1982 Samenwerking Can Tho University (Vietnam)

Meer dan zestig jaar nadat hydrobioloog Paul van Oye eerst in Nederlands-Indië de visserij en daarna in Belgisch-Congo de viskwekerij bestudeerde en uitbouwde, trok mariene bioloog Patrick Sorgeloos naar een door oorlogen verwoest Vietnam om er hetzelfde te doen. Vanaf de jaren 1980 hielp hij er de Can Tho University met het uitbouwen van de Vietnamese aquacultuur. De samenwerking met de UGent breidde doorheen de jaren uit naar andere domeinen en houdt tot op vandaag stand. De garnalen- en kweek zijn uitgegroeid tot een van de belangrijkste economische exportsectoren van Vietnam, met een mondiale koppositie voor de populaire gambagarnalen en de omstreden pangasiusfilet.  

Artemia Reference Center

Net na de Tweede Wereldoorlog raakt Vietnam verwikkeld in een onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk die het wint in 1954. Meteen daarna woedt reeds een nieuw conflict, een van de meest desastreuze conflicten van de Koude Oorlog: de Vietnamoorlog tussen het communistische noorden en het door de VS gesteunde zuiden. De communisten winnen en in 1976 ontstaat de socialistische republiek Vietnam. Een economische boycot door westerse landen, politieke chaos en een oorlog met buurland Cambodja storten het land in extreme armoede. Het is in deze context dat Patrick Sorgeloos van de Gentse faculteit Bio-ingenieurswetenschappen in 1982 naar Vietnam trekt in opdracht van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.

Patrick Sorgeloos voert op dat moment in Gent onderzoek naar de kweek van Artemia - kleine kreeftachtige organismen. Eind jaren 1970 zetten hij en zijn team kweekprojecten op in Brazilië en de Filippijnen. In 1978 ontstaat mede dankzij erkenning van de FAO het Artemia Reference Center (ARC). Dit centrum is heden onder de naam Laboratorium voor Aquacultuur en Artemia Reference Center deel van de vakgroep Dierlijke Productie en bevindt zich in Blok F van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Coupure, nadat het labo decennialang in de kelders van de Rozier gehuisvest was. Het ARC is aan het begin van de jaren 1980 nog een onderdeel van het Laboratorium voor Maricultuur. Dit labo zet het onderzoek naar artemia verder dat in 1970 begon aan het Laboratorium voor Oecologie der dieren, Zoögeografie en Natuurbehoud onder Jan Hublé. Tussen het eind van de jaren 1970 en 1996 leidt het ARC enkele honderden Europese, Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse studenten op middels workshops en zomercursussen. Sinds 1991 biedt het ARC met steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking de tweejarige interuniversitaire Engelstalige opleiding Master of Science in Aquaculture aan. 

Pekelkreeftjes en gambagarnalen

Sorgeloos exploreert in 1982 de meer dan 3.000 kilometer lange Vietnamese kustlijn op zoek naar mogelijke plaatsen om garnaal- en viskweekprojecten op te zetten. In de Mekongdelta in het zuidwesten van het land vindt hij wat hij zoekt. Het klimaat en water daar is erg geschikt voor de kweek van garnalen, schelpdieren en vis. Sorgeloos legt contacten met de Can Tho University (CTU), opgericht in 1966 en pal in het midden van het deltagebied, om er de aquacultuur uit te bouwen in een op dat moment nog moeilijk toegankelijk gebied. De Mekongdelta blijkt perfect voor het kweken van de pekelkreeftjes, die op hun beurt voeding zijn voor bepaalde schaaldieren en vissen. De reuzezoetwatergarnaal is hier een voorbeeld van. 

Vietnam kent aan het begin van de jaren 1980 enkel traditionele visserij en nog geen industriële aquacultuur. In samenwerking met Can Tho University en met andere Belgische onderzoekers leggen Sorgeloos en de Universiteit Gent de basis van de huidige boomende Vietnamese aquacultuur. Vanaf de jaren 2000 hebben gigantische garnalen- en visboerderijen een toenemend aandeel in de snelle economische expansie van Vietnam. De bijdrage van het ARC aan ontwikkelingssamenwerking beperkt zich bovendien niet tot Vietnam. Het is betrokken bij aquacultuurprojecten in andere Aziatische landen (China, Thailand, Taiwan, de Filippijnen, Singapore, Indonesië, Japan), in Noord-Afrika (Tunesië, Egypte, Libië), in sub-sahara Afrika (Kenia, Zuid-Afrika) en in Latijns-Amerika (Ecuador, Peru, Mexico, Brazilië, Chili). Ook in Europese landen en in Australië is het actief. 

Uitbreiding

In de eerste fase van de Gentse samenwerking met Vietnam is er nog sprake van ontwikkelingssamenwerking op klassieke éénrichtingsbasis. De kennis en middelen komen vanuit Europa of van internationale organisaties zoals de VN. Het onderzoek wordt geleid door westerse onderzoekers. Gaandeweg breiden de onderzoeksdomeinen uit. De Gentse samenwerking met de CTU leidt in 1998 bijvoorbeeld tot een tienjarig Interuniversitair Samenwerkingsprogramma gefinancierd door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR-UOS) in handen van de UGent waarbij ook de KU Leuven en de VUB betrokken zijn. VLIR-UOS beheert sinds dat jaar de Belgische federale fondsen bestemd voor universitaire ontwikkelingssamenwerking van Vlaamse universiteiten. Patrick Sorgeloos is coördinator van het project dat naast het onderzoek naar aquacultuur nu ook voedseltechnologie omvat (fruitteelt onder leiding van professor Godelieve Gheysen), een pedagogisch luik heeft dat afstandsonderwijs en academisch Engels wil bevorderen (onder leiding van Martin Valcke van de vakgroep Onderwijskunde) en studentenuitwisselingen tussen Vietnam en België bevordert.

Voorbij ontwikkelingssamenwerking

De samenwerking consolideert zich na afloop van dit project en overstijgt de laatste jaren het niveau van ontwikkelingssamenwerking. Er is meer en meer sprake van tweerichtingsverkeer. Het initiatief verschuift ook naar Vietnamese zijde, sterk gestimuleerd door de communistische eenpartijstaat die buitenlandse investeringen toestaat. Waar vroeger Belgische of Europese studiebeurzen nodig waren om Vietnamese studenten in België te kunnen laten studeren, is het vandaag de Vietnamese overheid zelf die haar uithuizige master- en doctoraatsstudenten financieel ondersteunt. De CTU is een belangrijke speler in Zuidoost-Azië en heeft internationale uitstraling verworven op het gebied van voedselproductie. De VLIR-UOS samenwerking van 2013-2019 onder leiding van professor Koen Dewettinck van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen focust sterk op de verdere verzelfstandiging van de CTU.

Zo implementeert Martin Valcke de laatste onderwijskundige inzichten aan de CTU zodat deze de opleiding en kennisverspreiding in Zuidoost-Azië op het vlak van aquacultuur en voeding zelf volledig in handen kan nemen.
Ondertussen voert Dewettinck onderzoek naar een mogelijke grootschalige duurzame productie van cacao en chocolade in de Mekongdelta ondersteund door de Gentse spin-off Cacaolab, richt de UGent nieuwe internationale master- en postgraduaatsopleidingen in, zet de Gentse universiteit ook in op een partnerschap met de Vietnam National University of Agriculture in hoofdstad Hanoi en heeft het verschillende andere VLIR-UOS projecten lopen in Vietnam. De belangrijkste is de institutionele samenwerking met Hue University in centraal-Vietnam sinds 2013 die focust op landbouw, milieubehoud en rurale gezondheidszorg onder het coördinatorschap van professor Peter Bossier.

Een duurzame Aziatische welp?

Het is duidelijk dat de Universiteit Gent niet meer louter ontwikkelingswerk bedrijft. In een snel internationaliserend universitair landschap waarin niet-westerse universiteiten en samenwerkingsverbanden een alsmaar grotere rol spelen in kennisproductie, grijpt de UGent haar kansen om hier deel van uit maken. De in 2014 gestarte Gentse biotechnologiecampus in het Zuid-Koreaanse Songdo past ook in dit plaatje. In veertig jaar tijd veranderde er veel. Een land als Vietnam is niet langer uitsluitend een arm ontwikkelingsgebied, wel een snel opkomende mondiale economische speler met een aanzwellende middenklasse. Vooral sinds de jaren 2000 groeit de economie van deze ‘Aziatische Welp’ in een duizelingwekkend tempo. De voedingsindustrie is een belangrijk onderdeel van dit verhaal. Rijst en koffie zijn exporttoppers waarbij Vietnam enkel respectievelijk Thailand en Brazilië moet laten voorgaan. Maar ook voor de productie en distributie van vis en zeevruchten bekleedt Vietnam wereldwijd een derde plaats. De Mekongdelta voert mondiaal zelfs het meeste pangasius uit. Ook in België belandt de Vietnamese vis en gambagarnaal zeer vaak op de borden. De UGent droeg met de ontwikkeling van de aquacultuur die sinds de jaren 2000 een hoge vlucht nam duidelijk bij aan dit economische succesverhaal.

Maar de grootschalige aquacultuur in Vietnam en die van de pangasius in het bijzonder krijgt ook kritiek te verduren op het vlak van duurzaamheid, hygiëne en economische concurrentie. De kweek van de pangasius zou lokale ecosystemen vervuilen met in de Mekongrivier geloosd restwater, de export over lange afstand is belastend vanuit ecologisch standpunt, er werden in het verleden soms hoge concentraties aan bacteriën in de vis vastgesteld en de lage prijs van de importvis wordt als concurrentie voor de Belgische visserij gezien. Professor Sorgeloos zelf nuanceert de aantijgingen over watervervuiling met wetenschappelijke studies en wijst ook op de strenge importcontrole. Niettemin erkent de UGent de ruimte voor verbetering en voert ze vandaag verder onderzoek naar meer duurzame productiemethoden voor de Vietnamese aquacultuur.

Davy Verbeke
Vakgroep Geschiedenis UGent
5 april 2017

Met dank aan Patrick Sorgeloos en Jean Dhont

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Verbeke, Davy. “1982 Samenwerking Can Tho University (Vietnam).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 19.06.2017. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1982-samenwerking-can-tho-university-vietnam.

Bibliografie

Vandamme, Erick, ed. Faculteit landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen. Jubileumboek 1920-1995. Gent: Snoeck-Ducaju, 1995.

ARC. "Vlaams Onderzoekscentrum met wereldfaam in aquacultuur: het labo voor aquacultuur en artemia reference center." www.aquaculture.ugent.be.   

“De spectaculaire opgang van een Aziatische landbouwmacht.” Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw. Geraadpleegd 05.04.2017. www.vilt.be

“Nood aan meer hygiëne in Vietnamese pangasisussector.” Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw. Geraadpleegd 05.04.2017. www.vilt.be.

“UGent versterkt vruchtbare samenwerking met Vietnam.” UGent. Geraadpleegd 05.04.2017. www.ugent.be.

Sorgeloos, Patrick (professor Universiteit Gent), interview door Kathleen Cools (journaliste VRT). Brussel: Terzake, 12.11.2013, www.deredactie.be.

VLIR-UOS. Eindevaluatie van de samenwerking met Can Tho University (CTU), Vietnam, december 2008. www.vliruos.be.

Laboratory of Aquaculture & Artemia Reference Center. www.aquaculture.ugent.be.

Website Cacaolab.

Deel deze pagina: