François, Jules (1907-1984)

Met 21 eredoctoraten is Jules François is niet minder dan een wetenschappelijk zwaargewicht in de oogheelkunde, en in de UGent-geschiedenis. Hij interesseerde zich als ware encyclopedist voor alle takken van de oogheelkunde maar erfelijkheid vormt de rode draad doorheen zijn onderzoek. François bouwde de Gentse Oogheelkundige Kliniek uit tot een wereldcentrum en was zelf de spil in een internationaal netwerk.

Jules François wordt geboren in Gingelom (Limburg) op 24 mei 1907. Na de Eerste Wereldoorlog verhuist de familie naar Maasmechelen waar Francois zijn humaniora doorloopt aan het College Sint-Rochus. Zijn hogere studies volgt hij aan de Katholieke Universiteit Leuven waar hij in 1930 afstudeert als dokter in de genees-, heel- en verloskunde.

Van Leuven...

François werkt een tijd op de dienst oogheelkunde van Leuven maar zijn relaties met de directeur, professor Vander Straeten zijn niet hartelijk. François verlaat Leuven en zet zijn opleiding tot oogarts tussen 1931 tot 1933 verder in Bergen bij dokter Lebas en in het Parijse Hôpital Necker-Enfants Malades. In 1933 vestigt hij zich in Charleroi als oogarts.

Het onderzoek voor zijn aggregaatsthesis, te vergelijken met een huidig doctoraatsonderzoek, over de immunologie van lensopaciteiten bij het konijn, voert François thuis uit. De moeilijke relaties met Leuven verhinderen hem immers de laboratoria te gebruiken. Zijn promotoren zijn professoren van de Universiteit van Luik. François behaalt uiteindelijk in 1942 de titel van Geaggregeerde voor het Hoger Onderwijs met een proefschrift getiteld L’influence des facteurs immunologiques sur la production des opacités cristalliniennes congénitales.

Naar Gent

Wanneer de Gentse professor Van Canneyt in 1948 als enig slachtoffer overlijdt bij een treinongeval in Arcos-de-Jalon in Spanje, vervangt François hem als docent oogheelkunde aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1954 wordt hij gewoon hoogleraar. In Gent krijgt François de leiding over de dienst Oogheelkunde. Die genoot een goede reputatie onder vader en zoon Van Duysse maar kende sinds de Tweede Wereldoorlog moeilijke jaren. François treft op de dienst twee medewerkers en verouderde apparatuur. François zal dankzij zijn uitstekende klinische reputatie het tij keren. Onder zijn vleugels groeit de dienst in enkele jaren uit tot een centrum met internationale faam. François stimuleert het wetenschappelijk onderzoek, creëert laboratoria voor biochemie, oftalmopathologie, visuele functies en oculaire electrofysiologie. Verschillenden van zijn medewerkers van het eerste uur zullen internationaal erkend worden in hun specialisatie.

Oeuvre

François vertoont interesse in alle takken van de opthamologie. In de laboratoria van zijn Kliniek voor Oogziekten bestuderen hij en zijn team de biochemie van het oog, het kleurenzicht, de electroretinografie, de anatomie en glaukoom. Telkens een nieuwe techniek beloftevol lijkt, stelt François een jonge medewerker aan om zich deze techniek eigen te maken. Met het apparaat moet de assistent vervolgens zijn plan trekken. Al zeer vroeg interesseert François zich ook in de oftalmogenetica. Hij richt één van de eerste centra medische genetica op die hij toevertrouwd aan Maria Matton. Hoewel hij zijn omvangrijke labo goed moest en kon managen, heeft François een gezonde hekel aan administratie en heeft hij nooit decanale of rectorale ambities gehad.

Encyclopedist van de oogheelkunde

François publiceert tijdens zijn carrière niet minder dan 34 (met de hand geschreven!) boeken en 1800 artikels, over alle takken van de ophtamologie. Een hallucinant aantal dat hij bereikt omdat hij de teksten van zijn medewerkers verbetert, aanvult of herschrijft waarna hij zijn naam als eerste op de auteurslijst noteert. François is een niettemin een indrukwekkend encyclopedist. Zijn wetenschappelijke productie behelst het merendeel van de oogheelkunde. Hij houdt eraan volledig te zijn en weinigen hebben een gelijkaardige, uitgediepte bibliografie. Zijn zorgvuldig samengestelde bibliotheek groeit uit tot één van de rijkste oftalmologische bibliotheken ter wereld.

Internationaal spilfiguur

Professor François is een uitzonderlijke leermeester en zijn faam lokt heel wat buitenlanders naar Gent. De lijst van alumni van de Gentse Oogheelkundige Kliniek telt meer dan honderd namen afkomstig uit drieëndertig landen. Het internationale studentenpubliek en de organisatie van verscheidene congressen maken van Gent een internationale ontmoetingsplaats voor oftalmologen. Niet alleen oogheelkundigen maar ook patiënten komen van over de hele wereld advies vragen bij François. Hij is behalve een onderzoeker immers ook een uitstekende clinicus en een handige oogchirurg.

François is een diplomaat die begrijpt dat het essentieel is internationale contacten te leggen. Hij wordt een drijvende kracht en spilfiguur in het internationale netwerk van oogheelkundigen. Hij is achtereenvolgens secretaris-generaal, voorzitter en tenslotte voorzitter voor het leven van de International Council of Ophthalmology en van de Europese Vereniging voor Oogheelkunde. In 1975 sticht hij de Academia Ophthalmologica Internationalis en ook daar wordt hij tot voorzitter voor het leven benoemd. Zijn eigen buitenlandse verblijven als gastspreker op congressen houdt hij het liefst zo kort mogelijk. Soms tot gevolg dat hij tweemaal in dezelfde week naar de Verenigde Staten reist.

21 eredoctoraten

Zijn internationale naam en faam worden geïllustreerd door zijn vele lidmaatschappen. François is lid of erelid van meer dan 120 wetenschappelijke verenigingen. Hij is onder meer lid en gewoon voorzitter van de Académie Royale de Médecine de Belgique, erelid van de Vlaamse Koninklijke Academie voor Geneeskunde, lid van de Académie de Médecine de France en van de Deutsche Akademie der Naturforscher Leopoldina. Hij ontvangt van maar liefst 21 universiteiten een eredoctoraat en talloze medailles waaronder de Gonin-medaille, de belangrijkste onderscheiding in de oogheelkunde. In 1982 wordt hij tot de adelstand verheven en krijgt hij de titel van baron.

Actieve oude dag

Zijn emeritaat in 1977 betekent niet het einde van zijn professionele activiteiten. Hoewel hij zijn klinische activiteiten terugschroeft, blijft François nog twee jaar actief in de Oogheelkundige Kliniek en tot zijn overlijden onderhoudt hij internationale contacten en publiceert hij artikels. Jules François overlijdt op 13 augustus 1984 op 77-jarige leeftijd op vakantie in Zermatt te Zwitserland. Hij werkte er aan wat zijn laatste publicatie zou worden.

De wetenschappelijke erfenis van François wordt mee bewaakt door de Jules François Stichting die werd opgericht bij zijn emeritaat. De Stichting verleent om de vier jaar de Jules François Medaille ter waarde van 10.000 euro aan een verdienstelijke onderzoeker in de oogheelkunde.  De bibliotheek voor oogheelkunde Jules François, waarvan hij wenste dat die na zijn dood zou blijven bestaan, blijft tot op vandaag de beste getuigenis van zijn levenswerk.

Jean-Jacques De Laey
Oogheelkundige UZGent
14 maart 2017

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

De Laey, Jean-Jacques. "François, Jules (1907-1984)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 14.03.2017. www.ugentmemorie.be/personen/françois-jules-1907-1984.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be
"In Memoriam Baron Professor Jules François." British Journal of Ophthalmology 1985 (69,3) 236.
Winkelman, J. E. "Award of the Donders Medal to Prof. J. François" Ophthalmologica, 1975 (171) 386–389.
Jules François Bibliotheek

Type persoon: 
Deel deze pagina: