Faculteit Rechtsgeleerdheid in cijfers

Glijd met je cursor over de grafiek voor de specifieke aantallen; je kunt jaartallen, periodes of variabelen selecteren, sorteren of apart weergeven door je muis ingeklikt te houden en te slepen; bekijk de grafiek full screen.

 

De Belgische onafhankelijkheid kost de faculteit 80% van haar studenten

De faculteit Rechtsgeleerdheid (RE) is in 1817 één van de vier faculteiten van de nieuwe universiteit. Ze is onmiddellijk populair: een diploma garandeert een ticket tot de nieuwe ambtenarij en magistratuur in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Dat de politieke strubbelingen en onzekerheid tussen 1830 en 1835 de studentenpopulatie met 40% doet inkrimpen is niet zo verwonderlijk. Maar dat de studentenpopulatie van 92 studenten in 1835 naar 32 studenten in 1841 terugvalt, is problematischer. Schuldige is het nieuwe Belgische systeem van centrale examenjury’s gecombineerd met erg theoretisch onderwijs aan de faculteit. Wie een diploma wil behalen moet voor alle vakken tegelijk examen afleggen voor een centrale jury in Brussel. Maar waarom zou iemand inschrijvingsgeld betalen voor cursussen die slechts bestaan uit het declareren van een handboek? Of waarom zou iemand een facultatieve cursus volgen waar niet eens een centraal examen over kan worden afgelegd? De facto hebben sommige professoren geen studenten. Geleidelijk aan verhelpen de wetten van 1849, 1857 en 1865 het lessenverzuim en stijgt het aantal inschrijvingen opnieuw. Op de definitieve invoering van praktisch onderwijs met oefeningen zal de RE als laatste van de faculteiten moeten wachten tot 1929.

De bisschoppelijke banvloek kost de faculteit 50% van haar studenten

De rechtsfaculteit wordt in 1856 meegezogen in een grimmige episode Belgische partijpolitiek. De onafhankelijkheidsroes ver achter zich, staan katholieke en liberale partijen lijnrecht tegenover elkaar. De kerk houdt de pluralistische rijksuniversiteit en vooral de faculteit Rechtsgeleerdheid met haar antiklerikale en liberale reputatie, nauwlettend in de gaten. Als katholieke studenten professor Hubert Brasseur betichten van godsverloochening in het vak natuurrecht, gaan de poppen tot in het parlement aan het dansen. Brasseur wordt vrijgesproken door de universiteit en de minister, maar de katholieke partijen grijpen het incident aan voor een grootschalige beschadigingscampagne tegen de rijksuniversiteit. Dieptepunt is het herderlijk schrijven van de Gentse bisschop Delebecque waarin hij ouders verbiedt hun zonen naar de UGent te sturen. Met effect. Katholieke studenten sporen voorbij Gent richting Leuven. De Rechtsfaculteit ziet haar studentenaantal tussen 1855 en 1859 van 123 dalen naar 67. Het zal twintig jaar duren voor de faculteit zich van de banvloek herstelt.

Late vervrouwelijking

De rechtsfaculteit en bij uitbreiding de juridische wereld staan omwille van hun conservatieve reflex niet bepaald bekend als de meest vrouwvriendelijke omgevingen. Vrouwen doen in vergelijking met de rest van de UGent maar laat hun intrede in de faculteit. Madeleine Schauwvliege schrijft zich in 1912 als eerste in en kan met haar diploma op zak meteen een zaak maken van de onbestaande beroepsmogelijkheden voor vrouwelijke juristes: vrouwen zullen pas in 1922 toegang krijgen tot de balie (met opnieuw Schauwvliege als pionier), in 1948 tot de magistratuur en in 1950 tot het notariaat. Dat de faculteit tijdens het interbellum toch wat vrouwen telt, is hoofdzakelijk te danken aan de inschrijvingen aan de handelsschool.

Gemeenschappelijke kandidaturen met de L&W

1930 is niet alleen het jaar van de vernederlandsing van de UGent, maar ook het jaar waarin aan alle faculteiten inhoudelijke en methodologische programmahervormingen plaatsvinden. Tegen de wil van Gent in, wordt bij wet een gemeenschappelijke kandidatuur met de Letteren & Wijsbegeerte geïntroduceerd en worden de daaropvolgende doctoraatsjaren in de rechten verlengd van twee naar drie. De gemeenschappelijke kandidatuur moet juristen, die naar verluid sleutelposities in het overheidsbestel bekleden, een brede algemene vorming bieden. Op het studentenaantal heeft de introductie amper gevolgen: de daling wordt gecompenseerd door de gunstige weerslag van de vernederlandsing. Het effect van de afschaffing van de gemeenschappelijke kandidatuur in 1968-1969, nog zo’n magisch universiteitsjaar, is wél spectaculair: 500 kandidatuurstudenten verhuizen van de L&W naar de rechtsfaculteit. Voortaan krijgen rechtsstudenten ook in hun kandidatuursjaren inleidende rechtsvakken en verdwijnen vooral historische vakken uit het curriculum. Die ingreep moet het hoge faalpercentage in de tweede cyclus verhelpen. Die tweede cyclus duurt voortaan drie jaar en heet nu ook aan de rechtsfaculteit licentiaat in plaats van doctoraat.

Twee scheidingen en een hereniging

Moet de faculteit een algemene rechtsopleiding organiseren gebaseerd op de ‘beginselen’ van het recht of zich via nieuwe vakken aanpassen aan de veranderende maatschappij? In eerste instantie verkiest de faculteit utilitaire vakken te isoleren in een aparte Handelsschool (1906). Hoewel de droom al bestaat sinds 1930, kan de school pas in 1969 verzelfstandigen tot de faculteit Economische Wetenschappen. Daarmee verliest de rechtsfaculteit een vierde van haar studentenpopulatie. De School voor Criminologie (1939) blijft verhoudingsgewijs veel kleiner en zal niet verzelfstandigen maar bij universiteitsdecreet van 1991 opnieuw integreren in de faculteit. De duidelijke val in het studentenaantal van 3098 in 1991 naar 2075 in 1992 is het gevolg van de boedelscheiding van de politieke en sociale wetenschappen. Naar het voorbeeld van andere universiteiten krijgt ook Gent een faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. Beide faculteiten zien hun studentenaantal tijdens de 2de massificatieperiode van de jaren 1990 en 2000 met nog eens 1500 studenten vermeerderen.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
6 maart 2016

Hoe verwijs je naar dit artikel? 
Danniau, Fien. "Faculteit Rechtsgeleerdheid in cijfers." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 18.08.2017. www.ugentmemorie.be/artikel/faculteit-rechtsgeleerdheid-in-cijfers

Methodologie

De grafieken tonen voltijdse, unieke studenten in eerste, tweede en derde opleidingscyclus.
In de faculteit Rechtsgeleerdheid (1817/18-2016/17) zijn begrepen:

  • Faculteit Rechtsgeleerdheid (1817-2017)
  • Hogere School voor Handels- en Economische Wetenschappen (HSHEW) (1907-1967), daarna verzelfstandigd tot faculteit
  • School voor Criminologie (1938-1991)
  • Interfacultair Studie en Vormingscentrum voor Ontwikkelingssamenwerking (ISVO)(1967-1985/6)

Bibliografie

Van der Meersch Anne-Marie. De eerste generatie meisjesstudenten aan de Rijksuniversiteit te Gent (1882/1883 tot 1929/1930). Gent: RUG, 1982. (Uit het verleden van de RUG 13)
Vandenbilcke Annick. Meisjesstudenten aan de Rijksuniversiteit Gent (1930/31-1945/46). Gent: RUG. Archief, 1987. (Uit het verleden van de RUG 24)
Vandersteene, Liesbeth. De geschiedenis van de rechtsfaculteit van de universiteit Gent. Van haar ontstaan tot aan de Tweede Wereldoorlog (1817-1940). Gent: Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde, 2009. (Verhandelingen deel 33)
De Visch, Lieven. Van WO tot BaMa. Een geschiedenis van de Gentse Rechtsfaculteit. Onuitgegeven studie faculteit Rechtsgeleerdheid, 2009.
Limpens, J. "Fakulteit der Rechtsgeleerdheid." in Gedenkboek van de Rijksuniversiteit te Gent na een kwarteeuw vervlaamsing (1930-31 - 1955-56), uitgegeven door Theo Luyckx, 157-211. Gent: RUG, 1957. 

Deel deze pagina: