Callier, Gustave (1819-1863)

Gustave Callier hoort samen met Wagener en Laurent tot de rij Gentse professoren die zich voor het stedelijk lager onderwijs hebben ingezet en ook tot de nog langere rij docenten die omwille van hun standpunten bisschoppelijke banbliksems over zich heen hebben geroepen.

Kring Huet

Gustave Callier verlaat in 1837 als primus het Gentse atheneum en studeert vervolgens geschiedenis en filosofie aan de Gentse universiteit. Callier wordt onmiddellijk na het behalen van zijn doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte in 1842 aangesteld als medewerker van de professor filosofie, François Huet. Huet staat bekend als christelijke socialist die gelooft in de verzoenbaarheid van het christendom en de verworvenheden van de Franse revolutie – redenen te over opdat hij in kerkelijke en conservatieve kringen als ‘te mijden’ aangeschreven zou staan. Hij is de spil van een debatclub waarin veelbelovende jonge liberalen, o.m. Emile de Laveleye, Charles Waelbroeck en dus ook Callier, van gedachten wisselen. Callier distantieert zich vrij snel van Huets christendom. Hij komt voor zijn rationalistisch vooruitgangsgeloof uit in de lezingen die hij als gevierd conférencier in de Gentse Société littéraire en te Brussel en Antwerpen geeft. Dermate dat, wanneer de Fransman Huet in 1848 naar zijn vaderland moet terugkeren, de conservatieve regering hem als ‘gevaarlijk’ beschouwt en hem slechts een deel van Huets opvolging gunt.

Antiklerikalisme en vrij onderzoek

In 1853 wordt Callier buitengewoon hoogleraar, de promotie naar gewoon hoogleraar in de wijsbegeerte volgt in 1860. Hij doceert Geschiedenis van de Wijsbegeerte (vanaf 1845), Metafysica (vanaf 1850 als opvolger van Huet) en Zielkunde, Zede- en Redeleer (vanaf 1858).  Het klassieke ex-cathedraonderwijs vervangt hij door debatlessen waarin hij met zijn studenten een open discussie aangaat over de klassieke filosofische denkbeelden. Samen met zijn collega’s Hubert Brasseur (1823-1890), Auguste Wagener (1829-1896) en vooral François Laurent (1810-1887) wordt hij boegbeeld van het antiklerikalisme en het vrij onderzoek aan de Gentse universiteit.

Schepen van Onderwijs

Als hij in 1837 als primus in de retorica afstudeerde, werd van Callier een dankwoord verwacht tijdens de plechtige prijsuitreiking. Hij hield bij die gelegenheid echter vooral een vurig pleidooi voor de invoering van algemeen en verplicht lager onderwijs, waarmee hij de toon zette voor het engagement dat hem een leven lang zal drijven. In de jaren 1850 wordt Callier een leidende figuur in de Gentse liberale vrijzinnige kringen. Via de Société Littéraire en de Association Libérale verspreidt hij zijn ideeëngoed en hij wordt de rechterhand van de Gentse partijleider en burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem (1819-1882).
In 1856 wordt Callier verkozen tot gemeenteraadslid en twee jaar later In 1858 – de zaken Brasseur en Laurent zinderen nog na – wordt hij schepen van onderwijs. Hij zorgt op amper vijf jaar tijd voor de doorbraak en verankering van het officieel gemeentelijk onderwijs in Gent met aandacht voor zowel de kinderen als de volwassenen. In de korte periode dat hij dit mandaat bekleedt opent hij niet minder dan tien nieuwe lagere scholen in Gent - twee per jaar ! -, verdubbelt zowel het aantal leerlingen in de kosteloze stadsscholen als het aantal leerkrachten en wordt de positie van de leerkrachten significant opgewaardeerd. Callier spaart geen inspanning om ‘l’instruction’, in zijn liberale ogen ‘le meilleur moyen de garantir la classe ouvrière de l’immoralité et du paupérisme’, te verbeteren.

Kerkhofkwestie

Callier overlijdt in 1863, amper 44 jaar oud. Hij weigert op zijn sterfbed elke vorm van kerkelijke bijstand en wordt burgerlijk begraven… in gewijde grond. De clerus probeert dat laatste te verhinderen maar moet buigen voor de wil van de liberale burgemeester de Kerckhove. Het is de tijd van de kerkhofkwestie en het jaar waarin te Gent het congres doorgaat van de Association internationale pour le progrès des sciences sociales, in de ogen van bisschop Delebecque een vergadering ‘où les principes les plus sacrés ont été niés, outragés et blasphémés avec une audace qui ne s’était pas encore produite au grand jour des assemblées’ en daar komt dus nog eens de heiligschennende teraardebestelling van Callier bovenop. Dergelijke uitspraak kan François Laurent niet onbeantwoord laten. Hij stuurt een 56 pagina’s lange open brief aan de bisschop – die inmiddels zelf ter ziele is gegaan: ‘Force m’est donc de correspondre avec un mort’ – waarin hij Delebecque verwijt door zijn kortzichtige kleinzieligheid zelf het graf van de Kerk te delven.

Een zware erfenis

Na zijn abrupt en vroegtijdig overlijden neemt zijn collega-professor Auguste Wagener het schepenmandaat over en bouwt in de lijn van Calliers visie het gemeentelijk onderwijs verder uit. Calliers boezemvriend François Laurent is zijn morele opvolger en sticht in 1868 de Société Callier die het financieringsvehikel bij uitstek wordt van het vrijzinnig naschools onderwijs, onder meer via de oprichting van de Laurentkringen voor werkjongens en –meisjes. Calliers nagedachtenis wordt in 1865 door het Gentse onderwijzend personeel met een gedenkplaat in ere gehouden. En Albert Callier, Gustaafs zoon, zal dan weer Laurent opvolgen in de gemeenteraad.

Jan Art 
Emeritus vakgroep Geschiedenis
Bart Dhondt 
Licentiaat Politieke Wetenschappen, Wetenschappelijk medewerker Liberaal Archief
(Laatst gewijzigd 8 april 2016)

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Art, Jan en Bart Dhondt. "Callier, Gustave (1819-1863)." UGentMemorie. Laatst gewijzigd 08.04.2016. www.ugentmemorie.be/personen/callier-gustave-1819-1863. 

 

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

Bidez, Joseph, ‘Callier, Gustave’, in: Liber Memorialis. Notices biographiques. Tome I. Faculté de Philosophie et Lettres. Faculté de Droit. Gent: Universiteit Gent, 1913, pp.115-126.

Callier, Gustave, Athénée de Gand. Distribution des prix du 12 août 1837: discours de l'élève Gustave Callier, premier de Rhétorique. Gent: Annoot-Braeckman, 1837.

Callier, Gustave, François Laurent. L’enterrement de G. Callier. Réponse de M. Laurent aux protestations du clergé. Se vend chez tous les libraires au profit des enfants pauvres de l’école-Callier. Gent, 1865.

Destanberg, Désiré, De kiezingen te Gent sedert 1830. Gent: Ad.Herckenrath, 1910.

D’hondt, Bart, ‘Gustave Callier’. Liberaal Archief: de Blauwe Wie is Wie. 12.01.2016. http://www.liberaalarchief.be/vraagbaak_callier.html

D’hondt, Bart, Van Andriesschool tot Zondernaamstraat: gids door 150 jaar liberaal leven te Gent. Gent: Liberaal Archief, 2014.

Laurent, François, L'enterrement de G. Callier. Réponse de M. Laurent aux protestations du clergé, Gand, Imprimerie de Aug. Vandeweghe, 1865.

Reynebeau, Marc, Politieke oriëntatie en ontwikkeling. De strijd om de Gentse gemeenteraad 1848-1869, Gent, RUG, onuitgegeven licentieverhandeling (sectie Geschiedenis), 1977.

Simon-Vandermeersch, Anne-Marie, Langendries, Elienne, Proffen in de straat. Tentoonstellingscatalogus 16-21 juli 1994, Gent, Archief RUG, 1994, pp.9-11.

Steels, Michel, Geschiedenis van het stedelijk onderwijs te Gent 1828-1914, Gent, 1978, pp.106-135.

Deel deze pagina: