Janssens, Pieter Gustaaf (1910-2005)

Hoewel geboren en opgegroeid in Gent bracht Pieter Gustaaf Janssens een groot deel van zijn leven ook in Antwerpen en in Afrika door. Als tropisch geneeskundige raakte hij betrokken bij zowel het koloniale Ganda-Congo als het postkoloniale Gent-Butare project. Hij was in de jaren 1970 coördinator van dit laatste project terwijl hij ook directeur van het Instituut voor Tropische Geneeskunde was. Janssens belichaamt zo zowel de Belgische medische interventies tijdens de koloniale periode als de overgang naar tijden van postkoloniale medische ontwikkelingssamenwerking.

Tropische geneeskunde

Janssens doet klassieke humaniora aan het Sint-Lievenscollege en promoveert in 1935 tot doctor in de geneeskunde aan de Gentse universiteit. Hij raakt gefascineerd door de wereld van de microbiologie en de parasitologie wanneer hij leerling-assistent is aan het Instituut voor Hygiëne en Bacteriologie van professor Bessemans. Janssens wijdt zich aan de studie van de Afrikaanse trypanosomen, parasieten die ondermeer de slaapziekte veroorzaken. Dit eencellig diertje blijft zijn lievelingsonderwerp. Het is dan ook logisch dat Janssens zich verder specialiseert in tropische geneeskunde aan het Instituut Prins Leopold in Antwerpen. Hij haalt er in juli 1936 het diploma en enkele maanden nadien het diploma van geneesheer-hygiënist aan de Gentse universiteit. Gewapend met een degelijke theoretische basis, wordt hij in 1937 tewerkgesteld als koloniaal bedrijfsarts bij de goudmijnen van Kilo-Moto (Ituri, noordoosten Congo) waar hij de Ieperse arts Michel Moncarey opvolgt. Zijn ganse verdere leven zal zich afspelen tussen Antwerpen, Gent en Afrika.

Afrika

De mijnsite van Kilo-Moto waar Pieter Gustaaf Janssens zijn eerste tropische ervaring opdoet, beslaat een oppervlakte bijna zo groot als Vlaanderen. Mede gedwongen door de oorlogsomstandigheden, verblijft hij er tot 1949. Hij leidt er twee ziekenhuizen, een laboratorium en werkt aan de preventie van silicosis, een typische mijnwerkersziekte, en aan de bestrijding van malaria. De oorspronkelijke overheidsmijnen worden in 1930 omgevormd tot de Société des Mines d’Or de Kilo-Moto. Het aantal mijnwerkers van Kilo-Moto stijgt van 26.400 in 1934 tot 39.600 in 1939, om in de oorlogsjaren nog meer toe te nemen. Doorgaans gaat het om dwangarbeid. Dit weinig fraaie systeem wordt gehandhaafd tot bij de onafhankelijkheid. Uit het onderzoek dat Janssens voert tijdens zijn Congojaren blijkt de enorme zuigelingen- en kindersterfte bij de mijnwerkersgemeenschappen. In diezelfde periode doet hij ook diverse stages in Zuid-Afrikaanse medische instellingen waar hij zich verder verdiept in de microbiologie en parasitologie.

Antwerpen

Het Instituut Prins Leopold waar Pieter Gustaaf Janssens tropische geneeskunde studeert, zal zijn ganse leven een bijzondere rol blijven spelen. Na zijn terugkeer uit Congo wordt hij in 1950 aan dit Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) benoemd voor de leerstoel Tropische Pathologie en tevens aangesteld als kliniekhoofd van de Kliniek Leopold II, verbonden aan dit instituut. Die laatste functie blijft hij uitoefenen tot 1969. De bekroning van zijn carrière is ongetwijfeld zijn aanstelling in 1957 als directeur van het Tropisch Instituut. Tussen 1957 en 1976 laveert hij het ITG door de moeilijkste periode van haar bestaan, wanneer het voormalige koloniale instituut zich in een postkoloniale wereld moet heruitvinden. Bruno Gryseels, huidig directeur van het ITG getuigt naar aanleiding van het overlijden van Pieter Gustaaf Janssens in 2005: Bij het lezen van de 100-jarige geschiedenis van het ITG, die we volgend jaar vieren, kwam ik meer dan ooit onder de indruk van de analyse die Prof. Janssens destijds al maakte over de opdracht van het postkoloniale ITG. Onderzoek en kennisvergaring, opleiding van experts uit het zuiden, versterking van de autonome capaciteiten van de ontwikkelingslanden, interuniversitaire positionering, rationalisering en democratisering van beleid en bestuur: het waren toen welhaast revolutionaire begrippen in de gevestigde academische en politieke orde. Pas nu, aan het begin van de 21ste eeuw, zijn de tijdsgeest en het ITG klaar om zijn erfenis volledig uit te voeren.’  Het groot auditorium in het ITG krijgt de naam P.G. Janssens.

Opnieuw naar Gent

Janssens is maar wat blij als zijn Alma Mater in de jaren ’50 in navolging van de collega’s uit andere instellingen, meer en meer belangstelling gaat tonen voor de ‘overzeese problemen’, wat leidt tot concrete deelname aan wetenschappelijke en sociale initiatieven in de kolonie. Wanneer Janssens in 1958 de jonggestorven Max Adant opvolgt op de dienst voor Tropische en Geografische Pathologie, wordt hij door toenmalig decaan en drijvende kracht Jean-Jacques Bouckaert onmiddellijk betrokken bij het medische luik van het Ganda-Congo project dat kort voordien boven de doopvont was gehouden. Janssens heeft koloniale medische ervaring zat in Ituri, de provincie waar het Gentse project wordt uitgebouwd. Hoewel Ganda-Congo strandt in de vroege postkoloniale periode noemt Janssens het ‘al bij al een grote inspanning, een stimulerende periode, een mooie droom en een goede aanloop voor latere coöperatie aan de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden.’ De medische faculteit van de Gentse universiteit engageert zich in de postkoloniale periode opnieuw in een medisch ontwikkelingsproject. Deze keer in samenwerking met de Université Nationale du Ruanda in Butare. Het is Janssens, die ook ervaring in Rwanda heeft, die door Jef Van Bilsen wordt ingeschakeld om de situatie in Butare te verkennen nog voor Gent betrokken partij wordt. Wanneer de universiteiten van Leuven, Luik en Brussel niet toehappen, is het Janssens die Gents rector en arts Bouckaert contacteert om de geneeskundefaculteit in Butare te ondersteunen. De Universiteit Gent helpt vanaf 1966 bij de uitbouw van een medische opleiding en van een universitair ziekenhuis. Janssens wordt coördinator van het Gent-Butare project van 1974 tot 1979, wanneer de samenwerking in Rwanda al toenemende mankementen vertoont. Janssens moet in deze periode vele problemen het hoofd bieden. Hij doceert ondertussen ook aan het Gentse Interfacultair Studie- en Vormingscentrum voor Ontwikkelingssamenwerking (ISVO). In de zomer van 1980 gaat hij met emeritaat.

Gewaardeerd en geliefd

Janssens is actief in tientallen binnen- en buitenlandse verenigingen. Hij is een internationaal gewaardeerd gastdocent en de WHO doet vaak een beroep op zijn expertise. Bij zijn heengaan typeert de Koninklijke Academie voor Geneeskunde de ‘mens’ Janssens: ‘In Afrika werd hij naast arts, een avant la lettre cultureel antropoloog, die zich inspande de gezondheidsproblemen in een breder menselijk en maatschappelijk perspectief te zien wat hem heel zijn leven zou blijven karakteriseren en tot uiting komen in zijn talrijke toespraken. De inleiding van zijn cursus Tropische Pathologie was daar een neerslag van, en wou enig evenwicht brengen tegenover het zuiver technisch medisch aspect van de ziekteleer. […] Hij was niettegenstaande zijn grote kennis en internationale faam opvallend bescheiden, joviaal en stijlvol en verwierf daardoor bij iedereen die met hem in contact kwam een spontaan gezag en een zekere bewondering.’

Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
6 april 2017

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. “Janssens, Pieter Gustaaf (1910-2005).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 06.04.2017. http://www.ugentmemorie.be/personen/janssens-pieter-gustaaf-1910-2005.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Buelens, Frans. Congo 1885-1960: een financieel-economische geschiedenis. Berchem: EPO, 2007.

De Schaepdryver, André. Liber Memorialis 1930-1980: Fakulteit der Geneeskunde Rijksuniversiteit te Gent. Gent: Alumni  Fonds - Medische Fakulteit Gent, 1980, 182-186 en 302-320.

De Witte, Ludo. “Congolese oorlogstranen: deportatie en dwangarbeid voor de geallieerde oorlogsindustrie (1940-1945).” De Wereld Morgen, geraadpleegd 06.04.2017. http://www.dewereldmorgen.be.

Gryseels, Bruno. Afscheid van Prof. Dr. P.G. Janssens. 17.12.2005.

Janssens, Pieter. “Over de kleutersterfte in de arbeidersgezinnen in de Kilo-Moto goudmijnen.” Annales de la Societe Belge de Medecine Tropicale 35 (1955) : 151-171.

Janssens, Pieter, André De Schaepdryver en Herwig Onghena. Medische ontwikkelingssamenwerking aan de RUG. Gent: Archief RUG, 1993.

Koninklijke Academie van Geneeskunde van België. Toespraak ter gelegenheid van de begrafenis van Prof. Dr. J.G. Janssens. 17.12.2005.  

Vlaams Geneeskundigen Verbond. “P.G. Janssens.” VGV, geraadpleegd 06.04.2017. www.vgv.be.

Deel deze pagina: