Quackelbeen, Julien (1935-2016)

Pedagoog en klinisch psycholoog Julien Quackelbeen is voor Vlaanderen een founding father van de psychoanalyse, een discipline die tot op vandaag tot hevige debatten tussen voor- en tegenstanders kan leiden. Quackelbeen ligt aan de basis van de huidige vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie die in 1992 het licht zag. Vanaf eind jaren 1970 organiseerde hij lezingen, leesgroepen, seminaries, studiedagen en congressen over psychoanalyse, richt hij een postgraduaatsopleiding in, startte hij tijdschriften en boekenreeksen op en was hij oprichter van het Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie. De psychoanalyse is nooit de dominante benadering geworden aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, maar heeft mede dankzij Quackelbeen niettemin haar plaats verworven aan de UGent.

Lacan in Vlaanderen

Zo'n twintig jaar terug, om en rond 1995, sprak ik met twee naar Parijs geëmigreerde Oostenrijkers over de sterke aanwezigheid van de lacaniaanse psychoanalyse aan de Universiteit Gent en, per uitbreiding, in het psychologisch werkveld in Oost- en West-Vlaanderen. Beide heren verwonderden zich namelijk over het contrast met Nederland, waar dit denken veel moeilijker voet aan de grond kreeg. Ik herinner mij dat één van hen zich ter verklaring van dit onmiskenbare gegeven liet ontvallen: "Vreemd toch, want jullie Vlamingen zijn toch ook protestants?"
Dit uitgangspunt vormt stof voor een interessant debat. Maar wat er ook van weze, wie het wil hebben over de impact van de psychoanalyse vandaag in Vlaanderen, kan onmogelijk rond de figuur en het parcours van professor Julien Quackelbeen, zowel binnen als buiten de universiteit.

Pedagoog en decaan in Lubumbashi

Zoals zovele studenten in de psychologie leer ik Julien Quackelbeen kennen als een uitzonderlijk goed lesgever. Voor Quackelbeen is een college iets anders  dan het napraten van wat in de cursus staat, of, zoals vandaag de dag maar al te vaak het geval is, het afhaspelen van een PowerPoint. In zijn lessen ontmoet je hem ook als mens (hij verschuilt zich niet achter zijn weten) en word je uiteraard soms zelf erg geraakt door wat hij zei (psychoanalyse gaat namelijk over de mens in zijn alledaagsheid).
Hierbij komt dat Julien Quackelbeen mede vanuit zijn eigen basisopleiding een buitengewoon sterke pedagogische drijfveer heeft. Zo promoveert hij in 1966 in de pedagogiek op een proefschrift over plastische opvoeding en is hij twee keer decaan van de faculté de Psychologie et de Pédagogie van de universiteit te Lubumbashi (Congo). Hij verzamelt ook zijn hele leven Congolese kunst en bewondert Frans Olbrechts' schrijven over deze materie omdat hij de 'niet-westerse' kunst als volwaardig beschouwt en als dusdanig afwijkt van een koloniale wetenschappelijke benadering. Wie bij Quackelbeen studeert of werkt (als student, als assistent) krijgt een stuk vorming in de betekenis van het Duitse Bildung. Als dusdanig overstijgt deze vorming ruimschoots elke "informatieoverdracht" uit enig academisch vakgebied en impliceert een onderdompeling in literatuur en kunst, en, voor wie dit aandurft of gewoon nodig heeft, een psychoanalytische kuur.

Dienaar van de psychoanalyse

Waar hij van de universiteit ooit de opdracht kreeg om de optie klinische psychologie mee uit te bouwen, dan vertaalt hij deze opdracht vanaf het einde van de jaren 1970 in de doelstelling om een aantal analytici te vormen en zodoende de psychoanalyse ook in Vlaanderen op de kaart te zetten.
Dit is een demarche die ik typisch durf te noemen voor Julien Quackelbeen. Hij gebruikt de universiteit als instrument om de psychoanalyse te dienen, en terzelfder tijd vindt hij de psychoanalyse te belangrijk om haar over te laten aan de psychoanalytische verenigingen. Hij cultiveert haar daarom ook binnen de universiteit.
Om dit laatste samen met anderen te kunnen doen, creëert hij een aantal werkinstrumenten. Een eerste hiervan is het zogenaamde "postgraduaat", een forum waar geïnteresseerden, ongeacht hun vooropleiding, hun klinische en theoretische vorming permanent kunnen verderzetten door het bijwonen van lezingen en seminaries of door deel te nemen aan één van de vele leesgroepen die worden opgestart. Dit initiatief evolueert doorheen de jaren tot een meerjarige postgraduaatsopleiding. Deze traditie wordt tot op vandaag in ere gehouden door de vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie in twee Permanente Opleidingen in de Psychoanalytische Psychotherapie.

Psychoanalytische Perspectieven

Een tweede instrument zijn publicaties. Julien Quackelbeen is niet enkel een begenadigd spreker, maar hij heeft ook een goede pen. Hij vindt het heel belangrijk dat er wordt gepubliceerd en moedigt iedereen daartoe aan. Zo behoort het tot zijn beleid om studenten die een goede licentiaatsverhandeling hebben geschreven uit te nodigen om uit hun verhandeling een artikel te puren en ter publicatie aan te bieden. Quackelbeens opmerkelijke toewijding aan publiceren verschilt wel van de hedendaagse publicatiecultuur aan universiteiten. Hij doet dit namelijk in de jaren 1980 en 1990, dat wil zeggen in een periode lang voor de huidige outputmanie met bijhorende dynamieken en karakteristieken (meervoudig auteurschap, Angelsaksisch, academisch Engels maar overigens vaak "onleesbaar"…). Volgens Quackelbeen schrijft men omdat men graag schrijft, of omdat men meent iets te zeggen te hebben, en niet zozeer omdat men moet schrijven. Uitwisseling en overdracht, schriftelijk dan, staan op het eerste plan voor Quackelbeen. Daarom richt hij begin jaren 1980 twee tijdschriften op, de Psychoanalytische Perspectieven en de Rondzendbrief uit het Freudiaanse Veld, en start hij ook twee boekenreeksen op.

Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie

Een derde en een vierde instrument roept Julien Quackelbeen in het leven buiten de universiteit. Beide kennen nog steeds een bloeiend bestaan, al is de band met de universiteit minder hecht geworden. We hebben het dan over twee verenigingen: het Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie, een soort van "beroepsvereniging" die het licht ziet in 1990, en het daarbij aanleunende Vormingsinstituut, dat pas na Quackelbeens emeritaat in 2000 effectief wordt opgericht.
Vermelden we nog, als vijfde en laatste instrument, de tientallen studiedagen en congressen die onder impetus van Julien Quackelbeen her en der in (vooral) beide Vlaanders, Oost- en West-Vlaanderen, worden georganiseerd. Deze behandelen de meest uiteenlopende klinische en theoretische thema's.

“Één per één”

Het hoeft geen betoog: alle verhoudingen in acht genomen, de invloed van Julien Quackelbeen was en is bijzonder groot. Zelf pleegt hij te zeggen, in navolging van Jacques Lacan: "De psychoanalyse oefent haar invloed uit, één per één". Die uitspraak verwijst naar het individuele avontuur van de psychoanalytische kuur, waarbij een enkeling zich gedurende jaren gaat uitspreken bij een ander, bij een klankbord, bij zijn analyticus. Zo'n onderneming heeft vanzelfsprekend repercussies, laat een spoor na, ver-andert iemand ("een beetje, misschien" zou Julien hier tegenwerpen). Maar tel al deze avonturen op en na één generatie, na pakweg twintig à vijfentwintig jaar, is de invloed die één analyticus uitoefent groot te noemen. Vooral wanneer die analyses hebben geleid tot de vorming van nieuwe analytici die op hun beurt het werk "één per één" aanvatten, of die als clinicus in één of andere institutionele setting zijn tewerkgesteld.

De kruisbestuiving van zijn werk als analyticus met zijn werk als academicus heeft ervoor gezorgd dat zijn stem nog lang hoorbaar zal zijn. Vele van de door hem gevormde studenten en doctoraatstudenten hebben ondertussen zelf hun weg gevonden, aan universiteit en hogeschool, in binnen- en buitenland, en zetten op hun manier zijn werk verder.

Julien was voor mij een geliefde professor, een mentor, een vaderfiguur, een compagnon de route en een kompaan. Voor alles wat je voor mij betekende in één van deze voor mij werkzame hoedanigheden, dank ik je Julien!

 

Prof. dr. Filip Geerardyn
Vakgroep Psychoanalyse en Raadplegingspsychologie UGent
Oktober 2016

 Deze tekst verscheen eerder in licht andere vorm in het tijdschrift Psychoanalytische Perspectieven, opgericht in 1981 door Julien Quackelbeen zelf.

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Geerardyn, Filip. “Quackelbeen, Julien (1935-2016).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd op 09.02.2017. www.ugentmemorie.be/personen/quackelbeen-julien-1935-2016.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Geerardyn, Filip. “In memoriam Julien Quackelbeen.” Psychoanalytische Perspectieven 34, nr. 1 (2016): 9-12.

Geerardyn, Filip. "De bemeestering van de drift in de Afrikaanse kunst en in het verzamelen ervan. Een interview met Julien Quackelbeen." Psychoanalytische Perspectieven 24, nr. 1 (2006): 55-68.

Tijdschrift Psychoanalytische Perspectieven (1981-heden)

Tijdschrift Rondzendbrief uit het Freudiaanse Veld (1982-2005)

Website Psychoanalytische Perspectieven

Website van het Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie

Deel deze pagina: 

Herinneringen

Julien Quackelbeen past psychoanalyse ook toe op zijn verzameling Congolese kunst

"Wat [...] als centraal criterium oprees, was het aanvoelen van "la maîtrise de la pulsion", van hoe in die beeldhouwwerken de drift bemeesterd werd. Men spreekt wel over het zogenaamde primitivisme en over "les arts primitifs", maar die werken tonen tezelfdertijd een enorme stootkracht en een enorme beheersing van die kracht, een codificering ervan. Dat gaat fundamenteel over de erotische drift en de beheersing ervan. Eigenlijk is dat een van de meest menselijke problemen die er zijn: hoe brengt men die driftmatige aanzet in zichzelf op orde zodat men kan losgelaten worden in de gemeenschap? Afrikaanse traditionele gemeenschappen zijn te karakteriseren als gemeenschappen van de maat."

Psychoanalyticus Julien Quackelbeen maakt zijn eerste reis naar Congo in 1957. Hij legt zijn hele leven een collectie Afrikaanse kunst aan, vooral maskers en beelden. De aantrekkingskracht van Congolese kunst ligt voor hem vervat in wat hij noemt "de bemeestering van de drift". 

Uit: Geerardyn, Filip. "De bemeestering van de drift in de Afrikaanse kunst en in het verzamelen ervan. Een interview met Julien Quackelbeen." Psychoanalytische Perspectieven 24, nr. 1 (2006): 62-63.

 

 

 

Psychoanalyticus en verzamelaar van Afrikaanse kunst Julien Quackelbeen roemt Olbrechts

"Ik breng hier [...] graag een groet [...] aan het werk van Olbrechts over Les arts plastiques du Congo Belge, een wonderboek voor die tijd en nog altijd een groot boek."

Pedagoog en psycholoog Julien Quackelbeen was ook een fervent verzamelaar van Afrikaanse kunst vanuit een psychoanalytische fascinatie. Hij roemt in 2006 Frans Olbrechts' in 1959 postuum uitgegeven ​Les arts plastiques du Congo Belge. Voor Quackelbeen oversteeg Olbrechts de koloniale en racistische blik op 'niet-westerse' kunst.

uit: Geerardyn, Filip. "De bemeestering van de drift in de Afrikaanse kunst en in het verzamelen ervan. Een interview met Julien Quackelbeen." Psychoanalytische Perspectieven 24, nr. 1 (2006): 65.