Snacken, Frans (1920-2016)

Geograaf Frans Snacken introduceerde de luchtfoto-interpretatie aan de UGent en stimuleerde het interdisciplinair wetenschappelijk landschapsonderzoek. Oud-studenten zullen hem roemen om zijn landschapsexcursies, in de geest van Armand Hacquart en René Tavernier. Als activist voor landschapsbehoud en milieuzorg (samen met onder andere Jan Hublé), eerste voorzitter van het Fonds Lucien De Coninck en medeoprichter van de Federatie voor Open Scoutisme toonde Snacken een opmerkelijk maatschappelijk engagement.

Promoveren onder Tavernier

François Snacken wordt in 1920 geboren in Schaarbeek. Hij volbrengt zijn middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen en begint zijn studies aan de Rijksuniversiteit van Gent wanneer de Tweede Wereldoorlog net is uitgebroken. In 1944 promoveert hij als licentiaat in de Wetenschappen, groep Aardrijkskunde, en behaalt hij tevens zijn aggregaat. Hij begint zijn loopbaan als leraar aan de Rijksnormaalscholen van Gent en Brugge.

Op 1 oktober 1947 wordt hij assistent bij het Centrum voor Bodemkartering (IWONL) onder leiding van René Tavernier. Een jaar later wordt hij assistent verbonden aan de leerstoel Fysische Aardrijkskunde. Hij bereidt er zijn doctoraat voor met Tavernier als promotor en behaalt het in 1951. Van 1956 tot 1958 staat hij professor Fritz Quicke bij voor de cursussen Aardrijkskunde der streken en Bijzondere methodenleer der aardrijkskunde (Aggregaat HSO). In 1959 wordt hij docent, in 1963 gewoon hoogleraar, tot hij in 1985 op emeritaat gaat.

Bodemkartering van de Scheldepolders en het Land van Waas

Frans Snacken specialiseert zich in fysische geografie. Als assistent bij het Centrum voor Bodemkartering is hij verantwoordelijk voor het karteren van het Land van Waas en de Scheldepolders. Hij is zowel actief in de ‘buitendienst’, waar hij leiding geeft aan de karteerders en studenten begeleidt op hun veldwerk, als in de ‘binnendienst’ op de Rozier, waar de bodemkaarten worden gemaakt en de handleidingen worden geschreven. De bodemkaarten van de Scheldepolders zijn unieke historische documenten geworden, want het gekarteerde landschap is vandaag volledig verdwenen door de havenuitbreidingen.

Introductie luchtfotografie

Na zijn doctoraat gaat Frans Snacken op studiereis naar de Universiteit van Wisconsin in de Verenigde Staten. Hij verkrijgt er de Master of Arts in Geography in 1952 en een onderzoekbeurs van de National Academy of Sciences in Washington in 1954. In de VS bekwaamt Snacken zich in de luchtfoto-interpretatie, een nieuwe techniek die in de jaren 1950 ook voor civiele doeleinden wordt vrijgegeven. Bij zijn terugkeer introduceert hij die nieuwe discipline aan de Gentse universiteit aan de hand van een vrije cursus over luchtfotografie. Deze geniet grote belangstelling binnen de faculteit Wetenschappen, en ook in andere faculteiten, bij planologen en stedenbouwkundigen, landbouwingenieurs, historici en archeologen.

Van Seminarie naar Laboratorium

De klassieke indeling van de geografie bestaat uit drie hoofdrichtingen: de 'fysische geografie' de 'humane geografie', en de 'regionale geografie'. Ieder van die hoofdrichtingen had een of meerdere leerstoelen en de diensten behoorden tot verschillende faculteiten. De opleiding geografie behoort echter tot de faculteit Wetenschappen en de geografen dragen de titel van 'licentiaat in de Wetenschappen, groep Aardrijkskunde'. Van oudsher krijgen de studenten geografie in hun opleiding al deze domeinen uit de alfa- én bètawetenschappen. Dat maakt dus dat de geografie interdisciplinair is avant la lettre.

Na het op rust gaan van professor Maurice Dumont, wordt zijn Seminarie voor Menselijke Aardrijkskunde verdeeld over de faculteiten Letteren en Wijsbegeerte en Wetenschappen. Het gedeelte 'regionale geografie' wordt in 1964 het nieuwe Seminarie voor Regionale Geografie in de faculteit Wetenschappen met Frans Snacken als diensthoofd. Het wordt eerst gehuisvest in de Rozier en vervolgens in nieuwe 'moderne' lokalen op de binnenkoer van de Plateaustraat. Snel is er echter een nieuwe expansie van lokalen nodig. In 1967 legt René Tavernier de grondslag voor een nieuw Geologisch Instituut, de S8 aan de Sterre, waarin ook plaats is voorzien om de geografie te hergroeperen. Het zal echter tot 1977 duren tot het gebouw in gebruik kan worden genomen. In de tussentijd verhuist de 'regionale geografie' voor 10 jaar naar een statig herenhuis aan de Coupure nr. 273.

De multidisciplinaire invulling van het landschapsonderzoek betekent ook de uitbouw van technologische uitrusting. Naast bodemanalyses komt er pollenanalyse bij. Bij luchtfotografie komt ook teledetectie (‘remote sensing’) op digitale beelden van satellieten en radaropnamen. Met de ruimtelijke analyse op digitale beelden doen ook Geografische Informatiesystemen (GIS) en computerkaarten hun intrede. De naam van het Seminarie wijzigt dan ook terecht in 1982 tot Laboratorium voor Regionale Geografie en Landschapskunde. In de jaren 1970 behoort het Laboratorium tot de stichtende leden van EARSel, de European Association of Remote Sensing Laboratories.

Met de oprichting van de vakgroepen in 1991 worden alle seminaries en laboratoria van geografie verenigd in één vakgroep Geografie.

Holistische landschapsstudies

Als geograaf heeft Frans Snacken niet alleen oog voor de bodem, maar ook voor de bewonings- en ontginningsgeschiedenis van het gebied door de mens. Zo is zijn doctoraatsonderwerp regionaal geografisch met een bijzondere aandacht voor het ontstaan van het cultuurlandschap. Ook voor de uitbouw van het nieuwe Seminarie voor Regionale Geografie steunt Snacken sterk op deze holistische visie: een landschap moet vanuit een historisch ontwikkelingsperspectief tegelijkertijd vanuit zijn natuurlijke en culturele dimensie worden benaderd.

Het landschap is ook het vertrekpunt voor de licentiaatsscripties. De studenten die bij hem het grondig vak kiezen worden gestimuleerd om landschappen en streken in het buitenland te bestuderen. Jarenlang worden studenten naar Franse pays en naar Griekse eilanden gestuurd om er pionierswerk te verrichten met een geïntegreerde, holistische visie op het landschap. Via de luchtfotografie en teledetectie zoeken ook talrijke buitenlandse studenten van het International Training Centre for Post-Graduate Soil Scientists (ITC-Gent) een promotor in de regionale geografie.

Samen met collega’s uit de historische geografie in België en de buurlanden neemt Snacken in 1957 het initiatief tot het oprichten van een tweejaarlijkse conferentie over de studie van het rurale landschap. Die groeit uit tot de Permanent European Conference of the Study of the Rural Landscape (PECSRL), een vaste waarde van het landschapsonderzoek in Europa. Snacken is tevens één van de auteurs van de eerste kaart van de geografische streken van België in de eerste Nationale Atlas.

Liefde voor landschapsexcursies

De terreinexcursies van de professoren van het Geologisch Instituut zijn legendarisch. Zo leidde Armand Hacquaert bijvoorbeeld de geologische excursies, toen gevolgd door een honderdtal studenten, per fiets. René Taverniers excursies duurden van zonsopgang tot zonsondergang. Frans Snacken neemt die traditie over en vindt dat het directe terreincontact de enige manier is om het landschap holistisch te bestuderen. De studenten appreciëren zijn excursies en Snacken zelf haalt evenzeer de grootste voldoening uit dit contact met zijn studenten. Naast de verplichte excursies uit het curriculum organiseert de studentenvereniging Vlaamse Aardrijkskundige Kring (de VAK, later Geografica) bijvoorbeeld jaarlijks een eigen buitenlandse excursie waarbij Snacken graag gidst.

Maatschappelijk engagement

Frans Snackens betrokkenheid op de samenleving manifesteert zich ook op vele andere vlakken. Hij is sterk geïnteresseerd in cultuur en de maatschappij en op beide vlakken zet hij zich actief in. Zo speelt hij piano, tekent en schildert hij en exposeert hij verschillende malen. Hij voelt zich ook erg aangesproken door de Slavische cultuur. Vanaf 1970, lang voor de val van de Berlijnse muur, onderhoudt hij intense contacten met collega’s uit het Oostblok en neemt hij deel aan hun conferenties, met alle praktische moeilijkheden van dien. Met verschillende onder hen ontstaan vriendschappelijke banden. Van 1992 tot 1994 is hij gastprofessor aan de Academia Istropolitana in Bratislava in Slovakije. Hij doceert er landschapsgeografie en ruimtelijke ordening voor een multidisciplinaire groep studenten. 

Ook op maatschappelijk vlak is zijn engagement groot en verscheiden. Geïnspireerd door professor Lucien De Coninck, de eminente bioloog en geëngageerd vrijzinnige, richten Frans Snacken en andere geestverwanten het Fonds Lucien De Coninck op na diens dood. Frans Snacken wordt er de eerste voorzitter van. Snacken brengt zijn landschapsexpertise ook op een beleidsmatig niveau in de praktijk: in 1985 wordt hij ondervoorzitter van de Centrale Commissie van Monumenten en Landschappen en hij leidt er tot 1990 de derde afdeling Landschappen, die instaat voor de bescherming van waardevolle landschappen in Vlaanderen. Snacken is ook begaan met het milieu, niet alleen als wetenschappelijk onderzoeker maar ook als maatschappelijk activist. In de jaren 1970 staat hij mee aan de wieg van de Federatie Milieubescherming gewest Gent, vandaag het Gents MilieuFront. Samen met zijn collega, vriend en bioloog Jan Hublé zet hij zich in die jaren met Actiegroep Bourgoyen-Ossenmeersen ook in voor het behoud van dit unieke meersengebied van de Leie. Ze slagen erin het gebied als natuurgebied en als cultuurhistorisch landschap te doen beschermen.

Zeescouts en Federatie voor Open Scoutisme

Vanaf 1935 is Snacken ook actief bij de eerste pluralistische zeescoutsgroep van België op de linkeroever in Antwerpen. In 1945 richt hij een nieuwe Gentse eenheid op, De Wilde Eend, evenals het Nautisch Jeugdcentrum in Drongen. Op nationaal vlak orkestreert hij de overgang van de unitaire koepelorganisatie Boy Scouts of Belgium / Girl Guides of Belgium naar de Federatie voor Open Scoutisme (FOS).

Marc Antrop
Vakgroep Geografie UGent
3 november 2016

 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Antrop, Marc. “Snacken, Frans (1920-2016).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 11.11.2021. www.ugentmemorie.be/personen/snacken-frans-1920-2016

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be 

Website Fonds Lucien De Coninck: fondsluciendeconinck.com

Website European Association of Remote Sensing Laboratories: earsel.org

Type persoon: 
Deel deze pagina: 

Herinneringen

Frans Snacken haalt herinneringen op aan zijn tijd als student aan de Universiteit Gent tijdens Wereldoorlog II

'Dat was de tijd die samenviel met de Duitse bezetting. Een heel bijzondere sfeer: een sfeer van solidariteit en wantrouwen, ook een van hard werken, want er was nagenoeg geen gelegenheid tot fuiven. Wij waren met iets meer dan 2000 studenten aan de universiteit… Wij, geografen, boekten het record met 6 studenten in ons jaar.'

Uit: Snacken, Frans. De terugblik – selectie van opstellen tussen 1995 en 2005. Privé-archief Marc Antrop, 2006. 

 

Frans Snacken omschrijft zijn visie voor de uitbouw van de eigenheid van het in 1959 nieuwe Seminarie voor Regionale Geografie en de betekenis van de luchtfotografie hierin

'Hierbij werd niet uit het oog verloren dat een techniek zoals de luchtfoto-interpretatie, het object van de discipline niet vervangt en dat de ‘regio’, met daarin het ‘landschap’, de hoeksteen van het wetenschappelijk onderzoek vormt. Het feit dat uit hoofde van hun opleiding, titularis en stafleden vooral ‘terrein-gericht’ waren, maakte dat de studie van het cultuurlandschap, geplaatst in zijn fysisch kader, het vertrekpunt is geweest van bijna al het verrichte onderzoek. Het is echter duidelijk dat een inzicht in de vormen en structuren van het cultuurlandschap maar tot stand komt als dit landschap ook in zijn groei- en ontwikkelingsproces gevolgd wordt. Dit impliceert een historische kijk op de gestelde problemen en de daartoe beschikbare historische bronnen zijn zowel in de archieven als in het landschap en de bodem te vinden.'

Uit: Snacken, Frans. “Onderzoeksthema’s in het seminarie voor regionale aardrijkskunde.” Biol. Jb. Dodonea 49 (1981): 18-28. 

 

Geograaf Frans Snacken mijmert over zijn geliefde landschapsexcursies

'Wat mij het meest boeide waren de excursies met de studenten en ik had er de beste indrukken van opgedaan. … De reizen met de studenten waren de hemel op aarde. Natuurlijk waren het studenten in de geografie en zij waren gemotiveerd. De motivatie was wederkerig en met jonge mensen zijn het vooral leuke ogenblikken geworden, die diep in mijn onderbewustzijn zijn gegrift.' 

Uit: Snacken, Frans. De terugblik – selectie van opstellen tussen 1995 en 2005. Privé-archief Marc Antrop, 2006.