Studentenmigratie in de 19de eeuw

‘De hervormde universiteit van Gent trekt de aandacht in België en van het buitenland (...) en neemt een eervolle plaats in tussen de Europese wetenschappelijke instellingen.’

Zo verkondigt rector Haus trots tijdens de openingsrede van het academiejaar 1866. Gent en België nemen inderdaad een vooraanstaande positie in als gastuniversiteit en -land voor de opkomende internationale studentenmigratie.

Ingenieursopleiding met internationale faam

Die koppositie verdient België in de eerste plaats met zijn industriële reputatie en de sterk uitgebouwde ingenieursopleidingen: bijna alle buitenlandse studenten die in de 19de eeuw en tijdens het interbellum in België studeren, doen dat aan de ingenieursfaculteiten van Gent en Luik. Leuven en Brussel die pas veel later ingenieursopleidingen mogen aanbieden hebben aanvankelijk dan ook minder succes bij de buitenlandse studenten. Als katholiek land met een vooruitstrevende liberale staatsinrichting en met politieke neutraliteit op het internationale toneel heeft België de faam rustig, goedkoop en modern te zijn. Bovendien is de voertaal van het goed gestructureerde onderwijssysteem het Frans, in de 19de eeuw de internationale cultuurtaal.

Een kwart van de studentenbevolking

Achtereenvolgens strijken vanaf de jaren 1850 Polen en Brazilianen, Russen, Roemenen, Grieken en Bulgaren neer in Gent. Het buitenlandse studentenkorps is in de tweede helft van de 19de eeuw gemiddeld goed voor een kwart van de totale Gentse studentenbevolking. De relaties zijn over het algemeen vriendschappelijk: buitenlanders komen voor op de ledenlijsten van sportverenigingen en studentenclubs. In 1872 rijkt een afvaardiging van de buitenlandse studenten een vaandel over aan het Algemeen Gents Studentenkorps als blijk van dankbaarheid en sympathie. Voor de gelegenheid brengt de universiteit een speciale medaille uit voor de buitenlandse studenten.

Spanningen

Maar reacties zijn niet onverdeeld positief. L’étudiant Catholique, de katholieke Gentse studenten, loopt in 1877 niet hoog op met de aanwezigheid van de buitenlandse studenten. Vooral de Latijns-Amerikaanse hebben de reputatie charlatans te zijn die je vooral in optochten en relletjes ziet in plaats van op de universiteitsbanken – een voorbarige uitspraak waar het blad zich voor zal verontschuldigen gezien er in 1877 slechts drie Latijns-Amerikanen overblijven in Gent. Hun aversie heeft onder meer te maken de sympathie van de buitenlandse studenten voor het liberale gedachtengoed. Het getouwtrek tussen liberalen en katholieken om de buitenlandse studenten neemt zelfs necrofiele trekken aan als bij hun overlijden onderhandeld wordt over wie het lichaam een begrafenis mag geven.

Buitenlandse studenten hebben bovengemiddeld veel kans om te sterven in Gent. Een kwestie van vreemde ziektes waartegen ze geen immuniteit hebben. Maar ook symptomatisch voor de vaak armoedige omstandigheden waarin ze leven. Daarvan getuigt ook de correspondentie van hun familie met het rectoraat over financiële moeilijkheden, de vraag naar een bijbaantje en het onderbreken van de studies. Het verklaart ook waarom sommige Gentenaars liever geen kwartieren aan buitenlandse studenten verhuren.

Buitenlandse studenten welkom?

De houding van de Belgen en de overheid ten opzichte van de buitenlandse studenten is ambigu: het aantrekken van studenten is een ware prestigeslag tussen de universiteiten, maar men maakt de buitenlanders wel duidelijk dat het niet de bedoeling is dat ze na hun studies blijven plakken. Dat zou immers de werkgelegenheid van de Belgische afgestudeerden bedreigen. Nu, de meeste buitenlanders hadden weinig ambitie om te blijven. Niet alleen had dat geen zin omdat de ingenieursposten voorbehouden waren voor Belgen, het verblijf in het liberale Gent stimuleerde een nationalistische houding en voor hoog opgeleiden was er in hun land van herkomst maar wat plaats.
(Fien Danniau)

 

Volgend artikel in dossier Being Abroad>>

 

 

 

Deel deze pagina: