2.1. Voorspel: op zoek naar een autonoom ziekenhuis

2. De faculteit Geneeskunde tijdens Wereldoorlog II: bezetting en collaboratie

2.1. Voorspel: op zoek naar een autonoom ziekenhuis

De wet van 21 mei 1929 op het toekennen van de academische graden aan de universiteiten moet gezien worden in het kader van de vernederlandsing van de universiteit. Door deze wet wordt de duur van de studie geneeskunde op zeven jaar gebracht: na een 3-jarige opleiding in de natuur- en de geneeskunde moet de kandidaat in de genees-, heel- en verloskunde vier proeven afleggen, verdeeld over ten minste vier jaar studie. De kandidaat moet eveneens en bij aanvang van het vierde en laatste doctoraat een getuigschrift voorleggen waaruit blijkt dat een jaar stage in een ziekenhuis vervuld werd. De faculteit kent verder getuigschriften toe van specialisten op allerlei gebieden van de geneeskunde en houders van het doktersdiploma. Onder de koepel van de faculteit van de Geneeskunde worden ondergebracht: de eigenlijke faculteit, de artsenijbereidkunde, de tandheelkunde, het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding, de Veeartsenijschool en het Biochemisch centrum.


10. Medici aan de Bijloke, 1932, met onder meer Numa Vlaeyen, decaan tijdens WOII (3e v.l.);
Julien van Canneyt, professor ophtalmologie (5e v.l.); gewezen rector Albert Bessemans (6e v.l.).

Sinds het laatste kwart van de negentiende eeuw is de faculteit afhankelijk van het stedelijk ziekenhuis aan de Bijloke. Van de roep om een autonoom ziekenhuis wordt Frans Daels de voorvechter. In 1930 spreekt het voltallige corps van de faculteit zich uit voor de installatie ervan. Hoe de Studiecommissie voor het Academisch Ziekenhuis (F.S.A.Z.) ook haar best doet om de beschamende situatie van de geneeskundige behandelingen in kaart te brengen, toch oordeelt minister van Onderwijs Lippens dat het de Bijloke toekomt tot een modern academisch ziekenhuis uit te groeien. Pas in 1936 komt een nieuwe impuls en dit in navolging van andere Europese universiteitssteden. Op initiatief van de beheerder-inspecteur van de universiteit, Alfred Schoep, wordt een terrein van 50 hectare langs de Zwijnaardsesteenweg, aan de rand van de oude Gentse stadskern aangekocht. Na het akkoord tussen de F.S.A.Z. en het door de universiteit in het leven geroepen College van Architecten voor het Academisch Ziekenhuis (C.A.V.A.Z.)  keurt de minister de aanbestedingen goed.


11. Ruwbouw van de Kinderkliniek van het Academisch Ziekenhuis, 12 mei 1939.

De architecten kiezen voor een blok- en paviljoenensysteem waarbij alle afdelingen in aparte gebouwen opgetrokken moeten worden. In maart 1937 (foto) gaan de bouwwerken van start. Toch zijn het vooral de gebrekkige coördinatie van de werkzaamheden en nog later de oorlogsomstandigheden die een voorlopig einde maken aan de verdere uitbouw. Daels krijgt in juli 1940 nog de verzekering ...dass für den Weiterbau des Krankenhauses genügend Geldmittel zur Verfügung stehen werden... .Ook na de oorlog en bij afwezigheid van de nodige kredieten blijft het academisch ziekenhuis bestaan… in gedachten. Pas op 5 november 1959 kan Gent de officiële opening vieren van het Academisch Ziekenhuis. Alle medische afdelingen, met uitzondering van de vakgroep Gerechtelijke Geneeskunde, verlaten de Bijloke. Het stedelijk ziekenhuis zelf zal later vertrekken naar de ‘Nieuwe Bijloke’, nog later herdoopt tot het Jan Palfijnziekenhuis.

Lees verder: 2.2. De faculteit Geneeskunde tijdens de bezetting
Keer terug: 1.3. De stoelendans van de professoren

 

 

Deel deze pagina: