19'00 De universiteit bouwt

Rond de eeuwwisseling heerst er aan de Gentse universiteit een ware bouwwoede. Het is het logische gevolg van de evoluties binnen de exacte wetenschappen en de invoering van het praktisch onderwijs. Na de bouw van het Instituut van de Wetenschappen – het Plateaugebouw – op de Blandijnberg (1880-1890) en het Laboratorium voor Toegepaste Mechanica in de Petroolstraat (1883-1890), krijgt ook de Plantentuin een nieuw onderkomen. De tuin verhuist van de Baudeloosite naar de terreinen van de oude citadel, naast het nieuwe stadspark (1899-1903). Stadsarchitect en hoogleraar Louis Cloquet ontwerpt voor de tuin een nieuw Botanisch Instituut met laboratoria en auditoria. Deze nieuwe gebouwen bevinden zich allemaal buiten de universitaire kernsite in de Voldersstraat: de universiteit groeit en moet noodgedwongen andere stadswijken exploiteren.

Rommelaerecomplex

De grootse bouwsite bevindt zich aan de Bijloke. In 1898 verwerft de Belgische staat van de Commissie der Burgerlijke Hospitalen tegenover het burgerlijk hospitaal een terrein van 8.792 m² voor de bouw van drie geneeskundige instituten: het Rommelaerecomplex. Louis Cloquet ontwerpt een rijke architecturale vormgeving met elementen uit de neogotiek en jugendstil. Voor de binneninrichting worden revolutionaire procedés voor verlichting, ventilatie, hygiëne en verwarming gebruikt. De Instituten voor Farmacodynamie, voor Hygiëne en Bacteriologie en voor Fysiologie nemen er hun intrek. Het complex wordt in 1905 plechtig geopend door Leopold II tijdens een bezoek aan de stad Gent naar aanleiding van de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid van België. In de Instituten onderzoeken en behandelen de artsen van de universiteit hun patiënten, krijgen de studenten theoretisch en praktisch onderricht en wordt aan onderzoek gedaan in de laboratoria. Voor de verpleegkundige behandeling en hospitalisatie blijft de universiteit samenwerken met het burgerlijk ziekenhuis aan de overkant van de straat.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. "19'00 De universiteit bouwt." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 23 september 2016. www.ugentmemorie.be/gebeurtenissen/1900-de-universiteit-bouwt

Literatuur en bronnen

Marie Huyghe en Julie Vanden Bussche, Campus and the city. De ruimtelijke ontwikkeling van de universiteit als stedelijk orgaan, Gent: onuitg. masterscriptie, 2009.
Elienne Langendries en Anne-Marie Simon-Van der Meersch, Het Rommelaere complex : onderdeel van het gebouwenmasterplan voor de Gentse universiteit op het einde van de 19de eeuw, Gent, 1999.

Bekijk deze tijdlijn in groter formaat.

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Prof. Paul Fredericq schrijft in zijn dagboek over het bezoek van Leopold II aan het nieuwe Bijloke-complex in 1905.

Groot vaderlandsch feest. De Koning te Gent. Hij komt ons in de nieuwe instituten aan de Bijloke bezoeken. Toevallig heb ik met hem een gesprek. Nadat hij het proces-verbaal geteekend had, komt hij naar onze groep toe en zegt aan Haerens: ‘M. Ie professeur Etes-vous content du travail de vos élèves?

- Mais oui. Sire, cela va assez bien ... (Pause). Sire, ziende dat hij uit Haerens niet veel meer zal halen, kijkt scheel naar mij en zegt mij: ‘Et vous, M. Ie professeur? Etes-vous aussi content des étudiants?
- Oui. Sire, à Gand les étudiants travaillent bien. C' est une ville sérieuse, presque triste, rigide. Le caractère y est sérieux et studieux.
- Mais vous n' avez pas séulement que des Gantois?
- Oh non! Sire, nous avons assez bien d' étudiants étrangers et nous en sommes fiers.
- Vous aviez autrefois beaucoup de Brésiliens, je crois?
 - Oui. Sire; mais il y en a moins aujourd' hui. mais nous avons beaucoup de Bulgares, très honnêtes, très travailleurs.
- Et aussi des Roumains?
- Oui. Sire, mais ceux-Ià ne valent pas grand' chose.
- Je crois qu' ils sont un peu légers!’ zegt Sire schalks en knipoogend. En dan zeer ernstig: ‘Faites-Ies bien travailler, M. Ie professeur. Il faut que la petite Belgique fasse un grand effort pour lutter contre I' étranger.
- Sire, vous lui avez montré la voie et ouvert de grands débouchés au Congo.
- Oui. j' ai fait de mon mieux, M. Ie professeur. Mais il faut que tout Ie monde fasse son devoir. Nous sommes entourés de colosses bien redoutables.
- Oui. Sire, mais ce n' est pas une question de taille, mais de volonté.
- Oui. de volonté! Vous le dites bien, M. le professeur. Répétez-Ie sans cesse aux étudiants et pénétrez les bien de cette vérité. Adieu, Messieurs; j' ai été heureux de causer un instant avec vous de notre chère Université de Gand.
Saluut aan zijnen claque en buiging van de professors. Pirenne komt naar mij toegeschoten en zegt mij lachend en geveinsd boos: "Fredericq, c' est scandaleux. Le matin, vous n' allez pas au Te Deum et l' après-midi, Ie Roi n' a d' amabilités que pour vous!!! - Ik antwoord doodbedaard: ‘qu' en puis-je, si les têtes couronnées ne peuvent pas s' empêcher de se jèter à la mienne?’
 
uit: Dagboek van Paul Fredericq, 18 juni 1905.