Van de Velde, Jean-Jacques (1897 - 1961)

Specialist hart- en longziekten Jean-Jacques Van de Velde is een typevoorbeeld van hoe academici aan de Universiteit van Gent ook vaak het stedelijk weefsel versterken. Zijn sociaal engagement spreidde hij tentoon als geneesheer in het Burgerlijk hospitaal aan de Bijloke, maar ook tijdens Wereldoorlog II speelde hij zijn rol in het verzet als informant, als dokter en door twee joodse meisjes te laten onderduiken bij hem. Hierbovenop was Van de Velde begeesterd door de geschiedenis van de geneeskunde, waarover hij een vrije cursus doceerde.  

Geneeskunde in theorie en praktijk

Jean Van de Velde groeit op in een burgerlijk academisch milieu. Zijn vader Albert is professor aan de Landbouwhogeschool en de Gentse universiteit, gespecialiseerd in scheikunde en bacteriologie en tevens directeur van het Gentse stadslaboratorium van 1900 tot 1932. De moeder van Jean is de dochter van de Gentse hoogleraar in de anatomie en oud-rector Hector Leboucq en zus van hoogleraar anatomie Georges Leboucq. Van de Velde huwt in 1927 ten slotte Henriette De Waele, dochter van collega Henri De Waele.

Met dit familienetwerk ligt een academische carrière voor de hand. Maar naast zijn academische loopbaan blijft Van de Velde ook een man van de praktijk. Van 1927 tot aan zijn dood in 1961 is hij verbonden aan het Burgerlijk Hospitaal van Gent als adjunct-geneesheer en later als dienstoverste van de inwendige kliniek. Jean vertoont net als zijn vader een grote interesse voor de geschiedenis van de geneeskunde.

Ruime interessegebieden

Van de Velde doet zijn middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum te Gent. Tijdens de Eerste Wereldoorlog haalt hij het diploma van ouvrier brasseur aan de Ecole de Brasserie te Gent (1916) en studeert van 1916 tot 1918 bouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten; de Gentse universiteit is immers tijdens de oorlogsjaren in handen van de activisten.

Na de oorlog promoveert Van de Velde als doctor in de wetenschappen, groep dierkunde in 1921 en als doctor in de genees-, heel- en verloskunde in 1924. In 1921 studeert Van de Velde tevens in Frankrijk aan het Station Biologique te Wimereux en in 1922 aan het Laboratoire Lacaze Duthiers te Roscoff. Gedurende zijn studentenjaren is hij vrijwillig medewerker bij zijn vader in het Stadslaboratorium (1918-1919) en leerling-assistent in het Instituut voor Zoölogie aan de universiteit (1920-1921). Van de Velde krijgt in 1924-25 een beurs als CRB-Educational Foundation fellow en studeert aan het John Hopkins Hospital in Baltimore en aan de Mayo Clinic in Rochester Minnesota. Hij specialiseert in hart- en longziekten. Gedurende zijn hele loopbaan blijft hij geïnteresseerd in zoölogie, fysiologie, inwendige ziekten en de geschiedenis van de geneeskunde, waar hij trouwens een vrije cursus over doceert.

Academische loopbaan

In 1923 wordt Van de Velde benoemd tot assistent in de fysiologie en in 1925 tot docent, toegevoegd aan zijn toekomstige schoonvader Henri De Waele. Hij krijgt het Nederlandstalig onderwijs van de algemene en speciale fysiologie alsmede van de fysiologische scheikunde toegewezen. Hij wordt bevorderd tot buitengewoon hoogleraar in 1934 en tot gewoon hoogleraar in 1936. Gedurende zijn loopbaan doceert hij aan de kandidaturen Natuurwetenschappen en Geneeskunde en in het H.I.L.O. Hij is secretaris van de faculteit Geneeskunde van 1939 tot ’41 en van september 1944 tot 1945, waarna hij decaan wordt tot 1946. Ten slotte is hij secretaris van de Academieraad voor 1959-60. 

Een begeesterd practicus

De eerste contacten van Van de Velde met het Burgerlijk Hospitaal dateren van 1920, wanneer hij als geneeskundestudent stages doet als interne en externe arts in opleiding. Hij solliciteert in 1927 en wordt aangeworven als adjunct-geneesheer. In 1932 wordt hij aan de dienst van het basaal metabolisme en de dienst electro-cardiografie gehecht. Bij de pensionering van dokter Ronse volgt Van de Velde hem op als geneesheer-dienstoverste inwendige ziekten, afdeling kamers mannen en vrouwen. Hij oefent deze functie uit tot aan zijn voortijdig overlijden, aan de gevolgen van een chirurgische ingreep.

De Tweede Wereldoorlog

Bij het begin van de oorlog wordt Van de Velde gemobiliseerd. Maar hij neemt eind augustus zijn functie in de Bijloke terug op. Tijdens de oorlog is hij actief in het verzet, onder meer als sectiegeneesheer van het Geheim Leger Z.III.E.M. vanaf 1942 en bij het inlichtingennet Marc sedert begin ’44. Hij wordt hiervoor door het Gentse stadsbestuur onderscheiden. Zijn echtgenote ontvangt een erkentelijkheidsmedaille voor haar activiteiten bij het Rode Kruis en de bedeling van maaltijden tijdens de bezettingsmaanden.

Wanneer de deportatie van de Joodse gemeenschap in Gent op 9 september 1942 begint, vangt het gezin Van de Velde twee meisjes op van de Roemeense familie Podgaetzki. De kinderen groeien samen op in het huis aan de Coupure, met de vier dochters van Van de Velde. De zesjarige Nora loopt school in het Institut de Kerckhove onder de naam Van de Velde en wordt zelfs niet door de buren verklikt, die de naam hebben collaborateurs te zijn. In 1978 erkent Yad Vashem postuum Jean Van de Velde en Henriette De Waele als Rechtvaardigen.

Frank Cotman
Vakgroep Geschiedenis UGent
9 september 2013

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Cotman, Frank. "Van de Velde, Jean-Jacques (1897 - 1961)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 21.04.2015. www.ugentmemorie.be/personen/van-de-velde-jean-jacques-1897-1961.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Personeelsdossier Jean Van de Velde (Archief OCMW Gent, nr 003-02-01/1/9999/4945).

Jaarverslag over 1940 uit het Burgerlijk Hospitaal de Bijloke (Archief OCMW Gent, Bijlage A., Oorlogsperiode. Samenvatting, 006-01/1/2006/72).

Personeelsdossier Jean Van de Velde (Archief UGent, 335).

Leusen, Isadore R. 125 Jaar fysiologie in de faculteit Geneeskunde van de Universiteit te Gent : 1817-1942. Gent: RUG. Archief, 2000.

Vande Casteele, L. "Spanningsvelden tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog. Een focus op de Coupure." Gentsche Tydinghen 39, nr. 1 (2010).

Verschooris, Marc. Schrijven in de schaduw van de dood : over thuiskomen, opduiken en achterblijven (1945-1955). Gent: Snoeck, 2005.

Type persoon: 
Deel deze pagina: