Boek: Twee jonge Vlamingen in Den Grooten Oorlog

Twee jonge Vlamningen, August Balthazar, die later minister zou worden en Leo Picard, een aankomend groot journalist houden tijdens de Eerste Wereldoorlog elk een dagboek bij. Ze beschrijven de oorlog elk vanuit een verschillend, maar toch met elkaar vervlochten standpunt en geven een verhelderend inzicht in de Vlaamse Beweging en het activisme.

Vlamingen tijdens WOI

August Balthazar stamt uit een Gents arbeidersgezin. De jonge socialistische militant wordt in 1914 soldaat en in september reeds krijgsgevangene. In het kamp van Göttingen wordt hij geconfronteerd met het activisme. Leo Picard is een telg uit een middenstandsgezin. Kort na de bezetting sluit hij zich aan bij de radicaal-activistische groep Jong-Vlaanderen. Hij evolueert echter naar een meer gematigd Vlaams standpunt. In 1915 neemt hij ontslag als hoofdredacteur van de Gentse krant De Vlaamse Post, die met Duitse steun wordt uitgegeven.

 

Professoren

In hun geschiedenis passeren ook een aantal Gentse professoren de revue. In het bijzonder de historici Paul Fredericq, Hubert Van Houtte en vooral Henri Pirenne, die de geschiedenisstudent Leo Picard ondanks politieke meningsverschillen, met name over de Vlaamse beweging, zijn hele leven als zijn belangrijkste intellectuele leermeester bleef beschouwen

Duiding

Emeritus hoogleraar geschiedenis Herman Balthazar en stadsarchivaris van Lokeren Nico Van Campenhout duiden beide dagboeken en brengen in de biografische schets van de schrijvers ervan nieuwe inzichten over het activisme en zijn diepe nawerking in de Belgische geschiedenis.

Meer informatie

www.lannoo.be/twee-jonge-vlamingen-den-grooten-oorlog

Datum: 
maandag, juni 30, 2014 tot vrijdag, oktober 31, 2014