Desmet, August (1887-1964)

De architecturale ontwerpen van August Desmet, ingenieur-architect en hoogleraar aan de Universiteit Gent, zijn zowel in de private als publieke ruimte te vinden en bovendien van belang als UGent-erfgoed. Desmet maakt een duidelijke stijlevolutie door: terwijl de landelijke atelierwoningen voor kunstschilders uit Desmets beginperiode nog voornamelijk de pittoreske, neogotische invloed van leermeester Louis Cloquet tonen, zijn enkele van zijn treinstations voor de Belgische Spoorwegen en de Veeartsenijschool en het Academisch Ziekenhuis voor de Universiteit Gent duidelijk modernistisch-kubistisch geïnspireerd. Voor het ontwerp van het Academisch Ziekenhuis werkt Desmet samen met onder andere UGent-iconen Henry van de Velde en Gustave Magnel.

Leerling van Louis Cloquet

August Desmet studeert van 1900 tot 1909 aan de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en combineert dit met studies ingenieur-architect aan de universiteit van Gent waarvan hij het diploma behaalt in 1909. Hij is onder meer leerling van Louis Cloquet, van wie hij zeker invloed ondergaat inzake traditioneel-regionale architectuur. Van 1912 tot 1933 geeft hij les aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten en in diezelfde periode tot 1936 is hij architect bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. In 1925 wordt hij benoemd tot docent aan de Gentse Rijksuniversiteit en in 1934 bevorderd tot gewoon hoogleraar voor de cursussen Architectuur en Urbanisme. Vanaf 1952 tot aan zijn dood is hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Hij is tevens corresponderend lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en lid van de Technische Raad voor Stedenbouw.

Van traditioneel-regionale kunstenaarswoningen …

Zijn vroege werk omvat verschillende ateliers voor bevriende kunstschilders uit de Leiestreek. Zo ontwerpt hij in Sint-Martens-Latem het Torenhuis, een kloostervormige woning met verschillende panden rond een binnentuin, gebouwd in 1917 als atelier voor Albert Servaes. Ook de woningen van Hubert Malfait en zijn ouders in Astene (1920) en de atelierwoning van Albert Saverys in Deinze (1922) sluiten aan bij de traditionele landelijke stijl met een functioneel grondplan. Deze laatste twee woningen zijn ondertussen gesloopt. Hetzelfde geldt voor de atelierwoning van beeldhouwer Emiel Poetou in Gent. In 1929 bouwt Desmet in de Pontstraat te Deurle de atelierwoning voor kunstschilder Gust De Smet in regionalistische stijl. Deze woning wordt na WO II grondig verbouwd. Ook de ondertussen verdwenen kapel van de karmelieten te Luithagen (Mortsel), waar aanvankelijk Albert Servaes’ veertien ophefmakende houtskooltekeningen van Jezus’ kruisweg ophangen, ontwerpt Desmet in 1919 in dezelfde sfeer.

… naar modernistisch kubisme

In 1928 ontwerpt August Desmet voor de kunstenaar Maurice Dupuis een sobere, moderne bakstenen woning. In datzelfde jaar verbouwt hij de woning en het atelier van schilder Jules Boulez in Oudenaarde. Het gebouw valt op door zijn modernistische en kubistische vormgeving in combinatie met afrondingen, maar wordt eveneens afgebroken.
In de jaren 1930 verstrakt August Desmets vormgeving nog meer en komt hij tot een uitgepuurde modernistische architectuur. Dit is duidelijk te zien in het station van Blankenberge (1935) waarin de invloed van het romantisch kubisme, de stijl van Nederlands architect Willem Marinus Dudok, overheerst. Om onbegrijpelijke redenen wordt dit station in 2013 gesloopt. Voor de uitwerking van dit plan krijgt Desmet assistentie van collega-professor Henry van de Velde. Ook de stations van Kortemark, Maldegem en Zeebrugge-Dorp worden door hem ontworpen.

Veeartsenijschool en Academisch Ziekenhuis

In 1933 krijgt August Desmet de opdracht tot de oprichting van de nieuwe Veeartsenijschool op de terreinen van het voormalige Gentse casino aan de Coupure Rechts. De bouw duurt tot begin jaren 1960. Er komen diverse paviljoenen tot stand met een moduleerbare opbouw. Ruimtewerking, geometrische plasticiteit, lichtinval en goede ventilatie zijn andere kwaliteiten. Door het concept, de inrichting van onder meer de operatiezalen en het voorkomen van ziekteverspreiding wordt het complex lange tijd in Europa beschouwd als een schoolvoorbeeld voor veterinaire kliniekbouw. Het geheel is beschermd als monument en zoekt vandaag naar een definitieve herbestemming.
Vanaf 1936 behoort August Desmet ook samen met architecten Henry van de Velde, Armand Cerulus, Jean Norbert Cloquet en Gustave Magnel tot de CAVAZ-groep (College van Architecten  voor het Academisch Ziekenhuis) van de Universiteit Gent. August Desmet en Jean Norbert Cloquet moeten instaan voor de ruwbouw en afwerking. De bouw van het Academisch Ziekenhuis wordt echter om allerhande redenen, onder andere gebrek aan budget en het uitbreken van WO II, een lijdensweg. Uiteindelijk zal het gebouw pas worden afgewerkt in 1970, na Desmets overlijden.

Dirk Laporte
Erfgoedstudies Universiteit Antwerpen
30 september 2016
 

Hoe verwijs je naar dit artikel?
Laporte, Dirk. “Desmet, August (1887-1964).” UGentMemorie. Laatst gewijzigd 08.12.2016. www.ugentmemorie.be/personen/desmet-august-1887-1964.

Bibliografie

www.UGentMemorialis.be

De Booser, R. “Het Torenhuis, de geschiedenis van de architect, de schilder en de karmeliet.” In Tentoonstellingscatalogus G. Desmet en A. De Smet, 28-32. Sint-Martens-Latem: Latemse Kunstkring, 1999.  

Meganck, Leen. “Desmet, August.” In Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot  heden, uitgegeven door Anne Van Loo, 262-263. Antwerpen: Mercatorfonds, 2003.

Poulain, Norbert. “August Desmet, ingenieur én architect, theoreticus én kunstenaar.” In Tentoonstellingscatalogus G. Desmet en A. De Smet, 8-24. Sint-Martens-Latem: Latemse Kunstkring, 1999.  

Type persoon: 
Deel deze pagina: