2.5. Professor Soenen en de Germaanse Werkgemeenschap Vlaanderen
2. De faculteit Geneeskunde tijdens Wereldoorlog II: bezetting en collaboratie
2.5. Professor Soenen en de Germaanse Werkgemeenschap Vlaanderen
Dokter Roger Soenen (foto 23) behoort tot de meest radicale vleugel van het Vlaams nationalisme …namelijk tot diegenen die zich niet tevreden stelden met een kultureele zelfstandigheid binnen het Belgisch Staatsverband, de zogenaamde “federalisten”, maar tot die onverzoenlijke “separatisten” die alleen de redding zagen in een radikaal losscheuren van Vlaanderen uit het Belgische staatsverband en een gebeurlijke hereeniging met Nederland en eventueel met Fransch Vlaanderen….
Aan het begin van de oorlog treedt Soenen tot het V.N.V. toe en wordt hij steunend lid van het “Comité voor Dietsche Actie” dat zich de “gezondmaking van Vlaanderen” op sociaal, economisch en kultureel tot doel stelt door: een herovering van wat aan de Vlaamse Volksgemeenschap ontstolen werd, een radikale uitroeiing van alle centra van ontaarding en verbastering in Vlaanderen en de oprichting van een uitgebreide inlichtingendienst voor de bestrijding van alle contrarevolutionaire instellingen. Hij wordt op 1 april 1941 tot gewoon hoogleraar benoemd en aangesteld als docent in de ‘stelselmatige ontleedkunde’.
De komst van Soenen wordt niet op gejuich onthaald in de Faculteit. Soenen is immers geen onbekende. Tussen eind november 1931 en oktober 1933 doceert hij de cursus in de ‘stelselmatige en topografische ontleedkunde van het menschelijk lichaam’. Als niet Daels maar Bessemans tot rector van de universiteit benoemd wordt, schoffeert Soenen elkeen die tot deze benoeming bijgedragen heeft. In het Koninklijk Besluit van 11 oktober 1933 wordt vermeld hoe Soenen …het Belgisch Vaderland heeft gehoond, o.m. waar hij verklaard heeft dat de Ministers het Vlaamse belang geslachtofferd hebben op het altaar van het eene en onverdeelbare vaderland….
De inrichting van de vrije cursus ‘Grondbeginselen der Rassenkunde en een Rassenbiologie’ waar Soenen nu bij zijn terugkeer om verzoekt, wordt op 4 juni door de faculteit Geneeskunde en door rector De Smet en beheerder-inspecteur Schoep goedgekeurd. Met Duitse hulp is alles mogelijk en zo krijgt Soenen in 1941 probleemloos de functie van directeur van het Anatomisch Instituut te Gent aangeboden.
Trouw aan zijn vriend Daels – een van de grote pleitbezorgers van de kruistocht tegen het bolsjevisme – vertrekt Soenen op 6 augustus 1941 met de eerste vrijwilligers van het Vlaamsch Legioen naar het Oostfront. Als arts krijgt hij de opdracht een Vlaams Lazaret op te richten voor de gekwetste en zieke Vlaamse vrijwilligers. Op 25 augustus evenwel stuurt Soenen een protestnota naar de V.N.V.-leiding waarin hij zich op scherpe wijze over “de houding der Duitse vrienden” (sic) beklaagt. Vier “jammerklachten” formuleert Soenen waarvan de belangrijkste: …het vertrek van verdere legionnairs moet verhinderd worden, zooniet maakt het V.N.V. zich bewust medeplichtig aan wat de meerderheid van het legioen aanziet als een ronselarij van kanonnenvleesch….
24. Affiche met VNV-leider Staf de Clercq.
Daels wringt zich in alle bochten en verzoekt om een onderhoud met Speleers en Soenen: …Prof. Soenen is weergekeerd uit Polen. Van Vlaamsch Legioen is er geen sprake. Alles wordt eenvoudig ingeschakeld in de S.S. De jongens mogen niet eens een Vlaamsch lied zingen. De Duitse overheid tracht zich af te maken van de Vlaamsche officieren. (…). Mijn indruk, en ook de indruk van Prof. Soenen, is dat het V.N.V. er een kwestie van kabinet moet van maken dat aan de jongens die ginder zijn, gelegenheid wordt gegeven te kiezen: naar de S.S. officieel overgaan, wat nu reeds feitelijk het geval is, ofwel weerkeren. Wordt hun deze keus niet gelaten, dan zullen zij ons de ergste verwijten doen. En zij zullen gelijk hebben, want het V.N.V. moest voor hen al de noodige waarborgen nemen, en het VNV heeft dat niet gedaan…. Hoe groot het “Germaans Verlangen” ook is, toch is het niet bekend tot welke conclusie het bedrogen triumviraat op woensdag 27 augustus 1941 te Gent komt.
In de herfst van 1942 wordt Soenen, ondertussen aangesteld als leider van de cel Groot-Gent van DeVlag, opgezocht door dr. Schneider uit Berlijn in opdracht van de organisatie Ahnenerbe. Dr. Schneider is naar Vlaanderen gezonden met de opdracht er een “Germaansche Werkgemeenschap Vlaanderen”, een mantelorganisatie van de Ahnenerbe, op te richten.
De Germaansche Werkgemeenschap Vlaanderen treedt zeer actief op. Teneinde in de verspreiding van haar geschriften te voorzien wordt de Uitgeverij De Burcht opgericht. In juni 1943 besluit de uitgever Bernaerts tot de publicatie van Soenens’ Enkele begrippen over Ras- en Rassenkunde. Een voorbeeld van Soenens rassenhygiëne: …onharmonische rassenkruisingen, als onder meer de kruising die leidde tot de vorming van het rassenmengsel dat men Joden noemt en die hoofdzakelijk het produkt was van kruising tusschen Vooraziatisch en Orientaalsch ras met daarbij nog Negerinslag, geven aanleiding tot bastaardvormen die lichamelijk en geestelijk zwaar belast zijn…
De antisemiet Soenen, helemaal geïnspireerd door zijn illustere voorgangers George Montandon en Gustaaf Schamelhout, vervolgt: …zoo zien we dat de Joden veel meer dan andere, meer harmonische rassenmengsels, onderhevig zijn aan bepaalde konstitutioneele ziekten, als suikerziekte, bepaalde bloedvaatziekten, en dat ze geestelijk minder evenwichtig, min beheerscht zijn, dat ze minder verantwoordelijkheidsgevoel vertoonen en, als gevolg van deze onevenwichtige geestesstruktuur, een sterkere neiging hebben tot criminaliteit…. De uitgever geeft ook het blad Hamer uit dat een Vlaamse versie is van het Nederlandse tijdschrift van de Volksche Werkgemeenschap.
Op 13 mei 1944 opent Soenen te Gent de tentoonstelling Germaansch erfgoed. Met instemming van de Ahnenerbe mag de Germaanse Werkgemeenschap Vlaanderen de Irminsul als kenteken gebruiken.
Soenen publiceert culturele en vulgariserende bijdragen in de Nationaal Socialist, DeVlag, het maandblad voor Volksche Opvoeding en Volkswacht. Onder de veelzeggende titel “Erfelijkheid, Bloed en Ras” bejubelt hij de sterilisatiepolitiek van de nazi’s:…het getuigt dan ook voor het hoogstaande verantwoordelijkheidsgevoel van den Nationaalsocialistischen Staat, dat hij, door deze minderwaardigen van de voortplanting uit te sluiten, dezen vergiftigden zijstroom, tegenover den gezonden erfstroom van het bloed, weet af te dammen…
Roger Soenen, specialist in rassenkunde, lid van de SS en die er ook niet voor terugdeinst Joodse studenten te verklikken, wordt door Conti benoemd als expert in het onderzoek naar de massamoord van Winniza in Oekraïne. De elf hogeschoolprofessoren, specialisten in de rechterlijke geneeskunde, normale en pathologische anatomie, vertrekken op 13 juli 1943 vanuit Berlijn. Het Protokoll wordt op 15 juli 1943 door het professorenkorps – waar Soenen ook deel van uitmaakt - ondertekend. Na Katyn moet ook de expertise van de massamoord te Winniza, door de Russen (bolchevieken) bedreven, gebruikt worden voor de nazipropaganda tegen het Joods-bolchevisme.
Lees verder: 3.1. Het verzet aan de universiteit
Keer terug: 2.4. Leonardo Conti te gast