Peter. Middenstandsbeweging en beleid in België 1918-1940 : Tussen vrijheid en regulering. Leuven: Universitaire pers, 1998.

Storme, M. Een kantoor de longue durée (1915-2015). Gent: 2016.

Deel deze pagina: