Magnel, Gustave (1889-1955)

De straat tussen de Boekentoren en het ‘Plateaugebouw’ is naar hem vernoemd; sinds 1959 wordt om de vijf jaar een opmerkelijk bouwwerk in beton ter zijner ere bekroond met een Gouden Medaille; en in 2006 werd hij derde in de verkiezing van de Grootste Prof van de Universiteit Gent: Gustave Magnel behoort zonder twijfel tot één van de markantste persoonlijkheden van de UGent. De ondernemingsgeest en wetenschappelijke bevoegdheid die Magnel aan de dag legde in zijn activiteiten als ontwerper, onderzoeker en hoogleraar, worden internationaal erkend. 

Pionierswerk in beton

Met glans afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent in 1912 als Ingenieur der Burgerlijke Bouwkunde, verhuist Magnel tijdens de oorlog naar Engeland, waar hij praktijkervaring opdoet bij het bouwbedrijf D.G. Somerville & Co. Hij doet er onder andere onderzoek naar het bouwen van schepen in beton. In 1919 keert hij terug naar zijn alma mater als repetitor en werkleider van het Laboratorium voor Weerstand der Materialen. Vanaf dan staat nagenoeg heel zijn professionele loopbaan in het teken van één bouwmateriaal: beton. Vanuit de bekommernis dat de ingenieursopleiding te weinig inzet op gewapend beton (een materiaal dat sinds enkele decennia deel uitmaakte van de courante bouwpraktijk maar ook nood had aan een wetenschappelijke basis) richt hij in 1922 de eerste cursus over gewapend beton in België in: Pratique du calcul du béton armé. Eerst nog als vrije leergang, maar vanaf 1928 maakt de cursus deel uit van het verplichte programma. Het belang dat Magnel hecht aan de praktische inzetbaarheid van de universitaire cursussen wordt ook onderstreept in de excursies naar bouwwerven die hij organiseert voor zijn studenten.

Labo Magnel

Magnel ijvert intussen ook voor de oprichting van een gespecialiseerd labo, om het theoretisch onderwijs te ‘bevruchten’ met experimenteel onderzoek en om de interactie tussen universiteit en industrie te bevorderen. In 1926 is dit laboratorium voor gewapend beton een feit, eerst nog in het voormalige Flandria Palace hotel aan het Sint-Pietersstation onder de voogdij van de spoorwegmaatschappij en vanaf 1930 als universitair laboratorium. In 1937 wordt het labo fysiek ondergebracht in de onderste verdiepingen van het pas opgerichte Technicum in de Sint-Pietersnieuwstraat, een gebouw (in staal) dat Magnel samen met collega-professor Jean-Norbert Cloquet ontworpen had. In 1975 verhuist het Laboratorium Magnel voor Gewapend Beton (sinds 1955 de officiële naam als eerbetoon aan de overleden oprichter) naar de nieuwe universiteitscampus in Zwijnaarde, waar proeven op steeds grotere elementen ondernomen kunnen worden. Magnels labo is vanaf het begin een groot succes en kan rekenen op vele privé-opdrachten, ook uit het buitenland.   

Van gewapend beton naar spanbeton

In het felle debat over de vernederlandsing van de Gentse universiteit voor WO II neemt Magnel vooral een pragmatisch standpunt in: hij vindt het behouden van het Frans, zijn eigen moedertaal, nodig om de internationale uitstraling en aantrekkingskracht voor buitenlandse studenten van de universiteit in het algemeen en de Technische Scholen in het bijzonder te bewaren. Niettemin zal Magnel bij de vernederlandsing van de ingenieursopleiding in 1935 in het Nederlands beginnen lesgeven.  

Na de Tweede Wereldoorlog verwerft Magnel internationale bekendheid als protagonist van voorgespannen beton of spanbeton. Sinds 1937 had hij zich toegelegd op dit nieuwe materiaal, dat door het oordeelkundig aanbrengen en aanspannen van de wapening veel performanter is dan ‘gewoon’ gewapend beton. In samenwerking met het Brusselse bouwbedrijf Blaton ontwikkelt Magnel zijn eigen voorspansysteem ‘Blaton-Magnel’ of het zogeheten ‘sandwichsysteem’, dat gekenmerkt wordt door de paarsgewijze opspanning en verankering van de wapening. In 1948 publiceert Magnel een vierde deel in zijn reeks handboeken over de berekening van gewapend beton dat uitsluitend gewijd is aan spanbeton. Le béton précontraint wordt een internationaal gerenommeerd standaardwerk en wordt ook vertaald naar het Engels, Spaans en Russisch. Als productief schrijver en pedagoog maakt Magnel hiermee het idee, de theorie en de techniek van voorgespannen beton toegankelijk voor het beroepsveld. In 1951 brengt Magnel de wereld naar Gent, voor het Eerste Internationaal Congres voor Spanbeton.

'Betonboer'

Magnel zet zich niet alleen in voor de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis, maar streeft er ook naar om die kennis buiten de grenzen van de universiteit te brengen en de praktijk van bouwen in beton naar een hoger niveau te brengen. Zo is hij in 1923 de drijvende kracht achter de eerste uitgave van de voorschriften met betrekking tot bouwwerken met gewapend beton in België. In 1934 is hij ook mede-oprichter van het bureau Seco of het ‘Controlebureau voor de Veiligheid van het Bouwwezen’. Vandaag is het nog steeds een belangrijke actor in het bouwwezen als toezichtsorgaan voor de veiligheid op bouwwerven, zoals bijvoorbeeld bij de grote vernieuwing van het Gentse Sint-Pietersstation.

Magnel was als ingenieur ook betrokken bij enkele spraakmakende bouwwerken in gewapend beton en spanbeton. De Basiliek van Koekelberg, de Boekentoren in Gent, een fabriekshal voor de textielfabricant Union Cotonnière in Gent met een oppervlakte van maar liefst 35.000 m², de Walnut Lane Bridge in Philadelphia (de eerste brug in spanbeton in de Verenigde Staten!), de elegante spiraaltrap in de showroom van General Motors in Antwerpen, ... Tot de verbeelding spreekt ook een van de ontwerpen dat niet uitgevoerd werd: een 635 m hoge Toren der Televerbindingen. In het midden van de jaren 1950 stelt Magnel voor om deze toren te realiseren, als pièce de résistance van Expo 58 én als ultieme demonstratie van de mogelijkheden van spanbeton. Uiteindelijk zou er, na zijn overlijden, beslist worden om het Atomium te bouwen. De naam Magnel leeft vandaag, naast het gelijknamige labo, ook verder in de Gustaaf Magnelstraat aan het Plateaugebouw en in de Magnelvleugel van de faculteitsbibliotheek Letteren & Wijsbegeerte.

Stephanie Van de Voorde
Vakgroep Architectonische Ingenieurswetenschappen, Vrije Universiteit Brussel
3 augustus 2016

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Van de Voorde, Stephanie. “Magnel, Gustave (1899-1955).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 11.10.2016. www.ugentmemorie.be/personen/magnel-gustave-1889-1955-0

 

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be 

Billington, David P. “Belgium and the history of concrete structures.” In Liber Amicorum F.G. Riessauw, 29-34. Gent: Laboratorium Magnel voor gewapend beton, 1982.

Magnel, Gustave. Le béton précontraint (Pratique du Calcul du Béton Armé 4). Gent: Fecheyr, 1948.

Magnel, Gustave. Pratique du calcul du béton armé.  Gent: Van Rysselberghe & Rombaut, 1923.

Riessauw, Felix G. “Gustaaf Magnel (1889-1955).” In Liber Memorialis 1913-1960. Deel IV: Faculteit der Wetenschappen en Faculteit der Toegepaste Wetenschappen, uitgegeven door Theo Luykx, 364-371. Gent: Rectoraat Rijksuniversiteit Gent, 1960.

Taerwe, Luc. “Contributions of Gustave Magnel to the Development of Prestressed Concrete.” In Ned H. Burns Symposium on Historic Innovations in Prestressed Concrete, uitgegeven door Bruce W. Russell en Shawn P. Gross, 1-14. Farmington Hills (Michigan): American Concrete Institute, 2005.

Van de Voorde, Stephanie. “Bouwen in beton in België (1890-1975). Samenspel van kennis, experiment en innovatie.” PhD diss., Universiteit Gent, 2011.  

Type persoon: 
Deel deze pagina: 

Herinneringen

Met de oprichting van het veiligheidsbedrijf 'Bureau Securitas' in 1935 wilde Magnel een extreme overheidsinmenging zoals in Londen voorkomen

Je l’ai vécu à Londres où l’on ne peut pas construire un linteau de 2 mètres de portée sans soumettre des plans et calculs complets au London County Council. On ne peut pas non plus le bétonner sans qu’un District Surveyor soit venu contrôler les armatures. Le résultat de ce régime est bien simple: à Londres on ne fait quasi pas de béton armé.”

(Gustave Magnel in een persoonlijk notitieboekje in 1935, naar aanleiding van de oprichting van het 'Bureau Securitas')

uit: Magnels archief over Bureau Securitas (Universiteitsarchief, Gent, Archief Laboratorium Magnel, XXXIX, 277). 

(Met dank aan Jeroen Demaeght, bachelorstudent Geschiedenis UGent 2014-15) 

Oud-studenten bewonderen in 1986 nog altijd de lesgever en persoon Magnel

“Magnel, dat was nu eens een goeie professor, zie… dat was de beste professor die ik ooit gehad heb… die had communicatiewisseling met zijn studenten, hé… Die had zijn laboratorium zelf betaald, met zijn eigen inkomsten. Die pakte het helemaal anders aan. Dat vonden we toen buitengewoon. Iedereen zal daar een goeie herinnering aan bewaard hebben.”

(interview met oud-student van Magnel)

uit: 150 jaar ingenieursopleiding aan de Rijksuniversiteit Gent (1835-1985): De faculteit van de Toegepaste Wetenschappen (Gent: Goff, 1986), 285. 

(Met dank aan Jeroen Demaeght, bachelorstudent Geschiedenis UGent 2014-15)

 

Gustave Magnel vond in 1949, na de vernederlandsing van de Universiteit Gent, nog altijd dat kennis van het Frans wenselijk was voor studenten

“Laat ons niet vergeten dat onze studenten die in hun familiekring geen Frans spreken, de onschuldige slachtoffers zijn van de vervlaamsing der School. Zij kennen maar één taal, die geen wereldtaal is. Laat ons die toestand aanvaarden, vermits de meerderheid van het land het zo wenst, maar laat ons ook alles doen om die jongens te helpen Frans te kennen, zoniet is hun activiteit beperkt tot een zeer enge kring."

(Gustave Magnel in het maandblad van de ingenieursvereniging)

uit: Léon Chapeaux, “De jonge ingenieurs van Nederlandse vorming en de kennis van het Frans,” Maandelijks Bulletijn: Maandblad van de Algemene Vereniging der Ingenieurs uit de Bizondere Scholen te Gent (oktober 1949)

(met dank aan Jeroen Demaeght, bachelorstudent Geschiedenis UGent 2014-15)