Minne-Barth, Jean-Baptiste (1796-1851)

Jean-Baptiste jurist Minne-Barth schreef zich in 1817 als een van de eerste studenten in aan de nieuwe Gentse universiteit. In de woelige periode na de Belgische omwenteling dwong de jurist er een academische carrière af in ruil voor de weinig benijdenswaardige burgemeesterssjerp in het orangistische Gent.

Rechten

Jean-Baptiste Minne wordt als zoon van een vrederechter al op jonge leeftijd hulpgriffier bij de Gentse rechtbank van koophandel. Bij de oprichting van de Gentse universiteit in 1817 neemt hij er ontslag en gaat rechten studeren. Hij promoveert op een proefschrift over wisselbrieven en schrijft zich in 1820 in aan de balie. In 1823 huwt hij met Justine Barth die in 1843 overlijdt, waarna hij hertrouwt met de Waalse schoenmakersdochter Marie Anne Ramu.

Actief aan de Gentse balie

Minne-Barth schrijft zich op 9 augustus 1820 in aan de Gentse balie, waar hij zich vooral onderscheidt als pleiter in handelszaken. Occasioneel waagt hij zich ook aan het strafrecht, met als meest opvallende rechtszaak het proces tegen Hippolyte Metdepenningen (1799-1881) die in 1832 terechtstaat op beschuldiging van landverraad en daarbij verdedigd wordt door een heel team met naast Minne-Barth de toekomstige professoren Napoleon De Pauw (1800-1859) en Emmanuel Balliu (1800-1864), de latere liberale minister Hippolyte Rolin (1804-1888) en het orangistische kopstuk Eugène Van Huffel (1803-1859).

Orangist in 1830

In 1830 kiest Minne-Barth resoluut de kant van het orangisme. Hij wordt gemeenteraadslid maar aan zijn nauwe band met de leidende orangisten komt een abrupt einde na de gemeenteraadsverkiezing van 1836. De radicale orangisten winnen deze verkiezingen en dit tot onvrede van de regering, die op zoek gaat naar een gematigde politicus die het Gentse burgemeesterschap op zich kan en wil nemen. Tot grote ergernis van de orangisten helpt Minne-Barth de regering uit de brand, maar hij koppelt er een voorwaarde aan: hij is enkel bereid om burgemeester te worden mits de regering hem ook promoveert tot gewoon hoogleraar aan de Gentse universiteit. Die eis wordt ingewilligd en in december 1836 volgt Minne-Barth Joseph Van Crombrugghe (1770-1842) op als burgemeester. De omstandigheden waarin hij burgemeester wordt, leggen onmiddellijk een zware hypotheek op zijn mandaat. De orangisten nemen afstand van de ‘verrader’ en voeren een keiharde oppositie vanuit de meerderheid zodat hij zelden aan besturen toekomt. De patriotten, bij wie hij ten einde raad steun zoekt, behandelden hem met het grootste wantrouwen gezien zijn orangistisch verleden, zodat Minne-Barth uiteindelijk helemaal alleen komt te staan. Einde 1839 dient Minne-Barth moegestreden zijn ontslag als burgemeester in en in 1841 stapt hij uit de politiek. De meest opvallende gebeurtenissen te Gent tijdens zijn periode als burgemeester zijn ongetwijfeld de oprichting van de eerste Gentse naamloze vennootschappen (de reusachtige vlasfabrieken La Lys en La Linière Gantoise), de aankomst van de eerste trein in het Zuidstation en het eerste georganiseerde massale  arbeidersprotest, beter gekend als het grote katoenoproer van 1839.  Zijn voorganger, Joseph Van Crombrugghe, neemt in 1840 de burgemeesterssjerp terug over.

Handelsrecht

Na zijn vertrek uit de politiek concentreert Minne-Barth zich helemaal op zijn academische loopbaan. In 1835 was hij reeds aangesteld tot docent van het nieuwe vak Handelsrecht en als gevolg van het burgemeestercompromis na de gemeenteraadsverkiezingen van 1836 op 3 oktober 1837 tot gewoon hoogleraar voor de cursus Handelsrecht, vanaf 1849 bijkomend verantwoordelijk voor de cursus Notariaat.
In het academiejaar 1845-1846 is hij bovendien rector van de Gentse universiteit. Onder zijn bestuur richt François Huet (1814-1869) de befaamde Société Huet op, een studiekring met een heel vooruitstrevend ideeëngoed waarin onder meer de (latere) professoren Gustave Callier (1819-1863) en Jacob Heremans (1825-1884) actief waren.
Jean-Baptiste Minne-Barth overlijdt op 17 februari 1851.

Bart D’hondt
Licentiaat Politieke Wetenschappen
Wetenschappelijk medewerker Liberaal Archief
8 april 2016

 

Hoe verwijs je naar dit lemma?
D'hondt, Bart. "Minne-Barth, Jean-Baptiste (1796-1851)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 08.04.2016. http://www.ugentmemorie.be/personen/minne-barth-jean-baptiste-1796-1851.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Destanberg, Désiré. De kiezingen te Gent sedert 1830. Gent: Ad.Herckenrath, 1910.

Devolder, Kathleen. ‘Gij die door ‘t volk gekozen zijt... De Gentse gemeenteraad en haar leden 1830-1914’, Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 20, 1994.

D’hondt, Bart. Van Andriesschool tot Zondernaamstraat: gids door 150 jaar liberaal leven te Gent. Gent: Liberaal Archief, 2014.

Kluyskens, Pierre. ‘Jan-Baptist Minne-Barth.’ Ghendtsche Tydinghen, jg.25, nr.5, 15 september 1996, pp.260-264.

Lammens, Dora. De verkiezingen te Gent 1830-1848. Politieke personen, kringen, partijen en pers. Gent: onuitgegeven licentieverhandeling RUG, sectie Geschiedenis, 1951.

Verbessem, Albert. Le Barreau de Gand. Gent: Vandeweghe, 1912.

Vermeersch, Paul. ‘J.-B. Minne-Barth. ’ In Liber Memorialis. Notices biographiques. Tome I. Faculté de Philosophie et Lettres. Faculté de Droit. Gent : Universiteit Gent, 1913, pp.360-361.

Witte, Els. Politieke machtstrijd in en om de voornaamste Belgische steden, 1830-1848. Brussel:  Gemeentekrediet van België (Pro civitate, Historische Uitgaven nr.37), 2 dln., 1973.

Deel deze pagina: