'The Place of Science in History' - Julius Mac Leod (1857-1919)
1.
Op 22 mei 1905 schrijft Sarton aan een Brusselse vriend, de dichter Raymond Limbosch: 'Ik was maandag in de omstreken van Dendermonde op botanische excursie met Mac Leod. Morgen trek ik naar Melle voor het voeren van revolutionaire propaganda.' Het propagandawerk verwijst naar de revolutionaire - lees: anarchistische, pacifistische, lebensreform - idealen die Sarton met zijn studentenvereniging Reiner Leven op dat ogenblik koestert en verspreidt. Het excursiewerk onderneemt Sarton met een groepje geëngageerde studenten natuurkunde, die onder leiding van professor Mac Leod er op uit trekken.
2.
Professor Julius Mac Leod is een Gentse botanicus, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Vlaamse Beweging en het promoten van het het Nederlands als wetenschapstaal. Maar hij heeft ook - in de lijn van Sarton - een welhaast utopische visie over de band tussen wetenschap en geschiedenis ontwikkeld. Hij publiceert zijn denkbeelden in 1915, op een ogenblik dat hij in ballingschap verblijft in Manchester, in een boekje getiteld: The Place of Science in History (1915).
3.
Mac Leod opent met de Sartoniaanse gedacht dat de highway of human progress niet het werk is geweest van ridders en koningen, maar wel van de evolutie van wetenschappelijke kennis. Op een abstract-filosofisch niveau ziet hij 'wetenschap' als een drijvende kracht in het verloop van de Geschiedenis; hij noemt wetenschap achtereenvolgens the all powerful idea, the impulse of progress en the true maker of history. De verwezenlijkingen van de wetenschap - de ontdekkingen en uitvindingen - omschrijft Mac Leod als een creative force die maatschappelijke vooruitgang genereert.
4.
Tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog benadrukt Mac Leod - wellicht wat naïef - het vreedzame karakter van wetenschappelijke vooruitgang: zij verovert enkel de waarheid, bloedloos, en met een zuivere agenda. De geschiedenis van de wetenschap - die Sarton op dat ogenblik volvoert - draagt voor Mac Leod een belangrijke morele les:
'The teaching of the history of the exact and natural sciences and of their applications, is one of the means which one can employ to improve men, fo further the unfolding of their qualities and to stifle their defects. This history offers us the spectacle of progress achieved by peaceful work. It teaches us how apparently insurmountable difficulties have been vanquished by will and perseverance'.
De lessen van de wetenschapsgeschiedenis moeten aan de man gebracht worden in alle niveaus van het onderwijs en door middel van wetenschapspopularisering zo wijd mogelijk verspreid, aldus Mac Leod. Kennis van de geschiedenis van de (natuur)wetenschappen maakt ons tot bettter men, is zijn overtuiging.
5.
Hoewel er heel wat raakpunten zijn tussen de ideeën van Sarton en Mac Leod, en beide elkaar gekend hebben, zouden ze elkaar niet rechtstreeks beïnvloed hebben, meent Sartonkenner Paul van Oye. Met de zoon van Mac Leod - Andries Mac Leod - zal Sarton wel een intieme vriendschap uitbouwen. Tussen Cambridge, Massachussets en het Zweedse Vintjärn, waar Andries als filosoof werkzaam is, onderhouden beide heren een uitvoerige correspondentie.
In zijn laatst bewaarde brief aan Mac Leod, 22 mei 1949, schrijft Sarton over hun gemeenschappelijke vriend Leo Michel Thiery, de stichter van het Gentse Schoolmuseum, wiens zoon, Herman, tot hoofd van de bibliotheek aan de Ottogracht is benoemd: dezelfde waar Sarton een halve eeuw voordien vertoefde. Hij uit zijn tevredenheid over de Spaanse vertaling van zijn 'meest leesbare' boek, The History of Science and the New Humanism (1931) en eindigt met een persoonlijke noot. Zijn vrouw Mabel stelt het goed en vindt haar greatest delight in de grote tuin van hun huis; zelf is hij maar een lazy gardener, vindt hij:
'The truth is all my energy is needed for my own work and I am so deeply immersed in my studies, that I often find it difficult to emerge from them and solve domestic problems.'
Lees het biografisch lemma van Julius Mac Leod
Lees verder: 'Your own papers are fundamental - Albert van de Velde (1871-1956)