Falks Epsteins (1912-1942), assistent aan de UGent en slachtoffer van het nazisme

De Joodse Falks Epsteins wordt geboren in Letland en groeit er op. Na zijn middelbare studies schrijft hij zich in aan de universiteit van Riga, waar hij zijn studie natuurwetenschappen in 1935 om een nog onbekende reden moet stopzetten. Eind 1936 treffen we hem aan in Gent, waar hij toegelaten wordt in de faculteit wetenschappen van de Gentse universiteit. Hij voelt zich er meteen thuis en leert na verloop van tijd de Vlaamse studente Nora Pieruccini kennen, die er pedagogiek studeert. Hij trouwt ermee op 15 mei 1939. Hun geluk zal van korte duur zijn.

Een jeugd in Riga

Falks Epsteins (ook wel geschreven als Falk Fedor Epsteins) is een alumnus van de UGent afkomstig uit Letland. Hij wordt geboren in een Joods middenklassegezin in 1912 en volgt zijn middelbare studies aan het prestigieuze Joodse privé-gymnasium van Jacob Landau in Riga. In 1932 schrijft hij zich in aan de universiteit van dezelfde stad.

Zijn passie ligt bij de natuurwetenschappen; het liefst brengt hij zijn dagen met een microscoop door in het laboratorium. Na het academiejaar 1934-1935 moet hij echter om onduidelijke redenen zijn studie in Riga stopzetten. Hoewel de Letse grondwet sinds 1918 gelijke rechten, culturele autonomie en vrijheid van godsdienst garandeert, wordt het antisemitisme er zoals op andere plekken in Europa helaas steeds virulenter. Voor Joodse studenten wordt een strikte numerus clausus ingevoerd, waardoor velen gedwongen worden hun academische carrière in het buitenland voort te zetten. Mogelijk is Falks een van hen, want in 1936 treffen we hem aan in België, eerst in Antwerpen en vervolgens in Gent. 

Thuis in Gent

Hij bevindt er zich te midden de vele andere Oost-Europese Joodse studenten. De Gentse universiteit is in het interbellum immers een belangrijke aantrekkingspool voor Joodse studenten, met name in de exacte wetenschappen en ingenieursopleidingen. Bovendien kent de stad al van oudsher een kleine, verspreid wonende Joodse gemeenschap.

In december 1936, op 24-jarige leeftijd, krijgt Falks toelating om in Gent de opleiding natuurwetenschappen aan te vatten. Hij voelt zich er meteen thuis en leert na verloop van tijd de energieke Vlaamse studente Nora Pieruccini kennen, die er pedagogiek studeert. De twee delen regelmatig de schoolbanken en hun relatie houdt stand, ondanks het wantrouwen van Nora’s familie tegenover Falks’ buitenlandse afkomst en zijn communistische sympathieën. Zonder rekening te houden met hun bezwaren trouwt Nora op 15 mei 1939 met Falks in het stadhuis van Gent.

In oktober 1939 behaalt Falks zijn licentiaatsdiploma in de dierkunde met een thesis over Phaenokopieën bij drosaphila na bestraling met U.V. stralen. Dit moeilijke thema gaat over door omgevingsfactoren veroorzaakte veranderingen bij fruitvliegen die op genetische mutaties lijken. Hij slaagt met grote onderscheiding en hoopt vurig op een wetenschappelijke carrière. In de Gentse professor Paul Van Oye vindt hij een mentor en Falks stelt hem voor om diens vrijwillig assistent te worden. Het rectoraat toont zich echter terughoudend vanwege zijn buitenlandse afkomst en politieke overtuigingen, die lang niet overal in goede aarde vallen. Toch wordt zijn doctoraatsaanvraag op 8 mei 1940 goedgekeurd. Het is een lichtpuntje na een zeer moeilijke periode waarin zijn echtgenote Nora met een pijnlijke miskraam te kampen heeft gehad.

Falks’ prille geluk is echter van korte duur: twee dagen later vallen de Duitsers België binnen. Ondanks de bezetting krijgt hij evenwel op 1 oktober 1940 toch de graad van doctor in de natuurwetenschappen, met onderscheiding.

Kort daarop voert de bezetter de eerste zware anti-joodse maatregelen in: alle Joodse burgers ouder dan 15 moeten zich inschrijven in het Gentse Jodenregister. Begin december kondigt rector Guillaume De Smet bovendien aan dat alle Joodse medewerkers en studenten zichzelf op ‘non-actief’ moeten stellen. Falks beseft dat hij ondanks zijn doctoraat geen toekomst meer heeft aan de universiteit.

Zijn mentor professor Van Oye schrijft aanbevelingsbrieven voor hem en in februari 1941 besluit het echtpaar Epsteins-Pieruccini naar Letland te vertrekken.

Terug in Letland

Deze nog zeer jonge staat is op dat moment nog niet door de Duitsers bezet. Falks krijgt er een aanstelling als assistent aan de landbouwfaculteit van de universiteit van Riga en trekt met Nora in bij zijn ouders in Riga. Op 1 mei 1941 wordt hij officieel benoemd aan de afdeling Landbouw in het mooie en landelijke Jelgava.

Inmiddels wordt de situatie voor Joodse academici en studenten in Gent alleen maar slechter: in maart 1941 worden alle Joodse studenten officieel van de studentenrol geschrapt en wordt de universiteit voor hen verboden terrein. Op 10 mei 1941, precies één jaar na de Duitse inval in België, worden trouwens overal in Gent affiches met ‘Maatregelen tegen de Joden’ aangeplakt.

Na de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in juni 1941 wordt de Joodse bevolking van Riga samengedreven in een getto, gelegen in een van de meest miserabele wijken van de stad. Falks wordt gedwongen zich daar op te houden, terwijl Nora moet bewijzen dat ze Belgische is en geen enkele Joodse afkomst heeft. Ze wordt bovendien door de nazistische rassenwetten gedwongen om officieel van Falks te scheiden. Vanuit het getto slaagt Falks er nog in brieven naar haar te schrijven waarin hij erop aandringt dat ze naar België zou terugkeren. Dit zal slechts met veel omwegen ook daadwerkelijk lukken.

Begin 1942 ontvangt Nora Falks’ allerlaatste bericht. Daarna blijft het stil. Vermoedelijk wordt hij midden 1942 vermoord, net als de meeste Letse Joden, hetzij in het concentratiekamp Salaspils, hetzij bij een massa-executie in het woud van Rumbula.

Epiloog

Nora Pieruccini overleeft de oorlog en bouwt een mooie carrière uit als directrice in het Gentse stedelijk onderwijs. In 1956 laat ze een akte van vermoedelijk overlijden opstellen bij de Gentse burgerlijke stand, met als sterfdatum 1 juli 1942. Ze zal nooit meer hertrouwen.

De naam van Falks Epsteins prijkt, samen met die van vijf anderen, op een gedenkplaat voor de slachtoffers van de Shoah in het peristylium van de Aula Magna van de Universiteit Gent, evenals op het ‘Michaël Lustig’-monument voor de Gentse slachtoffers van de Holocaust aan de Lindenlei. Het aangrijpende levensverhaal van het echtpaar Epsteins-Pieruccini werd vastgelegd in een boek door Iñez Demarrez, alumna Germaanse talen aan de UGent.

 

Alec Vuijlsteke
Licentiaat Geschiedenis
12 maart 2025

Hoe verwijs je naar dit artikel?`
Vuijlsteke, Alec. “Falks Epsteins (1912-1942), assistent aan de UGent en slachtoffer van het nazisme” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 12.03.2025. https://www.ugentmemorie.be/personen/falks-epsteins-1912-1942-assistent-....

 

BIBLIOGRAFIE

'Brieven tussen hemel en hel. Het oorlogsverhaal van Falk en Nora Epsteins-Pieruccini', Iñez Demarrez, 2015

‘Uit de lus van de strop: Gentenaars in de bres voor de Joodse bevolking, 1940-1944’, Marc Verschooris, 2020

 

Type persoon: 
Deel deze pagina: