Vanden Berghe, Louis (1923-1993)
Louis van den Berghe is een Gentse archeoloog, die naam heeft gemaakt als specialist van de pre-islamitische samenleving in Iran. Hij bezocht talloze malen het Midden-Oosten en stelde een chronologie en evolutie van de prehistorie in Zuid-Iran op die tot op vandaag grotendeels stand houdt.
Studies en loopbaan
Na zijn klassieke humaniora aan het college te Roeselare, studeert hij (1944-1948) aan het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde van de Rijksuniversiteit Gent waar hij een licentie behaalt. Hij wordt eveneens kandidaat in de Oosterse Filologie en Geschiedenis de Université Libre de Bruxelles. In 1949 en 1950 studeert Vanden Berghe ook Akkadisch, Arabisch en Oosterse Archeologie aan de Universiteiten van Amsterdam en Leiden. In 1950 behaalt hij te Gent zijn doctoraat, met het proefschrift Beschilderd aardewerk in Mesopotamië, Iran en Pakistan van de Oudste Tijden tot ca. 2000 voor onze jaartelling. Studie van stijl, ontwikkeling, verspreiding en wetenschappelijk belang.
In 1951 wordt hij eerst aangesteld als aspirant aan het NFWO, maar in hetzelfde jaar wordt hij assistent van Prof. Louis Speleers te Gent. Op 1 oktober 1953 volgt hij hem voltijds op. In 1957 wordt hij tot hoogleraar benoemd en van 1965 tot en met 31 september 1989 tot gewoon hoogleraar aan de Universiteit Gent. In 1966 wordt hij ook aangesteld als zendingsgelastigde van de sectie Iran aan het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Van 1958 tot 1988 is hij tevens hoogleraar aan het "Institut de philologie et d'histoire orientale" van de Université Libre de Bruxelles, voor de vakken Geschiedenis van Iran en Archeologie van Iran. Op 1 oktober 1989 wordt hij tot het Emeritaat toegelaten.
Vanden Berghe is secretaris (1959-60) en voorzitter (1961-63) van het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde, medestichter en eerste secretaris (1958-60) alsmede voorzitter (1960-1963) van het toenmalig Hoger Instituut voor Oosterse, Oost-europese en Afrikaanse Taalkunde en Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij is eveneens directeur-diensthoofd van het Seminarie voor de Archeologie en de Kunstgeschiedenis van het Nabije Oosten te Gent.
Eretekens en doctoraat honoris causa
In 1951 wordt hij laureaat van de Reisbeurzenwedstrijd en op 14 november 1959 wordt hij vereerd met de “Sepas”-onderscheiding van het Ministerie van Cultuur in Iran. Op 12 september 1964 ontvangt hij het doctoraat honoris causa van de Universiteit Teheran en in 1987 wordt hem door de Franse Académie des Inscriptions et Belles-Lettres de "Roman Ghirshman" prijs toegekend voor het geheel van zijn oeuvre over Oud-Iran.
Vanden Berghe is werkend lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België - Klasse der Letteren en de Morele en Staatkundige Wetenschappen. Eerst als corresponderend lid (1963) en vervolgens als werkend lid (1968). In 1973 is hij voorzitter.
Sinds 1978 is Vanden Berghe ook geassocieerd lid van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, maar ook van tal van andere buitenlandse academies is hij lid of corresponderend lid. Hij ontvangt verschillende eretekens.
Lidmaatschappen
Vanden Berghe is lid, erelid, voorzitter en ondervoorzitter van meerdere nationale en internationale wetenschappelijke verenigingen en genootschappen (“Hoge Raad voor de Archeologie van Iran”, van het “Centre pour l'Etude des problèmes du monde musulman”, van het “Vooraziatisch-Egyptisch Genootschap Ex Oriente Lux”, van het “Belgisch Genootschap voor Oosterse Studiën”, van de Belgische “Assyriologische Stichting Georges Dossin” en van de Beheerraad van de “Egyptologische Stichting Koningin Elisabeth” te Brussel en van de “Vladimir Lukonin Memorial Fund for Ancient Iranian Studies” te London).
Archeologie van pre-Islamitisch Iran
Zijn gehele onderzoek is vrijwel uitsluitend gericht op de archeologie van pre-Islamitisch Iran. Na het behalen van zijn doctoraat in 1950 vertrekt hij naar Iran tijdens het academiejaar 1950-51, waar hij de eerste Belgische student is in het kader van een uitwisselingsbeurs die hem was toegekend door de Iraanse regering. Zijn eerste veldwerk in Iran brengt hem in de zomer van 1951 naar de vlakte van Persepolis, in Zuid-Iran. Naast prospecties onderneemt hij ook enkele kleinere proefopgravingen. In de zomer van 1952 keert hij terug naar Zuid-Iran en zet hij zijn onderzoek verder. Door dit pionierswerk slaagt hij erin een chronologie en evolutie van de prehistorie in deze regio op te stellen. Tot op heden blijft deze indeling grotendeels behouden.
Tussen 1954-1957 keert hij jaarlijks naar Iran terug en vervolgde zijn onderzoek in Zuid-Iran, maar voert hij ook opgravingen uit te Khurvin, een Ijzertijd necropool op ca. 80 km. ten noordwesten van Teheran. Ook in de jaren '60 onderneemt hij regelmatig exploratietochten in Iran, zowel in de provincie Fars als in het bergachtige oosten van de Khuzistan provincie. Naast prehistorische culturen, ontdekt hij meerdere sites en monumenten van verschillende periodes. Zo lokaliseert hij meerdere prehistorische sites maar ook meerdere rotsreliëfs, Zoroastrische graven, vuuraltaren en vuurtempels (oa. het goed bewaarde komplex te Kunar Siah).
De Luristan-cultuur
Zijn belangrijkste veldwerk is ongetwijfeld te situeren in de Pusht-i Kuh Luristan (de huidige provincie Ilam), in het West-Iraanse Zagros-gebergte, grenzend aan Irak. Gefascineerd door de talrijke Luristan Bronzen in de verzamelingen van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, die helaas alle het resultaat van clandestiene plunderingen waren, heeft hij zich tot doel gesteld een antwoord te formuleren op de talrijke vragen in verband met de Luristan cultuur. Gedurende vijftien jaarlijkse campagnes (1965-1979) van elk ongeveer drie maanden in het moeilijk toegankelijke gebergte onderzoekt hij met een beperkt team van medewerkers talrijke necropolen van ca. 5000 tot 600 v. Chr. Daardoor is het mogelijk een chronologie en typologie op te stellen.
Zijn boek L'Archeologie de L'Iran Ancien (1959) blijft lange tijd de fundamentele publicatie voor de archeologie van Iran. Tevens is Vanden Berghe samen met de Franse archeoloog Roman Ghirshman de oprichter van het internationale tijdschrift Iranica Antiqua. Bovendien organiseert hij meerdere tentoonstellingen te Gent (Luristan en Urartu in 1982), te Brussel (Oud-Iraanse Kunst, 1968; Oud-Iraanse Rotsreliëfs, 1983 en Hofkunst van de Sassanieden, 1993) en verder ook te Parijs, München en Leningrad. Hij geeft ook talrijke lezingen in het binnen- en buitenland.
Ernie Haerinck
Vakgroep Archeologie UGent
25 oktober 2013
Hoe verwijs je naar dit artikel?
Haerinck, Ernie. "Vanden Berghe, Louis (1923-1993)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 21.04.2015. www.ugentmemorie.be/personen/vanden-berghe-louis-1923-1993
Bibliografie
Archief Universiteit Gent, eigen archief en signalementskaart van de Academie.