Windturbines

Naast de E40 tussen de afritten Merelbeke en Wetteren staan de drie windturbines met logo van de UGent. De UGent stelt de gronden van de Proefhoeve in Melle waarop ze staan voor twintig jaar ter beschikking – in opstal – aan het energiebedrijf EDF-Luminus. In ruil kan de universiteit de groene elektriciteit die wordt opgewekt door de windmolens aan gunsttarief kopen.

Windenergie

De honderd meter hoge windturbines zijn van het type Eneron E-82. Het zijn geluidsarme machines met elk een vermogen van 2,3 megawatt. Ze produceren samen jaarlijks gemiddeld 13 miljoen kilowattuur, het equivalent van het verbruik van 3.250 gezinnen. De turbines leveren gemiddeld  22% van het totale jaarlijkse energieverbruik van de UGent. Meer specifiek is de energie bestemd voor campus Ardoyen, met 31% van het totale elektriciteitsverbruik de grote slokop van de UGent. De turbines kunnen het merendeel (68%) van die nodige energie leveren. Afhankelijk van de reguliere stroomprijs en de windkracht bespaart de UGent via de windmolens jaarlijks 100.000 tot 300.000 euro op haar elektriciteitsrekening.

NIMBY

De windturbines werden op 9 maart 2010 plechtig ingehuldigd door rector Paul Van Cauwenberge, Vlaams minister voor Energie Freya Van den Bossche, CEO van (toen nog) SPE-Luminus en KUL-professor Luc Sterckx en burgemeester van Melle Dirk De Maeseneer. Het plan van de windturbines was nochtans al concreet in 2003 en kwam er op initiatief van de vorige directeur van SPE-Luminus, tevens alumnus van de vakgroep Mechanica van Stroom, Warmte en Verbranding. De universiteit kreeg toen een milieuvergunning van minister Jef Tavernier, die vol lof was over de pioniersrol van de UGent om eigen, groene stroom op te wekken. Naast een aantal veiligheidsaanpassingen – de wieken draaiden volgens het eerste inplantingsplan bijvoorbeeld in de helikoptervliegzone van de E40 – hebben buurtbewoners de totstandkoming aanzienlijk vertraagd met allerlei protestacties. Ze argumenteerden met de schending van open landschap, visuele hinder, geluidshinder, gevaar voor ijsafzetting en een gebrek aan maatschappelijk belang omdat alleen de universiteit van de opgewekte energie gebruik zou maken. De Raad van State maakte uiteindelijk een einde aan de procedureslag ten voordele van de UGent.

Energiebeleid aan de UGent

Het voorstel van SPE om windmolens te zetten in Melle, kwam gelijktijdig met het Energiezorgproject (2000-2001) van de universiteit onder toezicht van Erik Dick van de vakgroep Mechanica van Stroom, Warmte en Verbranding. Behalve de doelstelling om de energiefactuur van de universiteit structureel te verlagen, was het ook de bedoeling de UGent een voorlopersrol toe te delen op het vlak van rationeel energiegebruik.

In 2003 schaarde het bestuurscollege zich bijkomend achter een Welzijns- en milieubeleidsverklaring en werd een werkgroep ‘energiebeleid’ opgericht. Niet toevallig tekende de Associatie UGent datzelfde jaar het Copernicus University Charter for Sustainable Development. Het charter uit 1993 dat gedragen wordt door de Association of European Universities – een direct gevolg van de klimaatconferentie in Rio datzelfde jaar – beoogt dat universiteiten in hun onderwijs en onderzoek rekening houden met duurzame ontwikkeling.

Sinds 2008 haalt de UGent al haar stroom uit groene energie – zelf opgewekt of aangekocht – en stoot de universiteit in theorie geen CO2 uit. De bouw en inwerkingtreding van de windturbines in 2009/10 zorgde voor heel wat persbelangstelling die de voortrekkersrol van de UGent op het vlak van energie en milieu in Vlaanderen onderstreepte. De gebeurtenis verliep bovendien parallel aan de start van een heus energiebeleidsplan waarin de UGent zich engageerde tot een daling van het energieverbruik ten opzichte van 1998 met 10% in 2012 en 20% in 2020.

Veldlabo kleine windturbines van Power-Link

De wetenschappelijke expertise over hernieuwbare energie aan de UGent wordt sinds 2006 gebundeld in het energiekennisplatform Power-Link. Dat vertaalt de kennis in educatieve, demonstratieve en investeringsprojecten op het UGent-wetenschapspark GreenBridge in Oostende. In 2012 plaatste Power-Link zes kleine windturbines in het Small Wind Turbines Field Laboratory. In dit veldlaboratorium worden de energetische productie, het geluid, de mastconstructie en het generatorontwerp van kleine turbines getest met als doel het ontwerp en de prestaties te verbeteren en de jonge markt ‘de wind in de zeilen te geven’.

Een nieuwe turbine bij het Instituut voor Nucleaire Wetenschappen?

Mede dankzij de duurzaamheidsrapporten van 2013 en 2016, het Duurzaamheidskantoor, het Duurzaamheidspact en de participatieve denktank Transitie UGent, die overigens over veel meer gaan dan enkel energiebeleid, raast de duurzaamheidstrein verder door de UGent. Opnieuw ligt een concreet windmolenproject op de vergadertafel van het bestuurscollege, ditmaal als eigendom van een op te richten energiecoöperatie. Zeer symbolisch voor de energetische transitie zou die komen bij het Instituut voor Nucleaire Wetenschappen in de Proeftuinstraat.

Fien Danniau
Vakgroep Geschiedenis UGent
17 mei 2017
Met dank aan Erick Dick, Benjamin Vande Velde en Riet Van de Velde.

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Danniau, Fien. “Windturbines.” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 17.05.2017. (http://www.ugentmemorie.be/plaatsen/windturbines)

Bibliografie

“Eindverslag project energiebeheer.” Nota voor het Bestuurscollege van de UGent opgesteld door de Dienst van de Milieucoördinator. 02.10.2002. (Archief Afdeling Milieu UGent)
“Energiebeleidsplan 2009.” Nota voor het Bestuurscollege van de UGent opgesteld door DGFB, DICT, vakgroep Mechanica van Stroming, Verbranding en Warmte van de faculteit Ingenieurswetenschappen. 19.02.2009. (Archief Afdeling Milieu)
Duurzaamheidsverslag 2013. Gent: UGent, 2013.
Duurzaamheidsverslag 2016. Gent: UGent, 2016.
"Duurzaamheidsbeleid Energie UGent." UGent. Geraadpleegd 03.04.2017. (www.ugent.be/nl/univgent/waarvoor-staat-ugent/duurzaamheidsbeleid/duurza...)

“Verzet tegen windmolens groeit.” Het Nieuwsblad/Gent en rand. 20 Sep. 2005. 19.
“Studenten willen Kyoto-norm overtreffen.” De Morgen. 17 Juli 2001. 7.

www.transitie.ugent.be
www.swtfieldlab.ugent.be
www.ugent.be/power-link

Deel deze pagina: