De Raet, Lodewijk (1870-1914)

Meer dan 100 jaar geleden, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, stierf de ingenieur, econoom en cultuurflamingant Lodewijk de Raet zonder zijn levensdoel – de vernederlandsing van de Universiteit Gent – vervuld te hebben. De Raet maakte deel uit van een generatie die niet langer voor een tweetalig maar resoluut voor een eentalig Vlaanderen pleitte en de taaldiscriminatie verbond met de sociale en economische achterstand. Reeds in zijn eigen tijd, maar ook door opeenvolgende generaties van Vlaamse zakenlieden, journalisten, politici en wetenschappers, werd de Raet op handen gedragen als de inspirerende, begeesterende en vernieuwende bedenker van deze “Vlaamse economische beweging”.

Jeugdjaren in de lage middenklasse

Als zoon van een eenvoudige meubelmaker en kleinzoon van een dokter groeide de Raet (°1870) op in een kleinburgerlijk milieu van Brussel. De wereld van de kleine burgerij was op het einde van de negentiende eeuw in volle beweging. Meer dan welke andere klasse zagen zij hun kinderen “opstijgen” of “afdalen” in andere sociale klassen. Dankzij de bescheiden rijkdom van zijn familie kon de Raet studeren aan het Brusselse atheneum waar hij voor het eerst in aanraking kwam met de Vlaamse beweging. Zoals zo velen geraakte hij in de ban van een romantisch nationalisme over de grootse verwezenlijkingen van het Vlaamse volk in het verleden. Als lid van studentengenootschap Help u zelve liet de Raet zich onder andere opmerken door gedichten over Jan Breydel en Pieter De Conick. Hij sloot er ook vriendschap met August Vermeylen, compagnon de route in de toekomstige strijd om de vernederlandsing van de Gentse universiteit.

Ingenieursstudies

Na zijn atheneumstudies studeerde De Raet aan de Brusselse Ecole Polytechnique. Ondanks een aantal tegenvallers behaalde hij uiteindelijk het diploma van burgerlijk ingenieur en steeg hij op in de rangen van een nieuwe, goedverdienende middenklasse. Hij liet de kans om te gaan werken voor een studiebureau in het verre Caïro liggen en besloot toch maar in Vlaanderen te blijven.

Een nieuw Ministerie van Nijverheid en Arbeid

Als statisticus voor het kersverse Ministerie van Nijverheid en Arbeid kon hij zich vanaf 1895 toeleggen op zijn passie: de sociologische identificatie, studie en analyse van de economische en sociale ontwikkeling van Vlaanderen. Het ministerie had als opdracht de problemen van de nieuwe geïndustrialiseerde samenleving en arbeidersklasse te identificeren en aan te pakken. Deze uitdaging werd de centrale bekommernis van de sociologie die op het einde van de negentiende eeuw tot een zelfstandige discipline uitgroeide. Op het ministerie ontmoette De Raet professor economie Waxweiler van de Université Libre de Bruxelles die hem stimuleerde een diploma in de economische wetenschappen te behalen aan de Ecole des sciences politiques et sociales. Waxweiler werd later de eerste directeur van Solvays Institut de Sociologie waarvan ook de Raet een actief lid zou worden.  De Raet en andere sociologen aan Solvays Instituut leken beïnvloed door de eminente Britse socioloog Herbert Spencer. Net zoals Spencer geloofde de Raet in de evolutie van de samenleving naar steeds complexere arbeidsverdelingen en samenwerkingsverbanden tussen de verschillende “standen”.

Contra Laissez-faire. In de bres voor staatsinterventie

De Raet wou het arbeidersvraagstuk in het kader van de burgerlijke samenleving oplossen. Tegelijkertijd was hij zich bewust van de noodzaak om dezelfde burgerlijke samenleving tegen zichzelf te beschermen. Hij waarschuwde voor de destructieve neiging van de kapitalistische markteconomie om eeuwenoude tradities, gemeenschapsverbanden en sociale verhoudingen om te woelen. De Raet stond onder invloed van de Duitse historische school volgens dewelke het onmogelijk was om de economie te benaderen vanuit abstracte axioma’s omdat er alleen historisch en nationaal gedetermineerde economische en sociale ontwikkelingspatronen bestonden. De theorieën van de politieke economen Smith en Ricardo en hun neo-klassieke volgelingen werden door de Raet dan ook als achterhaald beschouwd. Ongebreidelde economische vrijheid liep volgens hem niet uit op “harmonie” maar op “eigenzuchtige botsing, ellende en oorlog”. De Raet legde een grote rol weg voor de staat. Zij moest aan “allen meer welvaart, vrijheid en geestgenot verzekeren”, o.a. door een betere arbeidswetgeving en de herverdeling van nationale rijkdom.

‘Vlaamse hogeschool als een brandpunt van beschaving, waaruit de lichtstralen schieten over het ganse land’

De Raet ontpopte zich als een van de drijvende krachten achter de vooroorlogse campagne voor de vernederlandsing van de universiteit Gent. Zijn drie grote aandachtspunten – de Vlaamse economische ontwikkeling, de maatschappelijke integratie van de “volksmassa” en de verhoogde sociaal-economische rol van de staat – kwamen  in deze campagne mooi samen. Waar zijn oude schoolmakker Vermeylen de klemtoon legde op de culturele en maatschappelijke ontvoogding van Vlaanderen, benadrukte De Raet meer de economische herleving die hoger onderwijs met zich mee moest brengen. Hij geloofde sterk in een ontwikkelde, “leidende stand” om de intellectuele en materiële ontvoogding van de arbeidersklasse in goede banen te leiden. 

Hoger onderwijs voor het volk

In afwachting van Nederlandstalig hoger onderwijs, pleit De Raet in 1892 voor ‘hogeschooluitbreidingen’. Via voordrachten en cursussen over wetenschap in het Nederlands willen flaminganten enerzijds bewijzen dat wetenschapsbeoefening in het Nederlands mogelijk is. Anderzijds zijn de hogeschooluitbreidingen een middel om aan volksontwikkeling en –verheffing te doen. In Gent opent datzelfde jaar onder de vleugels van de liberale hoogleraar Paul Frédericq Hooger Onderwijs voor het Volk. Uiteindelijk worden in Vlaanderen en Brussel tien hogeschooluitbreidingen opgericht, zowel van liberaal-vrijzinnige als confessionele strekking. Het succes van deze initiatieven was al bij al wisselend, er kwamen bijvoorbeeld maar weinig arbeiders op af, hoewel sommigen tot ver in de 20ste eeuw bleven bestaan. Na de Tweede Wereldoorlog zou de pluralistische vereniging Stichting Lodewijk De Raet de drijvende kracht worden achter een nieuw netwerk van volkshogescholen in Vlaanderen.

Stelsel De Raet

In de strijd om een Nederlandstalige universiteit botste De Raet op het einde van de 19de eeuw in de Vlaamse Hoogeschoolcommissie met de Gentse bioloog Mac Leod. Ze werden het niet eens over de te volgen strategie. Niet toevallig drong De Raet aan op de vernederlandsing van de technische faculteiten waar ingenieurs werden getraind en in de oprichting van Nederlandstalige faculteiten in landbouwstudies, sociale en commerciële wetenschappen. Zijn ‘stelsel’ haalde het uiteindelijk in het eerste wetsvoorstel van de Hoogeschoolcommissie in 1911. De Eerste Wereldoorlog zou roet strooien in het aanvaardingsproces van de vernederlandsing die uiteindelijk pas zou plaatsvinden in 1930. 17 jaar na het overlijden van De Raet opende zijn vriend Vermeylen als rector het eerste academiejaar van de vernederlandste universiteit Gent.

Flamingantisme tegen culturele, sociale en economische achterstelling

De leuze “taalbelang is stoffelijk belang” zal voor altijd vastkleven aan de Raet. Hij moet herdacht worden als een intellectueel van de nieuwe middenklasse die streed voor een hervormd en sociaal gecorrigeerd kapitalisme waarvan niet alleen de “leidende stand” of elite maar ook de bedienden, arbeiders en boeren konden profiteren. Als een politieke agitator en organisator die de universiteit wilde omvormen tot een dienende en toegankelijke instelling waar nieuwe generaties van ingenieurs, economen, psychologen, landbouwkundigen (en ook historici) konden worden opgeleid. Economie was voor de Raet nooit zomaar een doel op zich. Het was een instrument om “welvaart, vrijheid en geestgenot” te verzekeren voor allen. 100 jaar na zijn dood blijft het relevant om deze kernboodschap in herinnering te brengen.

Dries Goedertier
Vakgroep Geschiedenis UGent
5 januari 2015

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Goedertier, Dries. "De Raet, Lodewijk (1870-1914)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 10.03.2015. www.ugentmemorie.be/personen/de-raet-lodewijk-1870-1914

Bibliografie

Crombois, Jean-François. L'univers de la sociologie en Belgique de 1900 à 1940. Bruxelles: Editions de l’Université de Bruxelles, 1994.

Crossick, Geoffrey en  Heinz-Gerhard Haupt. The petite bourgeoisie in Europe 1780-1914 : enterprise, family and independance. London: Routlegde, 1995.

Lamberty, Max. Lodewijk de Raet. Grondlegger van een Vlaamse volkspolitiek. Antwerpen: Die Poorte, 1951.

Lamberty, Max. Lodewijk de Raet. Een Levensbeeld. Hasselt: uitgeverij Heideland, 1961.

Van der Pijl, Kees. From Classical to Global Political Economy. University of Sussex, 2009.

Van Damme, Dirk. Universiteit en volksontwikkeling: het “Hooger onderwijs voor het volk” aan de Gentse universiteit (1892-1914). Gent: Archief R.U.G., 1983. 

Verzelen, Wim. "Lodewijk de Raet: Volkshogescholen." Canon Sociaal Werk. www.canonsociaalwerk.eu

Website Stichting Lodewijk De Raet: www.stichtinglodewijkderaet.be

Type persoon: 
Deel deze pagina: