1.3. De stoelendans van de professoren

1. De Universiteit Gent tijdens Wereldoorlog II

1.3. De stoelendans van de professoren

Met het doel tot een Duits-Belgische wetenschappelijke samenwerking te komen overweegt de Militärverwaltung een professorenuitwisseling door te voeren. Tegenover de Duitse gastprofessoren Steinbach, Mackensen, Niemeyer, Wagner en Röhr die voor Gent in aanmerking kwamen krijgen de Gentse professoren De Vleeschauwer, Hentze, Van der Mueren, Heymans en Daels de volle steun van de Militärverwaltung om hun pedagogische kwaliteiten in Duitsland te vervolmaken.

Met de gastprofessoren, de opgedrongen professoren, de verordeningen tegen de “postverlaters” en de Joden en de zuivering van het bibliotheken begint het academiejaar 1940-41, het eerste onder Duitse bezetting. Als Petri van de Gentse universiteit een Zentrum volksverbundener flämischer Wissenschaft wil maken is het noodzakelijk een duitsvriendelijke rector aan te stellen. Herman De Vleeschauwer, toch de eerste keuze van Petri, heeft een post als directeur van het Hoger Onderwijs op het Ministerie in het vooruitzicht. Daels anderzijds heeft zich volgens het Tätigkeitsbericht Arbeitsziele MV Kultur van 15 november 1940…so stark parteimässig exponiert und exclusiv-grossniederländisch festgelegt… en ook Mackensen is in augustus 1941 van oordeel dat de nieuwe rector "politiek goed moet zitten", initiatief moet nemen en kortom het gezicht van de universiteit moet zijn wat hem doet besluiten …dies dürfte nicht Daels sein, der viel zu umstritten ist…. Snel blijkt dat enkel Guillaume De Smet nog in aanmerking komt om als rector te fungeren. Op 28 januari 1941 wordt hij aangesteld.

 
7.-9. Van links naar rechts: Guillaume de Smet, August Vermeylen en Nico Gunzburg.

Reeds vóór de opening van het academiejaar 1940-1941 wordt aan de professoren Delbouille (romaans filoloog) en Funke (botanicus), op bevel van de Militärverwaltung, de toegang tot de universiteit ontzegd. In de weken die volgen krijgen 6 professoren het verbod de lessen te hervatten of worden zij in de richting “gedreven” van een aanvraag tot emeritaat. Door een nieuwe verordening van 19 december kunnen drie professoren, die na 15 november 1940 teruggekeerd zijn, niet meer aan de slag: de prof. Gunzburg, Polderman en De Mûelenaere.In Gent blijft de schade dus zeker beperkt. Professor Van Oye wordt niet verontrust en de slotsom is dat de verordeningen van 18 juli en 19 december 1940 uiteindelijk slechts 9 hoogleraren treffen: Claeys, De Cock, De Mûelenaere, Funke, Gunzburg, Orban, Polderman, Van Engelen en Vermeylen. De professoren Delbouille en Van Overbeke worden “om andere redenen” geweerd, o.m. door het bereiken van de leeftijdsgrens.

Zeker is dat de afgezette professoren, wellicht na “onderhandelingen”, de toestemming krijgen verder een wetenschappelijke bedrijvigheid uit te oefenen en dat zelfs in de gebouwen van de universiteit. Door een mild oordeel uit te spreken hoopt de bezettende overheid op een betere samenwerking. Dat verklaart ook waarom Petri er niet op uit is alleen ex-aktivisten te bevoordeligen. In Vlaams-nationalistische kringen wordt deze aanpak geenszins op gejuich onthaald, wel integendeel. Toch zijn de zeven nieuwe hoogleraren die in het academiejaar 1940-1941 aangesteld worden, bekend als “nieuwe-orde”-sympathisanten: Soenen, Wilms, Vanhouteghem en de ex-aktivisten Speleers, Martens, Jacob en Fornier. Als de aktivisten al een streepje voor hebben bij het Duitse bestuur dan nog kunnen ze allerminst op de steun van hun Gentse collega’s rekenen. Bij de eerste ronde voor de verkiezing van de nieuwe rector door de Academieraad krijgt Speleers 1 stem tegenover 57 stemmen die De Smet achter zijn naam krijgt.

Lees verder: 2.1. Voorspel: op zoek naar een autonoom ziekenhuis
Keer terug: 1.2. De visie van Petri

 

 


 

Deel deze pagina: