1940 Weerstand en verzet
Het verzet aan de universiteit neemt verschillende vormen aan, gaande van latent moreel verzet tot aansluiting bij verzetsorganisaties. De Vlaamse Geschiedkundige Kring (VGK) ligt in het najaar van 1941 aan de basis van de breuk tussen het Gents Studenten Verbond en de faculteitskringen. Dit schisma vormt de aanzet tot een grotere en actievere verzetsbeweging onder de studenten. Zo komt er begin 1942 te Gent onder impuls van Karel Poma en Jan de Buck een lokale afdeling van de Nationale Studentengroepering (NSG). De verzetsgroep is aangesloten bij het Onafhankelijkheidsfront en brengt het sluikblad Klokke Roeland uit. Personeelsleden van de universiteit die zich negatief uiten over de bezetting of beschuldigd worden van verzet, worden aangehouden, gedeporteerd of krijgen het verbod college te geven. Na de bevrijding maakt de Gentse Universiteit de balans op: 25 studenten en personeelsleden zijn omgekomen; twee van hen, de professoren Valère Billiet en Karel Verlat, zijn gestorven in gevangenschap. Op 14 mei 1996 wordt een herdenkingsplaat met de namen van de joodse studenten die tijdens de Holocaust zijn omgekomen ingehuldigd in de Aula.
Naar: Elienne Langendries en Anne-Marie Simon-Vandermeersch, 175 jaar Universiteit Gent – Ghent University 1817-1992, Gent, 1992.
Dirk Martin, De Rijksuniversiteit Gent tijdens de bezetting 1940-44. Leven met de vijand, Gent, 1993.