Blommaert, Jan (1961-2021)
Het wetenschappelijk belang van Jan Blommaert voor de sociolinguïstiek en de taalkundige antropologie kan moeilijk overschat worden. Naast zijn wetenschappelijke verdiensten, zal hij door velen herinnerd worden als een belangrijke linkse stem in het maatschappelijk debat. 'Sociale Ongelijkheid' is zijn centrale thema en strijd. In zijn laatste boekje, waarvan hij wist dat het zijn testament zou worden, antwoordt hij op de vraag naar 'wat er echt belangrijk was in zijn academisch leven' met drie werkwoorden: 'geven', 'vormen', 'inspireren'. Hij voegt er tenslotte 'democratisch zijn' aan toe: Blommaert is een 'kennisactivist', voor wie wetenschappelijke kennis 'commons' moeten zijn.
Het belang van taal
Een klein jaar na de landelijke doorbraak van het Vlaams Blok bij de verkiezingen van 24 november 1991, mengt Jan Blommaert zich voor het eerst prominent in het politiek debat, met de publicatie van 'Het Belgische migrantendebat. De pragmatiek van de abnormalisering'. Hij schrijft het boekje samen met collega Jef Verschueren en ze geven het uit in eigen beheer. De auteurs doorbreken op basis van een taalkundige analyse van voornamelijk krantenartikels, de consensus dat de traditionele partijen antiracistisch zijn en het Vlaams Blok racistisch. De manier waarop politici in de pers spreken over allochtonen is voor beide kampen gelijkaardig. Blommaert gelooft niet in dominante culturele identiteiten die de ene grote etnische groep van de andere onderscheiden, maar in een 'vloeibare' identiteit. In die zin is hij een cultuurrelativist.
De rode draad doorheen het werk van Jan Bommaert is taalanalyse vanuit een marxistsisch perspectief. Uitgangspunt daarbij is dat objectieve of neutrale taal niet bestaat en een onderzoek naar het taalgebruik dus nodig is. Een verhelderend voorbeeld van zijn werkwijze is een bijdrage die hij post naar aanleiding van 1 mei 2020: https://jmeblommaert.wordpress.com/2020/05/01/wie-is-de-economie/. Hierin illustreert hij een methodologie om de diepere betekenis van woorden te achterhalen die door de media, de beleidsmakers en door onszelf dagdagelijks gebruikt worden. Die oefening maakt Blommaert telkens weer opnieuw. Het is zijn instrument om machtverhoudingen en sociale ongelijkheid op een wetenschappelijke manier te kaderen èn aan te klagen.
Het belang van Brussel
Jan Blommaert wordt in Dendermonde als slagerszoon geboren en brengt er een deel van zijn jeugd door. Later verhuist het gezin 'met een bescheiden sociaaleconomische status', zoals hijzelf schrijft, naar Ukkel. Vader Paul Blommaert doet nu vleestransport in het Brusselse en Jan gaat vaak mee op ronde. In zijn vrije tijd is Jan actief in het jeugdwerk. Groot worden in een superdiverse grootstad is zeer bepalend voor de manier waarop hij in het leven staat en voor de keuzes die hij maakt. De impact van 'taal', van 'globalisering' en van 'sociale onrechtvaardigheid' ondervindt hij er aan den lijve. Zonder het Belgische studiebeurzen systeem zou Jan wellicht nooit hoger onderwijs hebben gevolgd. Hij studeert in 1983 af als licentiaat Afrikaanse geschiedenis en filologie aan de Gentse universiteit en doctoreert in 1989 met het proefschrift 'Kiswahili politieke stijl : voorstellen voor een pragmatisch model van etnolinguïstische tekstanalyse, met implikaties voor de studie van politiek taalgebruik en interkulturele kommunikatie'. Zijn promotor is Marcel Van Spaandonck, directeur van het in 1979 door hemzelf opgerichte 'Seminarie voor Swahili en de taalproblematiek van de ontwikkelingsgebieden', waar Jan in 1988 gestart is als assistent.
De teloorgang van de Afrikanistiek
Wanneer professor Van Spaandonck op 1 oktober 1990 op emeritaat gaat, neemt Jan Blommaert gedurende één academiejaar zijn vakken over, tot hij zelf vertrekt naar de Universiteit Antwerpen, waar hij onderzoeksdirecteur wordt van de 'International Pragmatics Association'. Bij de start van het academiejaar 1992-93 gaan ook de professoren John Jacobs en Herman Burssens op emeritaat, waardoor het onderwijzend korps helemaal onthoofd wordt. In een persconferentie begin 1992, waar naast studentenvertegenwoordigers ook Van Spaandonck en Blommaert het woord nemen, wordt gewaarschuwd voor de nakende teloorgang van de Afrikanistiek door ondoordachte besparingen aan de universiteit. De richting ligt inderdaad op apegapen en wordt volledig opgenomen in de nieuwe vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschappen en Afrikaanse Talen onder het voorzitterschap van Rik Pinxten. Ter elfder ure worden Ngo Kabuta (linguïstiek) en Daniël Vangroenweghe (geschiedenis) aangesteld als halftijds docent en wordt in de schoot van de Vakgroep Cultuurwetenschappen een werkgroep opgericht die een hervormingsplan voor de Afrikanistiek moet uitwerken. De werkgroep stelt begin 1994 voor om de Afrikanistiek om te vormen tot een tweejarig postgraduaat, wat met grote meerderheid in de Faculteitsraad wordt goedgekeurd. Dit leidt tot hevige protesten met een petitieactie waarbij 1500 handtekeningen aan rector Jacques Willems worden overhandigd en een bezetting van de Blandijberg op 19 en 20 april. Het Bestuurscollege schiet uiteindelijk het postgraduaat af en de inmiddels afgelopen mandaten van Kabuta en Vangroenweghe worden weer opengesteld. Jan Blommaert postuleert ervoor maar wordt niet weerhouden.
Afrikanistiek terug op de rails
Bij de start van het academiejaar 1997-98 keert Jan Blommaert terug naar zijn Alma Mater en wordt docent benoemd aan de vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschappen en Afrikaanse Talen. Die overkoepelende vakgroep wordt het jaar nadien opgesplitst in de vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschappen en de vakgroep Afrikaanse Talen en Culturen waarvan Jan Blommaert de eerste voorzitter is en zo de opleiding mee vorm kan geven. In 2002 bevordert hij tot hoofddocent. Dat tussen droom en daad wetten staan en praktische bezwaren, ondervindt Jan Blommaert aan den lijve als hij niet kan realiseren wat hij voor ogen heeft. In zijn gedrevenheid botst hij met andere belangen, waardoor hij met sommige van zijn naaste collega's en zeker met het faculteits- en universiteitsbestuur een getroebleerde relatie krijgt. In de jaren 2004-2005 lopen de spanningen zo hoog op, dat het tot een breuk komt tussen Jan Blommaert en de Gentse universiteit. Hij solliciteert bij de University of London en wordt aangesteld als hoogleraar en voorzitter van het Institute of Education. Er komt een vergelijk met de UGent en hij behoudt er vanaf 2005 een opdracht voor 20%.
Andere horizonten
In 2007 wordt hij benoemd tot hoogleraar Taal, cultuur en globalisering bij het Departement Cultuurwetenschappen aan de School of Humanities and Digital Sciences van Tilburg University, waar hij in 2008 tevens algemeen directeur wordt van 'Babylon', het Centrum voor de Studie van Superdiversiteit. Daarnaast vervult hij gasthoogleraarschappen aan de Gerhard-Mercator Universität in Duisburg, de University of Pretoria, University of Chicago, University of Jyväskylä (Finland Distinguished Professor 2008-2010), Beijing Language and Culture University, Hellenic American University, en University of the Western Cape. Daarnaast ontvangt Jan Blommaert ook een aantal prijzen en onderscheidingen waaronder Ark Prijs voor het Vrije Woord in 1993, de Emile Verhaeren Leerstoel aan de Vrije Universiteit Brussel in 2002-03 en de eerste Barbara Metzger Prize van de Wenner-Gren Foundation en Current Anthropology in 2010.
De 'meester'
Jan wordt op handen gedragen door zijn studenten en hooggewaardeerd als mentor. Hij haalt het beste in zijn leerlingen naar boven, geeft wat hij in zich heeft, vormt en inspireert. Hieronder getuigt Annelies Verdoolaege hierover. Ze werkt nog steeds aan de UGent als coördinator van het Afrika Platform van de Associatie Universiteit Gent (Afdeling Internationalisering). Maar ook de Gentse alumni Jenny-Louise Van der Aa die verbonden is aan de universiteiten van Leuven en Tilburg en Ico Maly, eveneens verbonden aan de universiteit van Tilburg, getuigen op andere plaatsen over de prominente plaats die Jan Blommaert in hun leerproces en hun professioneel leven heeft ingenomen.
Annelies Verdoolaege getuigt
De laatste keer dat ik met Jan Blommaert praatte, was in januari 2014. We waren toen met een grote delegatie van Vlaamse academici en kunstenaars in Kaapstad voor de sluitingsceremonie van een 10-jarig samenwerkingsproject tussen de University of the Western Cape en de Vlaamse universiteiten. Dat interuniversitaire samenwerkingsproject werd vanuit de UGent gecoördineerd; Jan had de samenwerking tot stand gebracht en het project tijdens de eerste fase (2003-2008) geleid – de laatste jaren met mij als zijn ‘assistant coordinator’.
University of the Western Cape
Laat ik bij het begin van deze getuigenis toch maar meteen verder gaan met Kaapstad en met de University of the Western Cape (UWC). Die samenwerking met UWC symboliseert voor mij namelijk niet enkel de persoon die Jan was, maar het is ook een van de mooiste geschenken die ik van Jan heb gekregen. De University of the Western Cape heeft een rijke geschiedenis van activisme en verzet tegen apartheid. Nu nog wordt naar de universiteit verwezen als ‘the intellectual home of the left’ en maatschappelijk engagement is een cruciaal onderdeel van UWC’s beleid, zowel op het vlak van onderwijs als onderzoek. Naar verluidt vergde het heel wat overredingskracht van Jan om de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerking ervan te overtuigen dat deze universiteit in Kaapstad wel degelijk nood had aan ondersteuning – om de onderzoekscapaciteit aan UWC op te krikken en het nodige zelfvertrouwen terug te brengen, wat uiteindelijk de basis zou leggen voor een indrukwekkend internationaal netwerk. Want inderdaad, de keuze van Jan was visionair: van een noodlijdende en ontmoedigde universiteit in 2002 groeide UWC in 2014 uit tot een zelfverzekerde academische instelling. UWC wordt nu wereldwijd erkend als een top-universiteit in verschillende wetenschappelijke domeinen; de campus heeft een transformatie ondergaan op het vlak van onderzoeksinfrastructuur en tienduizenden - vaak kansarme - studenten kunnen dankzij UWC jaarlijks hun dromen in de praktijk brengen. Niet enkel de samenwerking met de Vlaamse universiteiten is hiervoor verantwoordelijk, maar het door Jan geïnitieerde project heeft toch een nieuwe en bepalende dynamiek teweeg gebracht aan UWC. Voor mezelf en vele anderen van Jans studenten en doctorandi is UWC uitgegroeid tot een thuis, collega’s zijn vrienden geworden en we hebben het maatschappelijke en academische project van UWC allemaal in ons hart gesloten. Jan heeft mij geïntroduceerd aan UWC en vandaag, als coördinator van het Afrika Platform van de AUGent, werk ik nog steeds zeer nauw samen met deze universiteit, die zelfs een institutionele strategische partner is geworden van de UGent.
Meer is in u...
Wist ik veel, toen ik in oktober 1997 aan de opleiding Afrikaanse Talen en Culturen begon… Wist ik veel, dat die opleiding, de lessen die ik daar zou krijgen en de mensen die ik daar zou ontmoeten, uiteindelijk de rest van mijn persoonlijke en professionele leven zouden bepalen. Dat eerste jaar moet een chaos zijn geweest, want omdat ik al een opleiding Germaanse Filologie achter de rug had, kon ik de twee kandidaturen Afrikanistiek in één jaar combineren. Ik herinner me dat Jan ons vertelde over het stakhanovisme: meer doen dan van je wordt verwacht – ambitieus zijn en de lat altijd een beetje hoger leggen, dat is een van de eerste levenslessen die Jan me heeft bijgebracht. Ik herinner me hoe we de wereld rondom ons langzamerhand op een andere manier gingen zien – hoe kijken we naar ‘de ander’, hoe kijken we naar Afrika, op welke manier zitten vooroordelen ingebed in ons taalgebruik? Ik herinner me dat Jan me ervan overtuigde voor mijn eerste licentie naar de State University of New York in Albany te gaan (“want ze hebben daar een sterke opleiding African Studies en een van hun professoren antropologie is een vriend van mij”). Ik herinner me de gesprekken met Jan, in zijn kantoor in de kelder van de Rozier, over mijn licentiaatsverhandeling – toen al over taal en macht, en een vrij pijnlijk onderhoud waarin hij me onomwonden zei dat ik veel te veel woorden gebruikte als ik schreef.
Doctoreren
Ik herinner me dat Jan me stimuleerde deel te nemen aan een toelatingsexamen bij de VRT, maar ondertussen samen met mij een aanvraag tot doctoraatsbeurs voorbereidde (“zou taalgebruik, macht en verzoening in post-apartheid Zuid-Afrika niet iets voor jou zijn?”) – en op een miraculeuze manier haalde ik die BOF-beurs ook binnen. Ik herinner me vier prachtige jaren waarin ik aan mijn doctoraat werkte: zoveel kansen die me werden gegeven door Jan (“er is altijd geld te vinden om naar een boeiend congres te gaan; maak je daarover maar geen zorgen”), zoveel inspirerende gesprekken als ik op zoek was naar meer theoretische omkadering of achtergrondliteratuur, zoveel concrete tips (“je kunt je opgeven om boekbesprekingen te schrijven bij de grote tijdschriften, dat is goed voor je netwerk”). Maar ik herinner me ook veel vrijheid tijdens die vier jaar; altijd was er ruimte om workshops bij te wonen, lezingen te gaan geven op studiedagen, me te engageren in raden en commissies.
Doctoreren en dan even zoeken, want wat nu gedaan, met een doctoraat in de Afrikaanse Talen en Culturen? Maar daar kwam Jan alweer met de oplossing: vanaf 2006 maakte de universiteit geld vrij voor de ondersteuning van coördinatoren van grote onderzoeksprojecten en zo kon ik vanaf mei 2006 beginnen als assistent van Jan bij het project met UWC in Kaapstad. Nieuwe mensen kruisten mijn pad, de wereld van projectcoördinatie opende zich voor mij. De concrete steun van Jan ging echter onverminderd verder (“probeer je doctoraat te publiceren bij John Benjamins – ik heb goede ervaringen met hen”) en ook kon ik nog steeds rekenen op veel vrijheid om eigen initiatieven te ontwikkelen – zoals de oprichting van het Afrika Platform van de AUGent, samen met Karel Arnaut.
Gescheiden wegen
Vanaf 2005-2006-2007 begon Jan andere horizonten op te zoeken, eerst naar de London Institute of Education, daarna naar de Universiteit van Jyväskylä in Finland en tot slot naar de Universiteit van Tilburg. Hij had Afrikaanse Talen en Culturen zonder twijfel op de kaart gezet en bijgedragen tot de uitstraling van de opleiding. Maar de beruchte kelder in de Rozier van de Afrikanisten werd hem te klein. Voor mij was het project met UWC een springplank; ik werd actiever binnen universitaire ontwikkelingssamenwerking aan de UGent en bouwde het Afrika Platform verder uit. Uiteindelijk heb ik van mijn passie mijn werk kunnen maken, en zoveel zaadjes werden gezaaid toen ik als jonge studente Afrikanistiek of als jonge doctoranda de wereld voor mij open zag gaan: maatschappelijk engagement, Kaapstad, discours en macht, Foucault en Bourdieu, meertaligheid, SUNY Albany en UWC, dekolonisering, wereldburgerschap, racisme en beeldvorming,…zoveel van deze onderwerpen, ideeën of plekken heb ik leren kennen onder invloed van Jan Blommaert.
Op Facebook noemde ik Jan Blommaert mijn intellectuele vader, maar het is pas door in mijn geheugen te gaan graven dat ik besef hoeveel ik echt aan hem heb te danken. De twee zaken waaraan ik in mijn samenwerking met Jan ongetwijfeld het meest heb gehad, kunnen worden gevat onder de termen ‘steun’ en ‘vrijheid’ - als leermeester was hij een kompas voor mij, dat mij op weg zette als ik het noorden kwijt was, en dat me de juiste levensrichting heeft ingestuurd; als leermeester gaf hij mij het vertrouwen en de ruimte waardoor ik ben uitgegroeid tot de mens die ik nu ben. Ik ben heel trots en dankbaar mezelf een leerling van Jan Blommaert te kunnen noemen.
Frank Cotman & Annelies Verdoolaege
31 januari 2021
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank en Verdoolaege, Annelies. “Blommaert, Jan (1961-2021).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 6.2.2021. http://www.ugentmemorie.be/personen/blommaert-jan-1961-2021.
Bibliografie
http://ugentmemorialis.be/catalog/000003531
Jan Blommaert en Jef Verschueren, Het Belgische migrantendebat. De pragmatiek van de abnormalisering, eigen beheer, 1992.
Jan Blommaert, Let op je woorden, EPO, Berchem, 2016.
Jan Blommaert, Wat was er belangrijk in mijn academisch leven?, voorwoord Ico maly, EPO, Berchem, 2020.
https://jmeblommaert.wordpress.com/
https://www.researchgate.net/profile/Jan_Blommaert
https://tilburguniversity.academia.edu/JanBlommaert
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/01/08/jan-blommaert-bloemlezi...
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/01/07/afscheid-van-jan-blomma...
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2021/01/08/bella-ciao-jan-blommaert/
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2020/08/07/jan-blommaert/
https://www.diggitmagazine.com/column/jan-blommaerts-struggle
Koen Hostyn, 'De politieke economie van de leugen' in Schamper, studentenblad van de UGent, nr. 460, 25/02/2008.
Ico Maly, 'Jan Blommaert (1961-2021)' in Discourse & Society, 1-5, 2021
https://www.motief.org/over-motief/visie/jan-blomaert/
Tom Naegels, 'Jan Blommaert, voorgoed zijn stem verloren' in De Standaard, 07/01/2021.
P.H.P., 'Afrikanistiek, het zwarte schaap van de RUG?' in Schamper, studentenblad van de RUG, nr. 321, 21/10/1994.
https://www.theguardian.com/education/2021/feb/08/jan-blommaert-obituary
https://www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/nieuws/meer-nieuws/memoriam...
Mariska van Schijndel, Jan Blommaert: 'Het gevoel dat je geen greep hebt op jouw lichaam. Dat is de definitie van kanker' in Knack, 18/11/2020.