2. Van een monument

1.

Een binnenzicht vanuit de trappenhal in de Leievleugel. De foto is wellicht aan het begin van de jaren 1960 genomen; ze dateert in ieder geval van voor de restauratie.

2.

In 1961 wijdt Het Mandelboekje een themanummer aan het Pand. Dit populaire boekje, uitgegeven door de Gentse weeldehandelaars, ijvert in de jaren 1960 en 1970 voor een opwaardering van het stadscentrum en een herstel van de oude monumenten. Sinds de onbewoonbaarverklaring van 1955 is de toestand van het gebouw nog verslechterd, schrijft het boekje. 'Toen er nog een wijnhandelaar zijn fusten in de kloostergang en in de Kapittelzaal onderbracht, hield hij de plaatsen zuiver en sloot hij de uitgangen af. Op dit ogenblik trapt men in de overblijfsels van pannen en van glas, van kalkpuin en van vuilnis. De armoedzaaier, die een kamertje betrok, sloot er zich in op. ’s Winters maakte hij een vuurtje, hij liet zijn vensters dicht. Thans zijn de ruiten gebroken en de ramen klapperen, het houtwerk valt uiteen. De wind blaast doorheen het gebouw. De regen dringt overal door en vervolgt, bui na bui, met brokjes en stukjes, zijn langzaam werk van vernieling’.

3.

Toch blijft de Mandel hoopvol. Er zijn ook volop plannen: Paul Eeckhout, conservator van het Museum voor Schone Kunsten, wil het Pand herbestemmen als Museum voor Oude Kunst. 'Laat ons hopen dat weldra nieuwe initiatieven ons mogen helpen om dit eerbiedwaardig en wonderbaar monument uit zijn ellende te doen verrijzen, opdat het in het hart zelf van de Stede, opnieuw zou bijdragen tot de glans en de glorie van Gent de Fiere’.

Lees verder: 'Ligt in zijn relatie'

Deel deze pagina: