Poma, Karel (1920-2014)

Baron Karel Poma speelde een sleutelrol in de Vlaamse liberale beweging en partij in de jaren zeventig en tachtig. Hij zat op de eerste rij van de communautaire hervormingen en zetelde als minister van cultuur in de eerste Vlaamse regering. Aan de UGent wordt hij herinnerd als een van de leiders van het studentenverzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

De jonge Antwerpenaar Karel Poma trekt in 1938 naar de Gentse Universiteit waar hij na een kleine omweg in de natuurkunde een studie scheikunde start. De politieke en liberale microbe krijgt hij van thuis mee door het engagement van zijn vader in de lokale politiek van Wilrijk. Het leidt Poma al snel naar de studentenverenigingen het Liberale Vlaams Studenten Verbond (LVSV) en het taalminnend studentengenootschap ’T Zal Wel Gaan. De combinatie van de Vlaamse en liberale ideologie was geen evidentie tijdens het interbellum in Gent. Poma pleit binnen en met het LVSV voor een sterke vrijzinnige en antifascistische koers.

Student in het verzet

De studententijd van Poma wordt naar eigen zeggen onverwacht onderbroken door de Tweede Wereldoorlog en Duitse bezetting in mei 1940. Poma belandt onder impuls van oud LVSV voorzitter, Albert Maertens, in het Gentse verzet. Hiervoor blijken zowel het LVSV als ’T Zal Wel Gaan een belangrijke voedingsbodem. Poma helpt bij het opstellen en verspreiden van de eerste clandestiene blaadjes en vormt een tijdlang de verbinding met enkele liberalen die in het Antwerpse tot het verzet toetreden.

Poma’s verzetsengagement komt vooral tot uiting in het Gentse studentenleven. Zijn uitgesproken antifascistische en democratische overtuiging maakt van hem een belangrijke pion in de Nationale Studentengroepering (NSG). Een beweging die zich afzet tegen de Duitsgezinde studentenkoepel, het Gents Studenten Verbond (GSV) en waar het LVSV nooit deel van uitmaakt. Hij werkt er mee aan het blad Klokke Roeland dat clandestien aan de universiteit wordt verspreid. Naarmate de bezetting vordert sluit de beweging zich ook aan bij het Onafhankelijkheidsfront, waarbij Poma contacten heeft met de Gentse professor-bioloog en antifascist, Lucien De Coninck.

Poma zal na de oorlog erg ontgoocheld zijn over hoe de studenten en professoren van het verzet miskend worden en de collaboratie onder de mat geveegd wordt. In zijn memoires beticht hij het academisch bestuur van een doofpotoperatie en verwijt hij het de universiteit dat die nooit een daad van nagedachtenis heeft gesteld aan de weerstanders.

Tussen wetenschap en politiek engagement

In 1946 promoveert Karel Poma tot doctor in de scheikunde, waarna hij aan de slag gaat bij de Antwerpse Waterwerken. Zijn verschillende politieke engagementen nemen steeds meer tijd in beslag en vormen een directe verderzetting van eerdere opvattingen. Het liberalisme met sociale accenten komt vooral tot uiting bij de Liberale Jonge Wacht in Mechelen. Terwijl zijn ‘Vlaamse’ gevoeligheid ervoor zorgt dat hij lid wordt van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV). Een drukkingsgroep die ijvert voor een vervlaamsing van de liberale partij. Die jaren blijken een cruciale kweekvijver voor zijn latere betrokkenheid in de Liberale Partij zelf. Zo blijft hij strijden voor een meer Vlaamse koers samen met bekende compagnons de route Albert Maertens, Frans Grootjans, Herman Vanderpoorten en Willy De Clercq. Mannen die stuk voor een stuk een belangrijke rol spelen bij zowel de Vervlaamsing als de opsplitsing van de unitaire liberale partij in 1972.

Natuur en cultuur

Poma treedt in 1968 op de politieke voorgrond als gecoöpteerd senator. Vanaf dan gaat het snel en wordt hij terzelfdertijd ook voorzitter van het LVV. In 1971 raakt hij verkozen voor de kamer van volksvertegenwoordigers en drie jaar later benoemt Leo Tindemans hem tot staatssecretaris voor Leefmilieu in de nationale regering. Die benoeming is niet toevallig. Als wetenschapper en parlementair beseft hij immers al zeer vroeg dat de ongecontroleerde economische expansie een nefaste invloed heeft op het milieu. Dat blijkt ook uit zijn vele parlementaire interpellaties en voorstellen. Zijn boek hierover in 1972 stelt het duidelijk ‘Wij kennen alle technische middelen om elke vorm van pollutie tegen te gaan. Alleen de wil om die middelen te gebruiken ontbreekt’. De communautair tumultueuze periode zorgt er evenwel voor dat Poma niet de gewenste maatregelen kan implementeren.

Na het einde van zijn ministerieel mandaat richt Poma zich steeds meer op het dan nog embryonale Vlaamse beleidsniveau. Tussen 1977 en 1981 is hij in de Vlaamse Raad fractieleider van de PVV. En in 1981 wordt hij vicevoorzitter van de eerste Vlaamse executieve, met als portefeuille Cultuur. Een beleidspost die tot dan toe altijd in katholieke handen was geweest. Vanuit die functie beslist hij, niet zonder controverse, om de privésector meer te betrekken bij het cultuurleven. Dit zorgt ervoor dat verschillende culturele organisaties als het Festival van Vlaanderen, het Ballet van Vlaanderen en het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen kunnen groeien en bloeien. Spraakmakend is ook de ‘opening’ van het Vlaamse medialandschap. Het is onder zijn ministerschap dat een eerste impuls  wordt gegeven om de monopoliepositie van de toenmalige BRT te doorbreken.

Liberale duizendpoot

Afgezien van zijn politieke engagement is Poma ook een overtuigd vrijzinnige. Dat blijkt enerzijds uit zijn toetreding tot de vrijmetselarij bij de Orde van Vrijmetselaren, Groot Oosten van België. Anderzijds is hij ook van bij de oprichting lid van het Humanistisch Verbond (1951). De lange lijst van mandaten wijst op een grote maatschappelijke betrokkenheid en interesse, iets wat ook tot uiting komt in de verschillende boeken die Poma nog schrijft na zijn drukke politieke carrière. Hij overlijdt op 94-jarige leeftijd op 27 december 2014.

Jan Naert
Vakgroep Geschiedenis
16 februari 2015

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Naert, Jan. "Poma, Karel (1920-2014)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 01.04.2015. www.ugentmemorie.be/personen/poma-karel-1920-2014

Bibliografie

Claerhout, Tom, en Pieter-Willem Vanden Broucke. Slaet opten trommele : 75 Jaar Lvsv-gent. Gent: LVSV, 2006.

De Wever, Bart. "Karel Poma." In Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, uitgegeven door Reginald De Schryver, et. al. Tielt: Lannoo, 1998.

Martin, Dirk. De Rijksuniversiteit Gent tijdens de bezetting 1940-1944 : Leven Met De Vijand. Gent: Archief van de Rijksuniversiteit Gent, 1985.

Naert, Jan. "Het Gentse Onafhankelijkheidsfront in de naoorlogse jaren : une victoire sans lendemain?." Masterproef, Universiteit Gent, 2011.

Poma, Karel Emiel Hubert. Knoeien met ons leefmilieu. Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel, 1972.

Poma, Karel. Student in het verzet: mijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Gent: Liberaal Archief, 2010.

Poma, Karel, et al. Van natuur tot cultuur: huldeboek Karel Poma. Gent: Liberaal Archief, 2000.

Steen, Karolien. "De schemerzone van een stad in oorlog: de evolutie van het verzet in Gent (1940-1944): van ongestructureerde initiatieven tot georganiseerde verzetsbeweging." PhD diss., Universiteit Gent, 2007. 

Type persoon: 
Deel deze pagina: 

Herinneringen

Geen erkenning voor de verzetsstudent

Op 10 mei 1945 werd de leiding van de Nationale Studentengroepering om 11u bij de nieuwe rector ontboden. Wij verheugden ons hieropn te meer daar men ons verzekerd had dat professor Blancquaert een vooruitstrevend democraat was die het verzet genegen was.
Groot was onze ontgoocheling. Wij werden op een brutale, onbeleefde wijze door de rector ontvangen. Na 30 seconden hadden wij begrepen dat het niet om een ontvangst ter gelegenheid van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa ging, wel integendeel.
Wij kregen een uur de tijd om het lokaal in het rectoraat, dat ons bij de bevrijding ter beschikking was gesteld door professor Goubau, te ontruimen. (...) Hij gaf ons op een bitsige, arrogante toon de raad dat studenten alleen moesten studeren, eventueel zich amuseren, maar geen uitstaans hadden met het beheer van de universiteit. Hiermee verwees hij naar ons standpunt over de reorganisatie van de universiteit. Voor rector Blancquaert was de Tweede Wereldoorlog niet meer dan een periode om zo vlug mogelijk te vergeten en wilde hij opnieuw aanknopen bij de vooroorlogse toestanden, een zeer conservatief standpunt. Dat was de taal van een progressieve socialist in 1945! Zo rekende de rector af met het verzet. Wij, vertegenwoordigers van een actieve verzetsorganisatie, die jarenlang dagelijks gevaar hadden gelopen door de Gestapo te worden gevangengenomen en naar een dodenkamp te worden gestuurd, wij kregen een stamp onder onze broek.

(Karel Poma, op.cit. Student in het verzet. Mijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, Gent, 2010, pp. 90-91.)

Karel Poma over de impact van het clandestien studentenblad

Over het eerste nummer van het clandestiene studentenbladKlokke Roeland werd aan de unief zowel door vriend als vijand gesproken, wat ons deed inzien dat het verschijnen van het blad alleen al belangrijker was dan de inhoud, en ons aanzette om voort te doen. Trouwens, voor de bezetter waren alle verzetsdaden belangrijk, omdat die een uiting waren van het ongenoegen dat onder de bevolking leefde. De Gestapo heeft zowel personen bij wie slechts een illegaal blad gevonden werd als actieve weerstanders naar de concentratiekampen gestuurd.
(...)
De vraag of de verzetsdaden belangrijk waren of niet, is dus niet relevant. Veel belangrijker is het om te weten of er verzet en weerstand was of niet. Evenmin relevant was of men een belangrijke of onbelangrijke rol in het verzet gespeeld heeft. De verzetsdaden werden immers niet afgewogen. Men was erbij of men was er neit bij. Dat was het enige dat telde.

(Karel Poma, op.cit. Student in het verzet. Mijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, Gent, 2010, p. 80.)