2.4. Leonardo Conti te gast

2. De faculteit Geneeskunde tijdens Wereldoorlog II: bezetting en collaboratie

2.4. Leonardo Conti te gast

Op het einde van het academiejaar 1940-1941 nodigt de Gentse rector zijn collega-professoren uit in het groot auditorium van de poliklinieken. Deze speciaal bijeengeroepen vergadering komt er n.a.v. het bezoek op 23 juni van Reichsgesundheitsführer Leonardo Conti. Oberstabartz Holm stelt …’n buitengewoon contingent brandstof ter beschikking der geneesheren die de oproep zullen beantwoorden…. Frans Daels en Conti nemen het woord en decaan Vlaeyen leidt hen in: …de voordracht handelde over het tuberculose-vraagstuk, over de “orde” werd geen woord gesproken…

Het is niet onbelangrijk even te refereren naar de oorlogsorden van de geneesheren. Zowel in Frankrijk, Nederland als in België worden oorlogsorden opgericht onder voogdij van de bezetter en met de actieve collaboratie van de politieke instanties van deze landen. De oorlogsorden worden opgericht in navolging van een bestaande wet of wetsvoorstel. In België betreft het de wet van 25 juli 1938, een wet die nooit is uitgevoerd. Het arrest voor de creatie van de oorlogsorde wordt gepubliceerd op 26 november 1941. De ‘missie’ van de nieuwe Orde wordt opgedeeld in 3 belangrijke punten: het reglementeren van het artsenberoep, het vrijwaren van de eer en de beroepstucht door het opstellen van een medische deontologische codex en het installeren van een beroepstribunaal in elk van de kamers. De artsensyndicaten zijn opgedoekt en maken aldus plaats voor een corporatie die steunt op de nazi-ideologie van de bezetter.De corporatistische inslag wordt verduidelijkt door de verplichte inschrijving bij de Orde der Geneesheren. Deze inschrijving is bedoeld om de ‘illegale’ artsen te vervolgen en aan te klagen. 

Conti en zijn gevolg beogen een blijvende samenwerking met de collaborerende artsen. Daels grijpt de komst van Conti aan om het dossier rond het burgerlijk hospitaal te regelen. Teneinde het Gentse stadsziekenhuis door de universiteit te laten overnemen – wat reeds van vóór de bezetting broeit – heeft hij meermaals, met de hulp van de Militärverwaltung, contact met Oberstabsartz Holm. Op bevel van het stadsbestuur worden de diensten van het hospitaal nu met instemming van de faculteit aan de universiteit overgedragen. Samen met Speleers doet Daels verder alle moeite om te beletten dat sommige geneesheren van het hospitaal assistent kunnen worden aan de universiteit. De reden is dat zij …den opgang van opkomende krachten (…) zullen dwarsbomen….

Leonardo Conti is Reichsgesundheitsführer SS en staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van Het Reich. Hij is sinds 1923 lid van de S.A., vanaf 1930 in de S.S. en leider van het Hauptamt Volksgesundheit der N.S.D.A.P. Zijn moeder Nanna Conti-Pauli is Reichshebammenführerin, voorzitster van de Nationaalsocialistische vroedvrouwenorganisatie.

      
20-21. Dr. Conti in de Aula, omringd door beheerder Schoep en rector De Smet; zicht op de spreker
en zicht op de zaal, 23 juni 1941.

Frans Daels is zeker geen onbekende bij de Conti’s, overtuigde nazi’s en antisemieten van het eerste uur. Volgens Anja Peters, in Duitsland bekend als specialiste van de Conti’s, heeft Daels meerdere contacten met Nanna Conti gehad vóór de Tweede Wereldoorlog, onder meer tijdens de congressen van de internationale vroedvrouwenorganisaties. Zo is er in 1936, naar aanleiding van het internationaal vroedvrouwencongres in Berlijn, een ontmoeting tussen hen. Het secretariaat van de Internationale Vroedvrouwenorganisatie is gevestigd in de Sint-Pietersnieuwstraat te Gent, op het thuisadres van Daels die secretaris-generaal en stichter is van deze organisatie terwijl Nanna Conti voorzitster was in de periode 1936-1938. In mei 1942 en op voorstel van Nanna Conti – op bezoek in België – wordt het adres van het secretariaat overgeheveld naar het adres van de Reichshebammenschaft te Berlin-Südende, Steglitzerstrasse 26.

In december 1940 brengt Daels met Raymond "Reimond" Speleers een bezoek aan Leonardo Conti in Marburg an der Lahn naar aanleiding van het herdenkingsfeest ter ere van Emil von Behring (de eerste Nobelprijswinnaar voor Geneeskunde). Het zijn precies Daels en Speleers van de faculteit Geneeskunde te Gent die een allerhartelijkste ontvangst zullen bieden aan Leonardo Conti bij zijn bezoek aan Gent op 23 juni 1941. Bij de genodigden - lang niet allemaal collaborerende artsen - zijn behalve Daels en Speleers aanwezig: Corneel Heymans, Adriaan Martens, Roger Soenen, Léon Elaut… evenals de pro-duitse studentendelegaties, verpleegsters, vroedvrouwen, het Vlaams Kruis, die Flämisch-Deutsche Arbeitsgemeinschaft, Winterhulp… Bij de officieel genodigden noteren we onder meer secretaris-generaal Romsée, Militärverwaltungschef E. Reeder en Constantin Canaris, de leider van de Sicherheitsdienst.

Het programma van het bezoek van de Reichsgesundsheitsführer te Gent verloopt als volgt:

·    Bezoek aan het Kriegslazarett te Gent
·    Bezoek aan de universitaire klinieken van De Bijloke
·    Voorstelling van Conti aan de professoren, leiders van het AVGV en het bestuur van het verplegend personeel
·    Toespraak van Frans Daels over de ‘sociale geneeskunde’ in het Auditorium van de Pasteurdreef
·    Ontvangst van het Conti-gezelschap door de oorlogsburgemeester Elias in het stadhuis
·    Diner in het Posthotel aan de Kouter
·    Bezoek aan het Gravensteen 

Daels neemt de verantwoordelijkheid op zich voor de organisatie van het bezoek van Leonardo Conti aan de IJzertoren in Diksmuide op 24 juni. Speleers wordt op zijn beurt door Conti aangesteld als expert voor de massamoord van de Poolse officieren in Katyn. Ondanks het feit dat Speleers geen wetsdokter is maar ophtalmoloog, benoemt Conti hem omwille van zijn nazi-sympathieën. Op 4 mei 1943 wordt het rapport van de expertise van Katyn in Berlijn overhandigd aan Conti door Ferenc Orsös, voorzitter van de commissie, in het bijzijn van Speleers.


22. Het rapport van Speleers, bewaard in het Nationale Archief van Parijs.

In 1942 wordt het NSDAP Mütterheim in Wolvertem in gebruik genomen. Het biedt een tijdelijke oplossing in afwachting van de oprichting van de Lebensborn in Wégimont. De meeste vrouwen die in Wolvertem verblijven zijn Reichsdeutsche of Volksdeutsche vrouwen, voornamelijk van de NSV (Nationalsozialistische Volkswohlfahrt). De kinderen en de vrouwen van de SS'rs zijn nauwkeurig geregistreerd volgens de selectieve Lebensborn procedure. De Lebensborn heeft tot doel het geboortecijfer te verhogen en te komen tot een zuiver, arisch ras zoals vastgelegd in de nationaalsocialistische rassenideologie. Het Mütterheim geniet de bijzondere aandacht van Nanna Conti. Zo laat zij een hoofdvroedvrouw, een Heimleiterin van een Lebensborn uit Noorwegen, naar Wolvertem overplaatsen. Deze vroedvrouw zorgt, omwille van haar misprijzende houding naar de aanwezige opgenomen Vlaamse vrouwen toe, voor onenigheid. De rapporten hierover worden tot in de kleinste details overgemaakt aan Nanna Conti, die uiteindelijk tot het ontslag van de vroedvrouw zullen leiden.

Frans Daels en zijn trouwe medewerkster Adèle Vankerckhove, directrice van de Provinciale verpleegschool, dienen een voorstel in om Vlaamse vroedvrouwen aan te stellen voor het Mütterheim van Wolvertem. Juffrouw Vankerckhove – een glühende vererherin des Führers – wordt op 28 en 29 januari 1943 door Nanna Conti ontvangen in Berlijn. Enkele maanden later, op 19 april 1943, schrijft Daels aan Nanna Conti dat hij zich bedreigd voelt in Gent en dat hij het betreurt dat men …onvoldoende in de nationaalsocialistische geest geëvolueerd was.

In een brief aan Oberstabartz Holm drukt Nanna Conti haar wens uit nogmaals België te bezoeken in 1944. Vermoedelijk heeft de evolutie van het oorlogsgebeuren dit bezoek niet meer mogelijk gemaakt. De bijzondere band van Daels met de Conti’s kan enerzijds verklaard worden door de centrale plaats die hij inneemt bij de collaborerende artsen in Gent, dat zeker het epicentrum van de medische collaboratie in het kader van de tweede Flamenpolitik mag genoemd worden. Anderzijds, door zijn functie als professor gynaecologie en supervisor van de vroedvrouwenorganisaties, samenvallend met zijn interesse voor de ‘sociale geneeskunde’.

Lees verder: 2.5. Professor Soenen en de Germaanse Werkgemeenschap Vlaanderen
Keer terug: 2.3. De Joodse aanwezigheid aan de faculteit

Deel deze pagina: